kelijk moeilijk is te weten, wat men onder milieuver
vuiling moet verstaan Dat het een moeilijk probleem
is, houdt niet in dat men daarover zijn mond moet
houden. Het houdt wel in, dat men met bijzonder
veel aandacht de zaken moet volgen, In een land
waar men gemiddeld met 389 mensen op een vierkan
te kilometer woont, is het milieu bijzonder kwets
baar. Te dien aanzien dient men dus voorzichtig te
werk te gaan; men dient er ook geen onzin over te
vertellen. Alle gedebiteerde onzin op dit gebied heeft
nl. een averechts effect, Daardoor worden degenen
die het milieu willen beschermen, argumenten uit de
vingers geslagen. Kreten als ,,het aantal onbekende
stoffen wordt iedere dag groter", dat ene Van der Lek
schijnt geschreven te hebben in een artikel dat me
vrouw Walma van der Molen bij wijze van filibuster
heeft voorgelezen - spreker hoopt dat dit voorbeeld
geen opgang zal maken, omdat daardoor het einde
van de raadsvergaderingen toch wel erg laat wordt
voor mensen die de volgende dag weer moeten wer
ken - zijn een verschrikkelijke onzin. Het gaat er om,
dat het aantal onbekende stoffen dat per jaar uit
komt, ieder jaar kleiner wordt. Ieder jaar worden zij
ook duurder. De toxicologische proeven worden
ieder jaar zwaarder Men heeft er geen idee van, wat
voor proefnemingen en hoeveel jaren aan het open
baar maken van een chemische stof of een chemisch
produkt voorafgaan De stoffen die er op het ogenblik
bijkomen, zijn een meetkundige reeks veiliger dan
stoffen die vroeger op de markt kwamen Als op dit
moment het normale aspirientje, waarvan velen van
de raadsleden er ongetwijfeld veel zullen slikken, op
de markt kwam, zou het uitsluitend als een bij de
apotheker verkrijgbaar geneesmiddel worden aange
merkt.
Waarschijnlijk zou het nog niet eens in ons land wor
den geregistreerd, omdat de werking ervan zo bijzon
der onveilig is. Geneesmiddelen, plantenziektenbe-
strijdingsmiddelen als fungiciden en herbiciden en hoe
zij ook alle mogen heten spreker heeft hiervan ook
wel een beetje verstand, hoewel hij geen boer is en
geen chemicus - worden op het ogenblik bijzonder
grondig bekeken, Middelen die snel afbreken, zijn
geen kwalijke zaken Ieder chemisch middel dat snel
in elementen uiteenvalt, dat niet toxisch niet wezens
vreemd meer is aan het milieu, kan men in ongelimi
teerde kwantiteiten gebruiken, mits zij op dat mo
ment niet door mensen of kindertjes worden opgege
ten, Men kan natuurlijk stellen, dat men ,,rousseau-en"
wil. Rousseau heeft de weg terug naar de natuur gepre
dikt in een Parijs, dat toen ook al ver van de natuur
afstond, Met 389 inwoners per vierkante kilometer is
een stelling als die van Rousseau onzin. Dit kan niet
meer. Bovendien is Nederland al zover van de oor
spronkelijke natuur af, dat het niet eens meer mogelijk
is, hier een evenwicht tot stand te brengen, dat zonder
mensen of met tien mensen per vierkante kilometer
is voorgekomen, Wanneer men in een vroeger milieu
zou leven, zou men bij Abcoude nog een prachtig bos
vinden. Op het ogenblik ligt het midden in het weiland,
dat men ook natuur noemt, In feite is het een door
mensenhanden geschapen situatie Deze hebben het
aanvankelijke evenwicht verstoord en een ander even
wicht tot stand gebracht. Men kan eenvoudig niet
meer leven zonder de voortbrengselen van de industrie
en met name van de chemische industrie. Het is nut
tig met nadruk te stellen, dat de chemische industrieën
produkten voortbrengen die ieder wenst en die ieder
nodig heeft.
Spreker is wel gelukkig met het antwoord, zoals het
college dit in de concept-brief heeft geformuleerd.
Het is een evenwichtig antwoord ten aanzien van een
toch wel bijzonder moeilijke materie. Terecht wordt
gesteld dat het gebruik van chemische middelen zal
worden beperkt. Het is ook juist dat er van de bedoel
de middelen gebruik wordt gemaakt, omdat men er
niet buiten kan. Het struikelen over graspollen door
de oudere mensen is ook niet zo'n aanlokkelijk voor
uitzicht, Men kan dan wel zeggen dat men deze men
sen gratis e.h.b.o.-wagens nastuurt, maar dit wordt dan
wel erg duur.
Met alle waardering voor het schrijven van de heer
De Hoog, die vanuit een eenzijdig en ongenuanceerd
standpunt een bepaalde druk heeft uitgeoefend,
meent spreker dat men als gemeentebestuurder moet
antwoorden, zoals in de concept-brief is aangegeven.
De heer PIEREN merkt op, dat in zijn fractie helaas
geen chemisch deskundige zit. Toen de fractie de on
derhavige zaak besprak, heeft zij ook uitvoerig stilge
staan bij een onlangs uitgezonden radioprogramma
van „Weer of geen weer", waarin een bioloog het be
spuiten en bestrijden van bepaald onkruid wel dege
lijk goedkeurde. De fractie sluit zich volkomen aan
bij hetgeen de heer Van Poppelen naar voren heeft
gebracht Deze heeft gezegd, dat hij de concept-brief
graag nog met enige punten zou zien aangevuld,
maar hij heeft niet aangegeven hoe. Spreker heeft be
grepen, dat hij dit speciaal heeft gedaan naar aan
leiding van een rood boekje. Alles wat rood is, is
natuurlijk goed. Op grond daarvan en gelet op de
discussies, zou spreker willen voorstellen om het on
derhavige punt aan te houden en het terug te verwij
zen naar de commissie voor openbare werken en de
commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan - de laatste
commissie heeft ook wel met bepaalde zaken ten aan
zien van grond, bermen enz. te maken -, om de gehe
le zaak nog eens te kunnen doorpraten.
De heer LEVINGA deelt de heer Oldenboom mede,
dat drs. Van der Lek een zeer deskundig bioloog is,
die van de onderhavige zaak een uitgebreide studie
heeft gemaakt en daarover met kennis van zaken kan
spreken.
In een zeer naburige gemeente wordt gedurende een
jaar niet gespoten. Dit is een proefneming. Het lijkt
interessant om de resultaten daarvan in de gaten te
houden.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
zegt, dat reeds duidelijk is geworden dat het om een
complex van problemen gaat. Geen boer, geen chemi
cus, geen bioloog en geen econoom zijnde, zou zij het
gevaar niet willen lopen om - hetgeen gebeuren zou
als zij een mening ter zake naar voren bracht - onzin
te vertellen. Wanneer een probleem als het onderhavi
ge de gehele wereld op dit moment zo bezighoudt,
dan kan het wel niet anders of het laat de gemeentebe
sturen ook niet ongemoeid. Dat dit ook met het ge
meentebestuur van Soest het geval is, blijkt toch wel
uit de concept-brief. Spreekster wil op vele gemaakte
opmerkingen niet ingaan, omdat het een deskundig
heid veronderstelt, die zij niet bezit. Zij heeft de in
druk dat de mensen die bij de gemeente op dit punt
wel deskundig zijn, aan het probleem de nodige aan
dacht besteden. Dit komt tot uiting in de samenvat
ting van de concept-brief; daarin wordt gesteld dat
het bespuiten met chemische middelen beperkt blijft
tot plaatsen waar dit echt nodig is.