tijd het aantasten van de rechten van anderen. Wanneer
men in een woonbuurt woont en weet, dat er een
woonbestemming ligt, dan zal men er over het alge
meen niet voor zijn, dat zich daar een bedrijf gaat ves
tigen of uitbreiden Als dit wel zou gebeuren, zouden
de andere mensen er recht op hebben, om daartegen
bezwaar te maken. Zij zouden dit waarschijnlijk ook
gaan doen. En dan zou de gemeente deze bezwaren
niet kunnen weerleggen door op te merken, dat ge
handeld is naar objectieve maatstaven, omdat het dui
delijk is dat de oorspronkelijke bestemming niet meer
te handhaven is. Ten aanzien van de grond langs de
Lange Brinkweg is het duidelijk, dat de voorlopige
agrarische bestemming niet in een definitieve agrari
sche bestemming kon worden omgezet, omdat er een
langzame ontwikkeling plaatsvindt in de richting van
meer woonbebouwing en minder agrarische bestem
ming. In het onderhavige geval is dit echter helemaal
niet het geval. Voor dit gebied is er een duidelijke
grens op de kaart: tot zover winkels en café's toege
staan en vanaf deze grens woonbestemming. Als dit
niet wordt gehandhaafd, wordt juist onduidelijkheid
geschapen. Het is veel beter om duidelijk op het stand
punt te blijven staan: daar ligt de grens en daaraan
houdt het gemeentebestuur vast, dan om te zeggen:
Daar ligt de grens, maar hier gaan wij er eventjes over
heen. Dan is er een willekeurig beleid en dan zullen
de verwijten terecht bij het college komen.
De heer STORIMANS zegt, dat hij het met het betoog
van het college helemaal eens is. Hij blijft er echter
bij, dat er ten aanzien van het onderhavige punt toch
verwarring ontstaat. Inderdaad moet een bestemmings
plan zoveel mogelijk worden nageleefd. Spreker kan
dus het standpunt van het college onderschrijven dat
de betrokkene geen vergunning krijgt, om op het be
wuste stuk grond dat voor woonbestemming is aan
gewezen, een garage te bouwen. Maar het is toch te
begrijpen dat als in hetzelfde bestemmingsplan een
verkooplokaal oogluikend wordt getolereerd men
zich afvraagt: Waarom deze garage dan niet? Langs
de Amersfoortseweg speelde hetzelfde. Ook daar
werd gevraagd: Waarom ik niet en hij wel? Natuurlijk,
een bestemmingsplan is een bestemmingsplan, maar
er zijn altijd gladde mensen die er tussendoor zwabbe
ren en die rustig blijven zitten Dan zal harder moe
ten worden opgetreden, zodat verwarring wordt voor
komen. Wanneer men bij spreker langs de weg aan een
garagehouder geen vergunning geeft om een compres
sor neer te zetten, waardoor de man zijn bedrijf niet
meer kan uitoefenen, maar men staat oogluikend toe
dat een ander in een caravannetje, want dan staat
het geval op wielen, wel een compressor neerzet en be
nut, dan kan de burgerij dit maar moeilijk begrijpen.
De een vraagt het netjes aan: afgewezen. De ander
zegt: Helemaal niets mee te maken, ik ken de mazen
van de wet. Dat is sprekers probleem en daarmede
worden andere raadsleden ook wel eens geconfron
teerd. Daaraan kan men zo weinig doen, omdat men
de tijd niet heeft om er weken achteraan te trekken,
om te zien hoe men dit zal oplossen. Het rechtsgevoel
komt tegen dit soort van zaken in opstand. Het colle
ge heeft daarmede ook te maken gehad. Het is een
keer zo goed geweest om iemand toe te staan om twee
paardjes te houden. Binnen de kortste tijd was het
een manége. Wanneer iemand anders een vergunning
aanvraagt, krijgt hij deze niet meer. Hoe lost de ge
meenteraad deze soort van zaken nu op?
De VOORZITTER zegt, dat het college ook ter ore is
gekomen, dat er in het bedoelde gebied een verkoop
lokaal was. De betrokkene is aangeschreven om ermee
uit te scheiden Hij heeft echter ontkend dat het een
verkooplokaal was, het zou een opslagruimte zijn.
Blijkt het inderdaad een verkooplokaal te zijn, dan
kan het college optreden. Tot nu toe zijn de aanwijzin
gen echter nog niet voorhanden dat het inderdaad
om een verkooplokaal gaat.
Mevrouw ALTING-AMBROSIUS weet, dat de politie
eens op een avond om tien uur is gebeld, om te ko
men constateren dat er verkocht werd, maar de poli
tie weigerde te verschijnen. Wanneer de politie niet
medewerkt, hoe kan dan bewezen worden dat er ver
kocht wordt?
De VOORZITTER zegt, dat hij op het door mevrouw
Alting gestelde niet direct antwoord kan geven, De
politie heeft 's avonds om tien uur wel eens iets anders
te doen dan te kijken of er in een lokaal verkocht
wordt. Hij zou precies moeten weten wat er op die
avond politieel in de gemeente aan de hand was. De
verkoop zal ook wel vaker moeten plaatsvinden dan
één keer. De klacht zou dus moeten zijn, dat er voort
durend mensen komen en dat de buren er last van
hebben, Dit kan niet bewezen worden, wanneer er
één keer eens wat wordt verkocht Indien men een
stukje uit zijn huis verkoopt, is dit huis niet opeens
een verkooplokaal geworden. Het gaat hier om een
opslagplaats; maar het wordt in de gaten gehouden.
Wanneer het duidelijk is dat er inderdaad wordt ver
kocht, zal er opgetreden worden, omdat dit gebruik in
strijd is met het bestemmingsplan,
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Verdeling door loting van de raad in 2 afdelingen in
verband met behandeling begroting 1972.
De loting heeft tot resultaat dat tot de eerste afdeling
behoren: Wethouder Dijkstra, de heren Blaauw, Van
Ee, Geerlings, Grift, Jonker, Levinga, Oldenboom,
Van Poppelen, Smit, Storimans en Verheus.
Tot de tweede afdeling behoren: Wethouder De Haan,
mevrouw Alting-Ambrosius, mevrouw Korthuis-
Elion, mevrouw Oranje-Entink, mevrouw Walma van
der Molen-De Vries, de heren De Groot, Hoekstra,
Korte, Van Logtenstein, Pieren en Smits.
De VOORZITTER deelt mede, dat - behoudens het
geval dat de begroting niet op tijd van de drukker te
rug is - de eerste afdeling op 25 oktober en de tweede
afdeling op 27 oktober zal vergaderen. De raad zal dan
op maandag 22 november 's avonds de algemene be
schouwingen houden, waarna op woensdag 24 novem
ber de gehele dag aan de begroting zal worden gewijd.
222 Voorstel tot benoeming lid college voor de verlening
van bijstand.
De VOORZITTER verzoekt de heren Blaauw en Ver-
heus met hem het stembureau te vormen.
Uitgebracht zijn 22 stemmen, waarvan 19 op de
heer A.W. de Boer en 3 op de heer A Polderman, zodat
de heer De Boer is benoemd,
223 Voorstel tot het benoemen van de heer H.J. Stroband
tot lid van het bestuur van de Stichting Soester Na
tuurbad,
Uitgebracht zijn 22 stemmen, waarvan 22 op de heer
H.J. Stroband, zodat deze met algemene stemmen is
benoemd.
De VOORZITTER dankt de heren Blaauw en Ver-
heus voor de door hen verrichte werkzaamheden.
132