Nr. 4 19 maart 1970
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag 19 maart 1970, te 19 30
uur.
(Voortzetting van de vergadering van 16 maart 1970, te
19.30 uur).
VOORZITTER de burgemeester, de heer mr. S P Ba
ron Bentinck
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: J van den Arend, J.W.D Berkel-
kelbach van der Sprenkel, J.K, de Bruin, drs. LJ Dijkstra,
J.J. Ebbers, B.H.A. Elbertse, P, Grift, M. de Groot, K. de
Haan, J.H. Hom, J.C, Korte, G.H. Oldenboom, mevrouw
P.J. Oranje-Entink, P,C, Pieren, mevrouw S.M. Polet-Mus-
ler, J.R. van Poppelen, D.Chr. Stam, P.L.J.M. Storimans,
J.N.H. Veldhuijsen, C. Verheus, mevrouw M.C.P. Walter-
Van der Togt en A.S. Westra,
Afwezig met kennisgeving het lid: G.C van den Berg.
De VOORZITTER opent de vergadering en doet
voorlezing van de gebedsformule.
Hierna wordt voortgegaan met de raadsagenda van
maandag 16 maart 1970,
55 Voorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan
„Soestereng-Park en Centrum".
De heer DE BRUIN neemt aan dat het standpunt van de
V.V.D.-fractie met betrekking tot het onderhavige agen
dapunt genoegzaam bekend is.
De heer OLDENBOOM: Maar niet te motieven.
De heer DE BRUIN zegt dat ook zijn fractie ervan over
tuigd is, dat er in Soest in verband met de groei van de
bevolking bepaalde voorzieningen moeten worden ge
troffen. Zij denkt o.a. aan een nieuw gemeentehuis,
Maar het stichten van een city voor grote zaken en even
tueel voor kantoorpanden zit de fractie niet erg goed.
Bovendien wordt het centrum eventueel op een gedeelte
van de Eng geplaatst, dat juist een van de mooiste puiv
ten is met uitzicht op het nieuwe stadspark De fractie
zou veel liever zien, dat die voorzieningen die voor
Soest in verband met zijn uitbreiding in de toekomst ge
wenst zijn, op een andere plek geprojecteerd werden.
De fractie is er ook van overtuigd dat de kom in de Eng,
waar o.a. de Parklaan ligt, enigzins gesaneerd moet wor
den, maar in elk geval dient dit een woongebied met een
gezinswoningen te blijven.
Het lijkt de fractie hoogst onwaarschijnlijk, dat er on
danks dat dit in de commissievergaderingen is medege
deeld - al verschillende aanvragen zijn voor het betrek
ken van kantoorruimten door firma's en diensten.
Spreker meent dat men er helemaal niet goed aan doet,
om in het bedoelde gebied winkelpanden te projecteren,
juist in verband met de positie van de bestaande midden
stand in Soest, Het feit doet zich nl voor, dat zodra aan
de huidige rijksweg enige percelen grond vrij komen -
dus daar waar van een aardig punt ten aanzien van de be
bouwing sprake is - winkels worden gesticht En nu zou
het gemeentebestuur in een nieuwe city al komt dit er
pas over een x- aantal jaren - zaken willen zien verrijzen
die op verschillend gebied een groot assortiment van wa
ren kunnen bieden. Men kan wel op zijn blote vingers na
tellen, dat dit ten koste zal gaan van de bestaande mid
denstand in Soest. Men heeft het onlangs kunnen zien
ten aanzien van de vrij vervelende affair es met de Gemar
De neringdoenden in een vrij grote straal om dit bedrijf
hebben de schade ondervonden als gevolg van het feit dat
het een groot assortiment aan te bieden had.
Spreker vraagt of het mogelijk is om het Soestereng-Park
los te koppelen uit het onderhavige voorstel, zodat er
twee bestemmingsplannen zijn De fractie heeft nl. in ge
nen dele bezwaar tegen het Soestereng-Park, maar wel
tegen het te stichten centrum, Mocht het college geen
ontkoppeling wensen, dan zal de fractie zeer tot haar
spijt niet voor het onderhavige voorstel kunnen stemmen.
