De wethouder mevrouw WALTER VAN DER TOGT
merkt op dat de Kroon een uitspraak heeft gedaan in
een soortgelijk geval, Daarbij had de raad besloten
de bouwvergunning wel te verlenen. Burgemeester en
wethouders zijn daartegen bij de Kroon in beroep ge
gaan De Kroon heeft het besluit van de raad vernie
tigd, op grond van het feit dat er redenen waren om
aan te nemen dat hetgeen waarvoor de bouwvergun
ning was aangevraagd niet als zodanig gebruikt zou
worden.
Het college is er op dit moment van overtuigd dat de
veeschuur voor iets anders gebruikt zal worden. Dat
heeft de betrokkene spreekster zelf verteld.
De heer DE GROOTElke situatie is natuurlijk an
ders, Maar ik ben er van overtuigd, dat wanneer de
raad uw voorstel aanvaardt en de betrokkene gaat in
beroep bij de Kroon, de Kroon een beslissing zal ne
men ten gunste van de heer De Groot,
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen, waarbij wordt aangetekend dat de leden
van de fractie van Binding Rechts geacht wensen te
worden te hebben tegengestemd,
107 Voorstel tot het aangaan van een nieuwe straatver
lichtingsovereenkomst met de P.U.E.M. N V,
De heer EBBERS vraagt naar aanleiding van dit voor
stel, hoever het staat met de plannen voor de verkabe-
ling in de Gen Winkelmanstraat,
De VOORZITTER merkt op dat deze vraag zo ver
buiten de orde gaat, dat de wethouder - naar deze hem
heeft medegedeeld er geen antwoord op kan geven.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen
108 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor het aanschaffen van een nieuwe aardrijkskunde-
en geschiedenismethode ten behoeve van de openbare
school voor g 1 o, te Soest-Centrum, alsmede voor het
aanschaffen van een muziekinstrumentarium ten be
hoeve van de openbare school voor g.l.o te Soester-
berg.
109 Voorstel tot het afwijzen van een verzoek van me
vrouw A Astrego-Castelijn, alhier, om een vergoe
ding ingevolge de schadevergoedingsverordening
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
110 Voorstel tot het verlenen van ontheffing van artikel 1
van de Zoneverordening Hinderwet" ten behoeve
van het uitbreiden en wijzigen van een timmerwerk
plaats op/in het perceel Schoutenkampweg 50 te
Soest,
De heer DE GROOT merkt op dat blijkens het voor
stel van het college de N V. Soester Bouwmij. bij
brief van 6 februari 1970 heeft verzocht om onthef
fing van het bepaalde in artikel 1 van de „Zoneveror
dening Hinderwet" Maar uit de voor de raadsleden
ter inzage gelegen hebbende correspondentie blijkt,
dat deze zelfde bouwmaatschappij, reeds op 8 okto
ber 1969 een brief aan het college heeft gericht met
een soortgelijk verzoek Spreker begrijpt niet waarom
dit nooit aan de raad is voorgelegd Hij neemt aan dat
het desbetreffende verzoek op advies van het college
door de betrokken maatschappij is ingetrokken.
Hij heeft contact opgenomen met de betrokken maat
schappij en zich ter plaatse op de hoogte gesteld. Het
is hem daarbij gebleken dat deze maatschappij ernstig
gedupeerd is door het feit, dat niet aan de eerste aan
vrage is voldaan
In eerste instantie was aangevraagd een totaal motor
vermogen van 25 pk. Spreker neemt aan dat vanwege
het college een zekere beïnvloeding heeft plaatsgevon
den, waardoor de betrokkene de oorspronkelijke aan
vrage heeft ingetrokken. Z.i. ware het beter geweest
om het oorspronkelijke verzoek aan de raad door te
geven, zodat deze een beslissing had kunnen nemen in
eerste instantie. Naar zijn oordeel had het eerste ver
zoek beslist niet onaanvaardbaar behoeven te zijn. Het
is hem gebleken dat de thans gedachte situatie veel
meer gevaar oplevert voor de mensen in het bedrijf
dan het geval zou zijn bij inwilliging van de oorspron
kelijke aanvrage, Nu moeten namelijk verschillende
machines worden verplaatst om aangesloten te worden
op een motor. Uit een oogpunt van veiligheid is het be
ter wanneer elke machine een eigen aandrijfinrichting
heeft. Daardoor neemt het totale motorvermogen wel
iswaar toe, maar het zal nooit in zijn geheel in gebruik
zijn. De situatie die nu in het bedrijf ontstaat, heeft
maar ternauwernood de goedkeuring van de arbeidsin
spectie verkregen. Ook de deskundigen betreuren het
dat niet aan de eerste aanvraag is kunnen worden te
gemoet gekomen.
Op grond van een en ander gelooft spreker dat het
goed zou zijn dit punt aan te houden om alsnog de oor
spronkelijke aanvraag aan de raad voor te leggen, met
zo mogelijk een deskundige toelichting daarop.
Mevrouw ORANJE-ENTINK zegt juist erg blij te zijn,
dat het oorspronkelijke verzoek niet is doorgegaan.
Zij heeft vernomen dat de bewoners in de omgeving
bijzonder geschrokken zijn van de vergroting van dit
bedrijf. Deze mensen hadden gedacht dat ze in een heel
rustige buurt zouden kunnen blijven wonen. Ze wer
den opgeschrikt door het bericht dat aan het onderha
vige bedrijf uitbreiding zou worden gegeven.
Het college schrijft dat het aan de hinderwetvergun
ning de nodige voorwaarden zal verbinden ter voorko
ming van gevaar, schade of hinder. Spreekster hoopt
dat daaronder ook zal vallen het voorkomen van la
waai. Wanneer men denkt in een rustige buurt te kun
nen blijven wonen en men krijgt dan het geluid van
cirkelzagen e.d., dan is dat toch niet zo aangenaam.
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
zegt dat het onderhavige bedrijf inderdaad een aanvra
ge heeft ingediend om het motorvermogen te kunnen
vergroten tot 25 pk. Deze capaciteit zou dan verdeeld
worden over een cirkelzaag, een freesmachine enz.
Het betreft afzonderlijke apparaturen die ieder afzon
derlijk door een man bediend kunnen worden, Het ge
vaar was dus aanwezig dat drie, vier van die apparaten
tegelijk in werking zouden zijn. Het college meende
de raad te moeten voorstellen deze aanvrage te weige
ren, in verband met de hinder die voor de omgeving
zou ontstaan. Toen de betrokkene spreekster opbelde,
heeft zij hem dit medegedeeld. Hij heeft daarop geant
woord.' Dan neem ik mijn aanvrage terug; dan kan ik
net zo goed met een combinatiebank werken en dan
kom ik maar aan 15 pk, terwijl dan niet het gevaar is
te duchten dat verschillende machines tegelijk draaien.
Aan de vrees voor de bewoners in de omgeving kan
worden tegemoet gekomen door in de hinderwetver
gunning voorwaarden op te nemen ten aanzien van het
gesloten houden van deuren, ramen e.d. De cirkelzaag
waarvoor men zo bevreesd is, is toevallig het enige dat
het betrokken bedrijf altijd heeft gehad.Wat dat betreft
blijft de situatie dus gelijk.
Het college meent deze zaak plezierig behandeld te heb
ben, De betrokkene was blij dat zijn oorspronkelijk
verzoek niet in de raad is gekomen om afgewezen te
worden. Bovendien: Burgemeester en wethouders vor-
78