budgettering en kredietbewaking.
Uitdrukkelijk zondert spreker van het begrip „richt
lijnen" uit de afzonderlijke investeringen, zoals die in
grote hoeveelheden in de nota om elkaar heen tui
melen en de prioriteiten der afzonderlijke investerin
gen. Deze kwesties zijn nu niet aan de orde. Daarover
zal elke fractie zich in de komende tijd moeten uit
spreken.
Zoals gebruikelijk bij een prognose liggen aan de nota
vele veronderstellingen ten grondslag, zoals:
a. de bevolkingsgroei van Soest;
b. het uitkeringsbeleid van de hogere overheid;
c. het belastingbeleid van de gemeente Soest;
d. de prijsontwikkelingen in het algemeen;
e. de „spaarquote" van de gemeente Soest.
Met „spaarquote" zij dan aangeduid een van de cen
trale punten, nl, de beroemde 21% van de extra mid
delen die de gemeente volgens deze nota in de afge
lopen vijfjaar heeft gereserveerd om de lasten die
voortvloeien uit nieuwe investeringen te kunnen beta
len.
Al deze veronderstellingen, dus ook de nota, verte
genwoordigen de huidige stand van kennis bij burge
meester en wethouders en bij het ambtelijk apparaat.
Of deze veronderstellingen zullen uitkomen, zal de
tijd wel leren, dit mag evenwel geen reden zijn om het
stuk als een lachertje of iets in die geest te beschou
wen. Daar is het bepaald te goed voor opgezet en
daarvoor betreft het ook een te ernstige materie.
De prijsontwikkeling van bouwwerken - en over deze
materie gaat deze nota in hoofdzaak; of het nu scho
len, het stadhuis, gebouw voor politie en brandweer of
wegen betreft, doet er niet toe - is in het algemeen
veel sterker dan de algemene geldontwaarding. De uit
schakeling van het element der algemene geldontwaar
ding in het stuk - wat op zichzelf niet zo gek is - be
tekent dus niet dat er automatisch dekking is voor de
sterkere prijsontwikkeling in de sector van de bouw
werken.
Er is eigenlijk geen of nauwelijks ruimte voor nieuwe,
opkomende wensen. Als men zich vijftien jaar terug
verplaatst, dan zou men misschien de helft of wellicht
twee derde hebben kunnen verzinnen van hetgeen er
nu allemaal op de lijst staat, Over vijftien jaar, wel
licht over vijfjaar al, zal dit wel net zo het geval zijn.
Dit betekent dat er een flinke ruimte in de nota moet
zitten, ruimte die niet, althans nu nog niet, gebruikt
wordt. Misschien dat er in de post „diversen" iets zit
of dat er iets weggemoffeld is, Spreker bedoelt dit
laatste niet denigrerend, maar in de zin dat er schat
tingen zijn gemaakt, die ruimte laten. Maar evident
veel ruimte zit er in de nota niet. Hij vreest derhalve
een wat langere looptijd van vijftien jaar. Gemakshal
ve rekent hij met twintig jaar. Dan wordt de zaak er
niet plezieriger op, maar wel iets realistischer.
Er wordt in de nota zonder meer uitgegaan van een
bepaalde bevolkingsgroei Het zou echter best kunnen
zijn dat de bevolkingsgroei nu net de sleutel is tot de
oplossing van de investeringsmogelijkheden. Een an
dere bevolkingsgroei - een sterkere of minder sterke -
zou voor het geheel voor de toekomstige inwoners
van Soest wel eens een financieel beter effect kunnen
hebben. Dit punt zal in de komende tijd nog wel eens
ter sprake moeten komen
De „spaarquote" is ontleend aan het recente verleden.
Recent zijn is in deze soort van zaken in het algemeen
een deugd, maar deze „spaarquote" is niet zonder
meer maatgevend voor de toekomst te achten. Ook
over dit aspect zal de raad het nog moeten hebben.
Spreker heeft gemist het beslag dat de verschillende
investeringen zullen leggen op de gewone dienst. Hij
gebruikt, hoewel dit niet helemaal juist is, de term
„gewone dienst" voor alle andere zaken dan kapitaal-
lasten. Met andere woorden, er is niet aangegeven of
voor alle investeringen, teruggerekend dat zij een
maal zijn gedaan, ook inderdaad de 21-79 verhouding
zal gelden; evenmin is aangegeven voor welke investe
ringen deze verhouding niet zal gelden. De ene inves
tering kan de exploitatiebegroting van de gemeente
immers veel zwaarder belasten dan een andere, even
grote investering. Daarmede heeft men rekening te
houden en dit kan mede een criterium zijn om zo
iets te entameren.
Sedert de vorige versie - van december 1970 - zijn nog
al wat wijzigingen in de nota gebracht die niet alle
maal zijn toegelicht. Een voorbeeld: de Engweg wordt
f 2 miljoen duurder geraamd en zelfs f 5 miljoen duur
der dan ongeveer een jaar geleden, Aan de weg is nog
niet eens begonnen. Waar moet dit heen? Tenslotte
heeft spreker nog enkele vragen:
1. Wat is de voor investeringen beschikbare ruimte
voor andere bevolkingsontwikkelingen, bijv. wanneer
er in 1985 10.000 inwoners meer of minder zijn dan
de (thans voorziene) ruim 62.000 zielen?
2. Wat zijn, nu deze nota er is, de mogelijkheden van
budgettering, kredietbewaking en meerjarenbegrotin
gen?
3. Zal voortaan jaarlijks rond de begrotingsbehande
lingen en ten behoeve daarvan een herziene versie van
de nota ter beschikking staan?
4. Wat zijn voor de belangrijke posten, of beter voor
de verschillende hoofdstukken de, na eventueel reali
sering der investeringen, op de gemeentebegroting
drukkende lasten, zowel in de kapitaalsfeer (hetgeen
nu bekend is) als in de overige sfeer (hetgeen de raad
nog niet weet)?
5. Kan reeds iets concreets worden medegedeeld inza
ke het op blz. 9, punt 17 (aanleg stadsautoweg over
de Eng) gestelde, dat gerekend wordt op een rijks
subsidie van:
a. 80% in de kosten van grondverwerving is
f. 6.800.000,- en
b. 50% in de aanlegkosten is f. 8750.000,-, tezamen
f.15,50 miljoen.
Dit is sprekers enige uitstapje naar een niet-algemeen
punt, maar het gaat hier ook om bijna de grootste
post in de nota.
6. Wat is de mening van het college inzake de haal
baarheid van de 21% „spaarquote"?
De VV.D,-fractie is van mening dat deze uitdaging,
deze nota, voor de raad inhoudt dat voor de komende
begrotingsbehandeling een schema van prioriteiten
wordt opgesteld. Spreker verzoekt alle andere fracties
evenzeer de bereidheid te tonen hieraan mede te wer
ken De nota bevat immers een prioriteitenschema,
zoals dat in het college is gegroeid en dat bepaald niet
dat van de raad behoeft te zijn,
Het zal duidelijk zijn dat de fractie met deze nota
gelukkig is, dat zij het voorstel om haar als richtlijn
voor het te voeren beleid te aanvaarden, steunt, even
wel niet - dat kan ook niet, maar omdat het er niet
staat, moet men dit zeggen - voor wat betreft de af
zonderlijke posten en de prioriteit van de afzonder-
104