12
22 november 1971
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op maandag 22 november 1971 te
19.30 uur.
VOORZITTER de burgemeester, de heer mr. S.P. Ba
ron Bentinck.
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius,
W.A. Blaauw, L.J. Dijkstra, J.J. Ebbers, M.A. van Ee,
J.W.H. Geerlings, P. Grift, M. de Groot, K. de Haan, D. Hoek
stra, H.M. Jonker, J.C. Korte, mevrouw E. Korthuis-Elion,
K. Levinga, R.A. van Logtenstein, G.H. Oldenboom, me
vrouw P.J. Oranje-Entink, P.C. Pieren, J.R. van Poppelen,
A.H.F. Smit, J.C. Smits, P.L.J.M. Storimans, C. Verheus,
mevrouw T.R. Walma van der Molen-De Vries en mevrouw
M.C.P. Walter-Van der Togt.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor om
met gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het ge
bed door de voorzitter plaats.
De VOORZITTER stelt aan de orde:
Algemene beschouwingen van de fractievoorzitters met be
trekking tot de vaststelling van de begroting der gemeente
en die der bedrijven en tot goedkeuring van de begrotingen
van het openluchttheater en de sportstichting voor het jaar
1972.
De heer VAN EE houdt de volgende beschouwingen.
Mijnheer de voorzitter! Wij zullen onze beschouwingen
voor 1972 zoveel mogelijk groeperen rond enkele belang
rijke onderwerpen. Deze betreffen de doeleinden van het
gemeentelijk beleid op wat langere termijn dan alleen 1972,
de doelmatigheid van het gemeentelijk apparaat en het af
valprobleem in de ruimste zin des woords. Ons betoog zal
uitlopen op een aantal moties, die wij ter gelegenheid van
de begrotingsbehandeling zelve ter discussie en in stemming
willen brengen.
Voorafgaand stellen wij er prijs op, een ogenblik stil te
staan bij enkele verworvenheden van de afgelopen bestuurs
periode. Wij noemen bij wijze van voorbeeld:
de aan de bevolking uitgereikte gepopulariseerde begroting
1972, waar wij vorig jaar voor hebben gepleit;
de proeve van een investeringsnota;
de verbetering in de presentatie van de aanbiedingsnota bij
de begroting en van het verslag van het afdelingsonderzoek;
het instructiebad dat, naar wij hopen en verwachten, nog
dit jaar in gebruik zal kunnen worden genomen;
de doortrek van de Vondellaan en de bouw en beveiliging
van enkele kruispunten, als elementen in de verbetering van
onze wegenstructuur;
de gebleken intentie om te komen tot een structuurplan,
zijnde de neerslag van een beleidsvisie op langere termijn en
tevens het algemene kader voor bestemmingsplannen;
het ontstaan van enkele overkoepelende groeperingen op
het gebied van onderwijs (schoolraad), cultuur en woning
bouw;
het afronden van de besluitvorming ten aanzien van de rio
lering van de oude wijken;
het groene signaal voor het uitvoeren van het plan Klaarwa-
ter.
Dit alles en nog veel meer is bereikt onder uw leiding, waar
voor wij u bijzonder erkentelijk zijn. Wij billijken uw besluit
om in de loop van het komende jaar uw ambt neer te leg
gen. Wij spreken gaarne de hoop uit, dat zich met uw opvol
ger dezelfde vruchtbare samenwerking zal ontwikkelen, zo
wel in het contact met de raad als binnen uw college.
Tevens spreken wij onze waardering uit voor het vele werk,
dat door de ambtenaren in het afgelopen jaar is verricht,
alsmede voor de goede contacten die wij ook als raadsleden
met hen hebben gehad.
Enkele afzonderlijke onderwerpen gaan vooraf aan ons verde
re betoog. Deze betreffen het schoolzwemmen, de openbaar
heid en het jongerencentrum.
Met hetcolege zijn wij erdoor teleurgesteld, dat de wettelijke
voorschriften geen vergoedingsregeling voor instructiebaden
kennen. Het is ons evenwel te gortig, de hoge kosten verbon
den aan het schoolzwemmen geheel ten laste van de algemene
dienst te brengen. Wij zijn het dan ook eens met de suggestie
van het college de ouders een bijdrage te laten betalen, ook
al zal dat wellicht voor de desbetreffende schoolhoofden ex
tra werk meebrengen. Hoe is deze ouderbijdrage in andere
gemeenten met zo weinig mogelijk papieren rompslomp ge
regeld?
Hierbij willen wij uitgaan van de wens, dat elk kind dat van
school komt, kan zwemmen.
Het experiment om sommige commissies in het openbaar
te doen vergaderen, dient zeker gecontinueerd te worden.
Wel dienen de raadsleden en de publieke tribune wellicht
nog wat aan elkaar te wennen in die zin, dat de openheid
van het gesprek niet door de openbaarheid wordt geschaad.
De oprichting van een jongerencentrum juichen wij toe. Wij
bepleitten dit reeds bij de vorige begrotingsbehandeling. Het
feit dat de enquete, welke onder de, in onze gemeente wo
nende, jongeren werd gehouden, een zo grote respons heeft
gehad, onderstreept nog eens hoe groot de behoefte aan een
dergelijk centrum is. Wij zijn blij met dit initiatief en onder
strepen - wellicht ten overvloede - het belang om de jeugd
bij de opzet en de uitwerking van de plannen volledig te
betrekken.
Mijnheer de voorzitter. Een van de belangrijkste onderwer
pen van overleg tussen de raad en uw college behoort te zijn
het structuurbeleid op langere termijn.
Het efficiencybureau Bosboom en Hegener merkt in zijn
advies aan Zwolle op, dat het college van burgemeester en
wethouders zich te veel verliest in detailzaken en daardoor
te weinig tijd heeft voor grotere beleidslijnen. Deze opmer
king zou ook in het geval van Soest geldigheid kunnen heb
ben.
Wij hadden in het voorgaande reeds de gelegenheid met vol
doening te constateren, dat ook bij het college de wens leeft
om te komen tot een structuurplan. Dit zal de neerslag
moeten zijn van de visie die wij ten aanzien van de verdere
ontwikkeling van de gemeente Soest hebben. Bij het vormen
en formuleren van deze visie is nauw en voortdurend overleg
tussen uw college en de raad noodzakelijk. Dit overleg zou
als volgt kunnen worden gestructureerd:
De door Bureau Berenschot voorgestelde beleidsgroep, ge
steund door de adviesgroep beleidsuitgangspunten, formu
leert een sluitend geheel van doeleinden. Deze worden, bin
nen enkele maanden, neergelegd in een ontwerp-nota, die
in overleg met de raad rijpt tot beleidsnota. Voor dit over
leg zou gebruik kunnen worden gemaakt van de nieuwe
werkwijze van de commissie grondbedrijf en uitbreidings
plan, die immers ingevolge het voorstel van het college eens
per maand tijdens een extra-zitting in het bijzonder aan
dacht zal gaan besteden aan problemen van structurele
aard.
Vervolgens wordt de beleidsnota overgedragen aan een
werkgroep, die deze moet uitwerken tot een ontwerp-struc-
tuurplan. Ook in deze fase moet steeds terugkoppeling op
de raad, c.q. de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan,
plaatsvinden, ten einde te verzekeren dat deze commissie
zich blijft terugvinden in het zich ontwikkelende structuur
plan. Wij merken op, dat het in Hoevelaken ter zake bereik-
159