uitzondering van de gemeentereinigingsdienst, en gaat over
tot de orde van de dag."
MOTIE II.
„De Gemeenteraad van Soest, in openbare vergadering bij
een op 24 november 1971, nodigt het College van Burge
meester en Wethouders van Soest uit, aan de Stichting Ver
wijdering Afvalstoffen te Amersfoort onverwijld op te dra
gen:
het uitbrengen van een advies ten aanzien van de, voor
Soest meest wenselijk te achten wijze van verwijdering van
grof huisvuil, alsmede ten aanzien van de kostenstructuur
van de Reinigingsdienst, en gaat over tot de orde van de
dag."
MOTIE III.
„De Gemeenteraad van Soest, in openbare vergadering bij
een op 24 november 1971, nodigt het College van Burge
meester en Wethouders van Soest uit, initiatieven te ont
plooien die binnen afzienbare tijd kunnen leiden tot het
vormen en functioneren van een zuiveringsschap voor het
gehele stroomgebied van de Eem, en gaat over tot de orde
van de dag."
De heer OLDENBOOM spreekt hierna als volgt.
Mijnheer de voorzitter. Gaarne zal ik namens de K.V.P.-
en de protestants-christelijke fractie algemene beschouwin
gen houden.
Alvorens onze aandacht te geven aan de verschillende on
derwerpen, althans de krenten uit de pap te pikken van de
verschillende onderwerpen van overheidszorg in onze ge
meente Soest, is het goed stil te staan bij een aspect dat na
genoeg alle onderwerpen gemeen hebben: de financiën.
Een economisch adagium zegt, dat de menselijke behoeften
onbeperkt zijn, doch de middelen om deze behoeften te be
vredigen beperkt, en dus schaars zijn. Ergo: er is altijd een
tekort. Net zoals bij het individu de wensen de mogelijkhe
den altijd zullen overtreffen, zo is het ook bij een groep in
dividuen, zoals een gemeente. Het verschil is, dat het bij
een groep individuen plotseling minder schijnt aan te spre
ken. Wij dachten dan ook, dat een kritische beschouwing
van een tekort zeker moet plaatsvinden. Wij vinden, dat het
niet in de eerste plaats op de weg van een gemeente ligt, te
tornen aan de prioriteiten van de rijksoverheid. Met andere
woorden: we dienen de ontvangsten van het rijk als een ge
geven te beschouwen. Blijft als enige mogelijkheid over: de
plaatselijke belastingen om de inkomstenkant van de begro
ting te bespelen. Wij hebben begrepen, dat wij als gemeente
Soest zeker niet tot de gemeenten met de laagste belastingen
behoren. Zou het mogelijk zijn dat het college ons eens wat
meer vergelijkingsmateriaal verschaft?
De uitgavenkant is o.i. nagenoeg de enig beinvloedbare fac
tor om het tekort in de hand te houden. Hoewel het tekort
kan worden opgevangen door de gemeentelijke spaarpot (de
saldireserve) en doordat er wel vertraging in de realisering
van bepaalde investeringen zal optreden, waardoor ook het
tekort minder zal zijn dan wij verwachten, is het toch goed
om bij een aantal problemen stil te staan.
Stijgende lonen betekenen niet alleen verbeterde inkomens
en stijgende kosten, doch maken het ook noodzakelijk dat
men zich opnieuw bezint op de verhouding nut versus offer
van bepaalde handelingen. Met andere woorden: werkzaam
heden die vroeger zinvol en efficiënt waren, kunnen het
door gewijzigde verhoudingen nu niet meer zijn. Wij zijn er
niet helemaal gerust op, dat dit aspect steeds voldoende aan
dacht in onze gemeente krijgt; dit mede gezien het verloop
van het personeel in gemeentelijke diensten exclusief het
onderwijs. Hiervan vermeld ik nu in indexen het verloop,
hoewel ik er mij uiteraard van bewust ben, dat er leugens,
grote leugens en statistieken zijn. Ik neem als uitgangsjaar
1967 (1 januari); dit is een willekeurig jaar en dus al een
bron van de leugens die kunnen optreden.
1967
1971
bevolking
100
114
personeel
100
130
enige diensten:
secretarie
100
144
gemeentewerken
100
131
sociale dienst
100
133
politie
100
1,14
Uiteraard kunnen deze cijfers niet zonder meer gebruikt
worden om het personeelsbeleid van de gemeente te beoor
delen. Echter, dat we een vinger aan de pols moeten houden
is zeker!
