.IJK
OTING
'ONDER
fAST-
under-
markt.
allelweg
er op
moeten
t schrif-
jgestie
;tellen
r exact
e bedoe-
le markt
i een ra-
overwe-
kt te
er ook
lege de
ersche-
men en
laatst
:er cen-
:el uitma-
iet ge-
ongunstig.
;n wel
de markt
op zich
n biedt
tere gezel
ekers van
verkeer
den
reluk zal
lar wordt
erkeer
zeggen:
Dit neemt
plaats
chillende
e Paral-
kunnen
tste stuk
Maar als
iu ze bin-
;n, want
ir natuur
de markt
omzet van
lege
of aan-
tsing
gelijk,
tje bij de
:ou men
bij de
ehuis;
xioeilijker
schilder-
r nog niet
een ge-
oor be
paalde ontwikkelingen eerder tot ontwikkeling zou
komen, dan zou de markt al naar een provisorische
plaats aldaar kunnen worden gebracht, maar dan
moet men weten of er in het centrum een voorloper
zou zijn waarmede dit gecombineerd zou kunnen wor
den. Dit is nog in studie Het lijkt spreker het beste
dat men, gelet ook op het feit dat te dikwijls verhui
zen de markt bepaald geen goed zou doen, een en an
der nog eens even aanziet.
De heer PIEREN geeft het college in overweging om
deze hele zaak ook met de marktkooplieden te bespre
ken, aangezien zijn voorstel in feite is geboren uit door
zijn fractie gehoorde opmerkingen van marktkooplie
den die de markt wel verplaatst zouden willen zien.
De marktkooplieden zouden dan aldus een beetje in
spraak kunnen hebben.
Het volgnummer wordt hierna zonder hoofdelijke
stemming voorlopig vastgesteld.
VOLGNUMMERS 8.20.08., 8.25.06. en 8.25.08.
De VOORZITTER stelt hierbij aan de orde:
330 Voorstel tot vaststelling van het getal wekelijkse les
uren vakonderwijs van de openbare scholen voor g.l.o,
voor het jaar 1971.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
De drie volgnummers worden zonder discussie en zon
der hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld.
VOLGNUMMER 8.25.10.
De VOORZITTER stelt hierbij aan de orde:
331 a. Voorstel tot vaststelling van het bedrag per leerling
voor het jaar 1971, als bedoeld bij artikel 55 bis van
de Lager-onderwijswet 1920 voor het gewoon lager
onderwijs.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
Het volgnummer wordt zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld,
VOLGNUMMER 835.04
De VOORZITTER stelt hierbij aan de orde:
b. Voorstel tot vaststelling van het bedrag per leerling
voor het jaar 1971, als bedoeld bij artikel 189, 5e lid
van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967 voor
het buitengewoon onderwijs.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
Het volgnummer wordt zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld.
VOLGNUMMER 8.70.12.
Mevrouw WALMA VAN DER MOLEN-DE VRIES
zegt dat haar fractie, gelet op het feit dat Soest zoveel
subsidie aan het U.S.O. geeft, zich afvraagt waarom het
U.S.O. nooit eens in de sporthal in Soest een concert
geeft.
De wethouder DE HAAN antwoordt dat de sporthal
daarvoor niet de goede akoestiek heeft.
Het volgnummer wordt zonder hoofdelijke stemming
voorlopig vastgesteld.
VOLGNUMMER 8.70.16.
Mevrouw WALMA VAN DER MOLEN-DE VRIES
merkt op dat haar fractie de volksfeesten waarop dit
volgnummer betrekking heeft, graag werkelijk volks
feesten zou zien worden. Met het onder dit volgnum
mer uitgetrokken bedrag zou waarschijnlijk een erg
leuk volksfeest kunnen worden georganiseerd, een
feest waaraan iedereen plezier zou beleven. Het alleen
maar uithangen van vlaggen betekent nog niet dat er
feest wordt gevierd.
De VOORZITTER merkt op dat dit volgnummer
enerzijds bepaalde subsidies betreft die worden uitbe
taald en anderzijds betrekking heeft op de rekening
van gemeentewerken voor het aanbrengen van versie
ring en verlichting in de gemeente.
Mevrouw WALMA VAN DER MOLEN-DE VRIES:
Wij zouden liever wat minder verlichting en wat
meer feest zien.
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT:
Dat staat iedereen vrij.
De VOORZITTER: Allen die te dezen werkzaam zijn,
proberen de gemeente er feestelijk te doen uitzien.
Dat zou een feestelijk gevoel kunnen stimuleren. Ver
der moeten de mensen het zelf opbrengen. Wij kun
nen hun geen spuitje geven om te gaan feestvieren.
Het volgnummer wordt zonder hoofdelijke stemming
voorlopig vastgesteld
VOLGNUMMER 8 70.26.
De heer JONKER merkt op dat dit volgnummer de
„Subsidie aan de Nationale Bond tegen het vloeken"
betreft. Hij meent dat er wat dit betreft van een vrij
archaische toestand kan worden gesproken.
Af en toe wordt de mensen op stations via borden toe
geroepen, dat zij toch vooral niet moeten vloeken.
Spreker heeft het idee dat dat helemaal geen bliksem
helpt. Hij ziet er dus het nut niet van in en wil daar
om geen medewerking verlenen aan deze post.
De heer DE GROOT zegt dat hij het met de heer Jon
ker volstrekt oneens is. Hij ziet wel degelijk het nut
van de bedoelde borden en van het geven van deze
subsidie in. Hij meent dat het zeker ook tot de taak
van de overheid behoort de eer van Gods Naam te be
vorderen, althans daar, waar Gods Naam wordt ont-
eerd, de mensen erop te wijzen, althans financiële me
dewerking te verlenen aan een organisatie die zich
ten doel stelt deze ontering tegen te gaan. Het ver
heugt spreker dat de raad indertijd besloten heeft de
ze subsidie te verhogen. Hij wil niet zeggen dat deze
subsidie nu hoog genoeg is. Hij wil ook geen voorstel
tot verdere verhoging ervan doen Hij zou het evenwel
bijzonder betreuren als de raad op dit moment aan de
hand van de suggestie van de heer Jonker zou beslui
ten deze subsidie in te trekken.
De VOORZITTER merkt op dat deze post indertijd
op uitdrukkelijk verzoek van de raad in de begroting
is opgenomen.
De heer VAN POPPELEN zegt, dat zijn fractie het ge
heel met de heer De Groot eens is.
Mevrouw WALMA VAN DER MOLEN-DE VRIES
merkt op dat zij tegen deze subsidie is, doch dat daar
uit niet mag worden opgemaakt dat zij voor het vloe
ken zou zijn.
De heer JONKER zegt dat ook hij niet voor het vloe
ken is, maar meent dat de mede op basis van deze sub
sidie ontwikkelde activiteiten gewoon geen bliksem
helpen.
Het volgnummer wordt zonder hoofdelijke stemming
voorlopig vastgesteld.
De heer Jonker en mevrouw Walma van der Molen
verkrijgen op hun verzoek aantekening in de notulen
dat zij zich met deze subsidiepost niet hebben vere-
nigd.
265