Mevrouw POLET-MUSLER merkt op dat na agendapunt
3 het ingekomen stuk onder c. (Werkgroep H.L.K.) behan
deld zou worden.
De VOORZITTER: Zullen wij dat aan het einde doen?
Mevrouw POLET-MUSLER: Ik vind het uitstekend.
Voortgaande zegt spreekster, dat in artikel 1, begripsbepa
ling (blz. 17) inzake het onderhavige plan staat, dat het
bestemd is voor gronden gelegen ten zuiden van de Mo
lenweg, ten noorden van de Nieuweweg, ten oosten van
de Verlengde Talmalaan en ten westen van de spoorlijn
Utrecht-Baarn in de gemeente Soest.
Zij maakt erop attent, dat de bestemming ook bedoeld is
voor gronden gelegen ten zuiden van de Soesterengweg.
De wethouder DE HAANDan dient bij de Nieuweweg
ook de Beukenlaan betrokken te worden.
Mevrouw POLET-MUSLER: Inderdaad.
Voortgaande zegt spreekster erover verheugd te zijn, dat
er ook kantoren in het plan geprojecteerd zijn, zodat er
een gevarieerd arbeidsaanbod in Soest zal komen. In
Soest komt op het ogenblik nl. in hoofdzaak industrie
voor. Er wordt dus een verruiming van arbeidsplaatsen
en van keuzemogelijkheden verkregen. Dat is een
gunstig aspect, want het meest ideale is toch wel, als
men kan werken in de plaats waar men woont.
Een pre is bovendien dat het gebied vlak bij het station
ligt. Men heeft al gehoord dat de Nederlandse Spoorwe
gen niet van plan is veranderingen in de bestaande situa
tie te brengen en dat er plannen bestaat om er een bus
station te vestigen, Samenvattend kan men dus stellen,
dat het bedoelde gebied een geschikte plaats is voor een
citycentrum. De fractie van de P. v.d. A. zal haar steun
dus wel aan dit voorstel geven,
De heer OLDENBOOM meent dat het in het onderhavige
bestemmingsplan gaat om twee afzonderlijke zaken, die
om redenen van efficiency bij elkaar zijn genomen.
Naar de mening van de Protestant-Christelijke fractie
dient het Soestereng-Park niet een oase van stilte te wor
den Het dient een stuk recreatiemogelijkheid te bieden
voor die Soestenaars die geen tuintjes hebben.
Wanneer men de noodzaak van een cityplan ontkent met
als argument dat zo'n plan de winkelstand in Soest te
kort zal doen, doet men op een merkwaardige manier de
wetenschap inzake het middenstandswezen geweld aan.
Er bestaat ten aanzien van winkels een hiërarchische op
bouw van voorzieningen. Dit is al vele malen uiteengezet
in informele raadsbijeenkomsten, Ieder raadslid moet
daarvan zo langzamerhand op de hoogte zijn. Men heeft
kleine winkelcentra, grotere wijkcentra, er is een city.
Wat hier als city bedoeld is, is weer iets anders dan regio
nale winkels. Al deze voorzieningen zijn nodig voor de
burgerij. Het is dus volkomen onzin dat met het cityplan
de plaatselijke buurtcentra afbreuk zou worden gedaan.
Een vergelijking met een gevestigd grootwinkelbedrijf is
niet alleen casuïstiek onjuist, maar zelfs geheel mis
plaatst. De fractie is dan ook van mening dat het bijzon
der nuttig is, om tot een snelle - en dit woord wil spre
ker onderstrepen - realisering van dit plan over te gaan.
De bewoners uit het Soesterveen, dat ook is opgezet als
integrerend onderdeel van een geheel uitbreidingsplan,
heeft gewoon behoefte aan het bedoelde centrum.