Op dit moment zijn wij zeker nog geen voorstanders van
een totale doorlichting van het gemeentelijk apparaat. Wij
menen dat hierbij een aantal andere factoren meespeelt en
dat er hierbij sprake is van een aantal voor- en nadelen, waar
van de nadelen voor ons op dit moment nog zwaarder wegen
dan de voordelen.
Ook een bezinning op de diverse subsidies is noodzakelijk.
De tijd om één en ander nader uit te werken heeft ons deze
keer ontbroken. Een bevriezing van de subsidies en toege
stane kosten op onderwerpen als openbare veiligheid, na
tuurbad, sportstichting, diverse cultuur- en recreatie-onder-
werpen ware voor het volgend jaar zeker te overwegen. Het
is zo gemakkelijk om alle kostenstijgingen door te bereke
nen. Beter is het de betrokken besturen en bestuurders, on
der volle verantwoordelijkheid van de uitgaven, aan een
maximum te binden. Als illustratie volgen hier nog wat in
dexcijfers (waaruit natuurlijk weer geen bewijs kan worden
getrokken), waarbij 1975 100:
tekort slachthuis 156
tekort natuurbad 820
tekort lichamelijke opvoeding en sport 350
kosten brandweer 450.
Hierop aansluitend kan nog worden opgemerkt, dat de op
merkingen van het college in het antwoord op vragen, ge
steld in het afdelingsonderzoek van de begroting, over tele
foon- en andere vergoedingen van hoge ambtenaren, ons
matig of in het geheel niet hebben kunnen bevredigen. Een
aanpassing, ook van deze zaken, aan, in het particuliere be
drijfsleven veranderde gewoonten, lijkt ons verantwoord. Wij
zijn blij met de,in nadere instantie, toegepaste afschaffing
van een groot aantal subsidies. Met de handhaving van drie
subsidies hebben wij het moeilijk, te weten: de subsidie aan
Heemschut, de subsidie aan het U.S.O. en de subsidie aan
de Stichting Kunst en Bedrijf. Wij menen dat deze drie sub
sidies niet overeenkomen met het door ons gestelde crite
rium, dat de subsidies speciaal gemeentelijke belangen moe
ten betreffen. Met name met de subsidie aan het U.S.O.
kunnen wij ons niet verenigen. Als wij het goed uitrekenen
(iemand heeft het mij voorgerekend), kost dit f. 45,— per
bezoeker. Het is bovendien denkbaar, dat meer inwoners
van Soest van het Concertgebouworkest genieten. Zijn wij
dan ook bereid om het Concertgebouworkest te subsidiëren?
Vervolgens zou ik graag, alvorens op diverse onderdelen van
de begroting nader in te gaan, nog een algemeen aspect
van het gemeentelijk beleid aan de orde stellen.
COMMUNICATIE OVERHEID-BURGERIJ.
Als overheid moeten wij streven naar een optimale commu
nicatie. Ik zeg met nadruk „optimaal" en niet maximaal.
De communicatie is uiteraard een belangrijk aspect, doch
kan niet los gezien worden van het gehele overheidsbeleid,
zoals dit zich binnen ons democratisch bestuursstelsel ma
nifesteert. Een bijzonder goede verandering is geweest de,
op aandrang van de K.V.P.- en protestants-christelijke frac
tie, aangestelde voorlichtingsambtenaar. De gevolgen hier
van zijn reeds duidelijk merkbaVr. Ook juichen wij het ver
schijnen van een voorlichtingsblad toe.
Met wat andere woorden dan die waarmee wij tot een
commu
persooi
commi:
bij de o
bliek ai
tie, als
ning, d:
ring zie
gericht
verondi
implice
les in r«
disseld.
ring in
bare dc
opgaan
sen, nl.
bij het
om via
standpi
bare co
raadsve
munica
Een on
pers. M
naar he
op de i:
het alg<
plaats,
in dat e
geving i
pers vo
MILIE1
Veel aa
milieu
te als p
bijprod
mijdeli
door et
baar wi
is nog 1
van on:
voor h(
Gemee
een go<
Zou di
tie, om
bromfi
optred
Het vu
ge. De
ners vo
hier mi
wij gra
Ten aa
hebber
wijls oi
van en:
terrein
Hoewe
ze eige
wijze,
moder
nogma
te bem
Tot he
Soest,
vervan
162