zii b| heid van de burgers is voldoende gewaarborgd, om dat, op grond van het oude bestemmingsplan ingedien de bouwaanvragen een jaar na afkondiging van het voorbereidingsbesluit moeten worden gehonoreerd, wanneer er nog geen nieuw bestemmingsplan is. De burgerij heeft volop de gelegenheid om bezwaren in te dienen tegen nieuwe bouwplannen, Daardoor zal het gemeentebestuur ook op de hoogte komen van hetgeen er leeft bij de burgerij ten aanzien van dat on derdeel van het nieuwe plan. Wanneer de bezwaren ge grond zijn, dan wordt er geen bouwvergunning ver leend. De Wet op de Ruimtelijke Ordening staat ook verlen ging van voorbereidingsbesluiten toe. Daaruit blijkt dat ook de wet erkent dat het in bepaalde gevallen onmogelijk kan zijn een bestemmingsplan in een jaar klaar te krijgen. Zeker in een tijd dat alle bestemmings plannen moeten worden herzien is het begrijpelijk dat niet alle plannen binnen een jaar gereed zijn. De heer VAN EE vreest dat zijn bedoelingen niet goed zijn overgekomen. Hij heeft in eerste instantie niet gezegd dat zijn fractie tegen het voorgestelde is. Hij heeft gezegd dat er van de voorgestelde maatregel slechts bij uitzondering gebruik moet worden gemaakt en dat er geen misbruik van een dergelijke maatregel mag worden gemaakt. In eerste instantie heeft hij gevraagd, wanneer de nieuwe bestemmingsplannen tegemoet kunnen wor den gezien. Wanneer zullen deze plannen ter visie worden gelegd? De heer Van Poppelen is een pad ingeschoten van een probleem dat helemaal niet aan de orde is. Dat pad is spreker niet ingegaan. De heer VAN POPPELEN zegt uit zijn slof te zijn ge schoten, omdat de heer Van Ee twee stellingen heeft geponeerd, nh a) de fractie is van de, in het voorstel genoemde, voorbereidingsbesluiten niet in kennis ge steld (deze stelling is pertinent onjuist, ook de V.V.D.- fractie dient op de hoogte te zijn van deze voorberei dingsbesluiten) en b) de burgerij van Soest is door mid del van de pers op de hoogte gebracht van een aantal door het college te nemen misleidende maatregelen. Spreker heeft gemeend deze beide stellingen te moe ten aanvechten. Gezien de grote misverstanden die er bestaan, ver dient het aanbeveling dat de voorlichtingsambtenaar ruime voorlichting geeft over de bedoelingen van de artikelen 19, 20 en 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Op deze wijze kan een stuk ongerustheid worden weggenomen. De heer VAN EE meent dat de heer Van Poppelen slechts naar een enkel geval kijkt. Bovendien legt de heer Van Poppelen spreker woorden in de mond die hij beslist niet heeft gezegd. Hij heeft gezegd dat de raadsleden in het algemeen niet van alle plannen op de hoogte zijn. Men zij er bijv. op gewezen dat enkele da gen geleden door middel van een officiële bekendma king het een en ander is medegedeeld over een nieuw plan in Amersfoort. Men zou mogen veronderstellen dat de commissieleden dat nieuwe plan reeds hebben gezien, maar dat is niet het geval. Daaruit blijkt dat de raad niet vooraf op de hoogte is gesteld. De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT zegt dat zij niet alle plannen precies op een rijtje heeft staan, maar zoals bekend is het plan voor Soest- Zuid zo goed als klaar, terwijl het college hoopt ande re plannen - 't Hart, Soestdijk, landelijk gebied - dit jaar ter visie te kunnen leggen. Ook het plan-Lange Brinkweg is in voorbereiding. Het is dwaasheid om te veronderstellen, dat het colle ge misbruik zou maken van een voorbereidingsbesluit, door na aanneming van het voorbereidingsbesluit geen bestemmingsplan voor te bereiden. Er liggen wel dege lijk ontwerp-plannen, maar op het ogenblik is het ma ken van voorschriften geen sinecure. De heer Van Poppelen, die om voorlichting heeft ge vraagd, zij gewezen op het feit dat er onlangs een bro chure is verschenen over de ruimtelijke ordening. Spreekster weet niet precies of de artikelen 19, 20 en 21 in deze brochure worden genoemd.Het lijkt echter zinvol dat in de pers de bedoelingen van genoemde ar tikelen duidelijk worden gemaakt. Overigens, ook de Wet op de Ruimtelijke Ordening is in de boekhandel te koop, terwijl de burger wordt geacht de wet te ken nen. De heer VAN EE verheugt zich over het feit dat me vrouw Walter heeft toegezegd dat de raad op korte termijn - nog voor het einde van het jaar - een aantal belangrijke bestemmingsplannen tegemoet kan zien. De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Binnen het jaar. De heer VAN EE: U hebt met betrekking tot een aantal belangrijke bestemmingsplannen gezegd „voor het einde van dit jaar". Heb ik de wethouder wellicht verkeerd begrepen? De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Ik bedoel binnen het jaar van het te nemen voorberei dingsbesluit. De heer VAN EE: Ik zal te zijner tijd graag in de no tulen lezen wat de wethouder precies heeft gezegd. De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Binnen het jaar klopt ook voor een aantal plannen. De heer VAN EE: Wanneer u zegt voor het einde van dit jaar, dan ben ik volledig tevreden. De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Dat klopt voor een aantal plannen. De heer VAN EE: Dat zeg ik ook, voor een aantal be langrijke plannen. Op grond van deze toezegging heb ben wij geen behoefte aan stemming over de verschil lende onderdelen. De VOORZITTER zegt een waarschuwende vinger te willen opsteken, De procedure met betrekking tot enkele bestemmingsplannen is achter de rug. Geble ken is dat men in Soest meende, dat er onvoldoende gegevens waren verstrekt. Daaruit blijkt, dat het aan beveling verdient dat het college niet onder druk moet worden gezet, waardoor het op een onverant woorde manier te snel met plannen moet komen. De moeilijkheden zullen in dat geval in een veel later stadium komen. Het klaarmaken van bestemmings plannen heeft tijd nodig. Het is onmogelijk dergelijke plannen in een kort tijdsbestek gereed te maken. Mevrouw Walter heeft voor het jaar 1971 wat toege zegd. Te hopen zij, dat deze toezegging kan worden gehonoreerd. Soest is groot. De gemeente beschikt over een heel uitgestrekt grondgebied met een zeer verspreide bebouwing en een verschillende problema tiek in de diverse delen. Wanneer men werkelijk goe de plannen wil hebben, dan is het niet mogelijk deze plannen snel gereed te maken. Bovendien zullen er, door de snelle ontwikkeling, al werkende weer wijzi gingen optreden. Goede bestemmingsplannen, die iets langer op zich laten wachten, zijn beter dan haas tig in elkaar getimmerde plannen van geringere kwali teit. 120 He gei Hi, Na aai 197 Vc in be rei be str De ste wa str de ne da da In co be de zal wa Dt ze; BL Zr ne fe< he ste He ge 198 Vc nii 199 Ve vo bu tei 200 V< vo m: 201 V< dc aa de en Pr 202 V. vc lei 203 Vi Ni so Di ct D de Vast der j De s

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 121