Ja.
De heer VAN EE zegt, dat dit natuurlijk geen ant
woord is.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Toch wel.
De heer VAN EE wil refereren aan het gesprek van
de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan met de
directeur van Intertuft, waarin deze duidelijk naar vo
ren heeft laten komen, dat op het onderhavige terrein
geen produktiebedrijven zullen komen, maar opslag
ruimte en dergelijke.
De heer VAN POPPELEN zegt, dat hij geen betoog
heeft gehouden. Hij heeft alleen gevraagd om een be
vestiging dat er op het onderhavige terrein geen voor
de omgeving hinderlijke industrie zal komen.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT:
De VOORZITTER zegt, dat in de onderhandelingen
met Intertuft de door de heer Van Poppelen te berde
gebrachte kwestie niet ter sprake is gekomen. Het is
nu een nieuw element, waarover wel met Intertuft
moet worden gesproken. Intertuft zal duidelijk moe
ten worden gemaakt dat de door de heer Van Poppe
len geuite wens inderdaad naar voren is gekomen. In
het koopcontract zal er ten aanzien van deze kwestie
iets moeten worden opgenomen. Hoe het college dit
wil formuleren, zal de raad dan maar aan het college
moeten overlaten. In het contract zal iets concreters
dan de term „schone industrie" moeten worden vast
gelegd, ten einde het gemeentebestuur een houvast te
geven.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
232 Voorstel tot het weigeren van ontheffing van artikel 1
van de „Zoneverordening Hinderwet", inzake het op
richten, in werking brengen en in werking houden
van een las- en snij-inrichting op/in het perceel Bos
straat 90 te Soest.
Het voorstel wordt zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
233 Voorstel tot het aanvaarden van een aan de gemeente
Soest geschonken schilderij van een landschap in
Soest.
De heer SMIT zegt, dat in de raadsstukken de naam
van de schenkster wel wordt vermeld, maar dat deze
naar buiten niet bekend is geworden. Hij verzoekt het
college om de pers alsnog over de naam van de
schenkster in te lichten.
De VOORZITTER zegt, dat het college graag aan het
verzoek van de heer Smit wil voldoen.
Het gemeentebestuur spreekt zijn grote erkentelijkheid
uit voor de bijzonder aardige geste, waarmee de
schenkster van het schilderij het gemeentebestuur
heeft bedacht. Het college zal een waardige plaats aan
het geschenk geven.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
234 Voorstel tot het beschikbaar stellen van gelden voor
het organiseren van sportinstuiven door de Stichting
Lichamelijke Opvoeding en Sport Soest.
Dit punt wordt aangehouden.
235 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
ten behoeve van het houden van een woningmarkton
derzoek.
De heer VERHEUS zegt, dat in de pers heeft gestaan
dat de betrokken minister aan gedeputeerde staten
bericht heeft gestuurd, dat er geen geld beschikbaar
zal zijn voor woningmarktonderzoek in de provin
cie. Toegespitst op de regio Eemland zal het onderha
vige onderzoek dus geen doorgang kunnen vinden.
Is dit bericht juist?
De heer VAN EE merkt op, dat over onderzoeken
als het onderhavige veel te lezen valt. Onder andere
is een artikel verschenen in het Financieel Dagblad
van 14 oktober 1971, waarin de resultaten van een
min of meer soortgelijk landelijk onderzoek zijn op
genomen. Uit dit artikel zijn interessante gegevens te
putten. Zo blijkt de vraag en het aanbod van woon
ruimte beslist niet op elkaar te zijn afgestemd. Het zijn
natuurlijk landelijke gegevens die men niet van toe
passing kan achten op het regionale vlak en waar
schijnlijk zeer zeker niet op lokaal gebied. In het Sa
menwerkingsorgaan Eemland is onlangs gesproken
over het probleem van de doorstroming. Een van de
belangrijkste conclusies was, dat het dagelijks bestuur
zal nagaan op welke wijze de doorstroming kan wor
den bevorderd.
Spreker heeft het gevoel, dat de raad zich niet alleen
akkoord moet verklaren met de uitgifte van nog weer
eens geld voor weer een onderzoek, maar dat de koe
bij de horens moet worden gevat. Bekeken zal moeten
worden wat de lokale problemen zijn op het gebied
van de huisvesting. Een directer onderzoek dan in re
gionaal verband is naar sprekers mening mogelijk. Hij
zou het college daarom willen verzoeken na te gaan,
of andere wegen niet sneller tot een duidelijker in
zicht in de lokale problemen kunnen leiden.
De heer LEVINGA zegt, dat men over de lokale pro
blemen kort kan zijn. Soest heeft dringend behoefte
aan woningen met betaalbare huren, dat wil zeggen
met huren beneden de f. 200,— per maand.
De heer PIEREN deelt mede, dat zijn fractie volle
dig akkoord gaat met het onderhavige voorstel. Jaren
geleden is bij het houden van de algemene beschou
wingen de wens naar voren gekomen een woningmarkt
onderzoek te houden. Men was toen echter nog niet
zo ver dat dit kon worden gerealiseerd. Voor het Sa
menwerkingsorgaan Eemland is inmiddels een derge
lijk rapport uitgebracht. Woningen met een huur van
beneden de f. 200,— per maand schijnen echter een
utopie te worden. Er zal alles aan gedaan moeten
worden om aan de vraag naar deze woningen te vol
doen. Bij het vervullen van deze wens zit men tege
lijk met het vraagstuk dat de heer Van Ee heeft ge
noemd, nl. met de doorstroming. De mensen die wel
willen doorstromen, hebben echter vaak een woning
met een groot woongerief. Deze mensen gaan liever
niet naar een flatwoning met een klein beetje meer
woongerief, maar met een hogere huur. Zij zitten nu
vaak in een eengezinswoning met een voor- en/of
achtertuin. Hij ondersteunt de gedachte van de heer
Van Ee om ten aanzien van de doorstroming eens te
gaan onderzoeken, desnoods door een soort van
brain-storming met elkaar, op welke manier een ver
betering in de doorstroming kan worden bewerkstel
ligd.
De heer VAN POPPELEN merkt op, dat met betrek
king tot het onderhavige punt tot nu toe alleen leden
van het Samenwerkingsorgaan Eemland - waartoe hij
ook behoort - aan het woord zijn geweest. Hij zal
daarom niet te veel uitwijden over het onderhavige
onderwerp. Er is een prachtig rapport verschenen, ge
titeld: „Woningvoorziening regio Eemland". In dit
rapport staat, dat de gemeenten Soest en Amersfoort
146