Gaarne zouden wij vernemen of, en zo ja, op welke wijze, het college maatregelen denkt te nemen voor een beter door- stromingsbeleid Bevatten alle nieuwe huurcontracten reeds een inkomensclausule? Verheugd zijn wij met de plannen voor de bouw van pre miehuurwoningen op korte termijn, Hiervan moet zeker een stimulatie tot doorstroming uitgaan, Hoe staat het ove rigens met de extra faciliteiten die wij zouden ontvangen uit de overloop van het Gooi? Is het waar dat het Gooi geen woningwetwoningen meer gaat bouwen? Acht het college het dan juist, dat Soest als randgemeente hiervoor opdraait? STADPLANNING EN VERKEER, Wij menen, dat de mede door ons gestimuleerde plannings methodieken en de daarmede samenhangende overlegorga- nisatie binnen het gemeentelijk apparaat langzaam maar ze ker vruchten beginnen af te werpen. Wij zijn ook blij met een meer frequente inspraak van de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan via een extra maandelijkse vergadering. De wijze waarop de verschillende diensten in de nieuwe or ganisatievormen hebben gecoöpereerd, verdient de grootst mogelijke lof. De nu gevolgde systematiek zal onzes inziens tot gevolg hebben.dat noodsituaties in de woningwetbouw, zoals die zich in het verleden voordeden en ook nog voor 1972 te verwachten zijn, niet meer mogelijk zullen zijn. Ten aanzien van Soesterberg kunnen wij ons niet aan de indruk onttrekken, dat in het verleden wat meer doortastend zou kunnen zijn opgetreden Is het mogelijk een tijdschema aan te geven over het op gang komen van de woningbouw al daar? Het verschralingsproces van Soesterberg gaat steeds verder. De door de gemeente Soest gevolgde methode van temporisering van definitieve bestemmingsplannen heeft onze volledige instemming. Een te grote gelijktijdige capaci teit van het ambtelijke apparaat zal anders nodig zijn, het geen ten koste zou gaan van andere voorzieningen in de ge meente. C|ok hier geldt weer: een optimale zekerheid voor de betrokkenen en niet een maximale. Met genoegen merken wij op, dat in de bestemmingsplannen steeds meer aandacht wordt besteed aan het micromilieu. Een voorwaarde hiervoor is dat de stedebouwkundige, als het ware, één wordt met zijn omgeving, met het werkter rein, Terecht heeft de commissie grondbedrijf en uitbrei dingsplan geëist, dat de betrokken medewerker van het ste debouwkundig bureau in Soest of naaste omgeving moet wonen, zodat niet alles uitgedacht wordt aan een onpersoon lijk bureau ergens in Delft Kan het college vertellen, in hoeverre hierover met de stedebouwkundige tot overeen stemming is gekomen? Ondanks het vooruitstrevende aanloopbeleid van de laatste jaren komt het regelmatig voor, dat bestemmingsplannen door één of enkele dwarsliggers grote vertragingen onder vinden. Zou hier niet de menselijke factor meespelen, dat de moeilijke gevallen tot het laatst bewaard worden? Wij hebben wel de indruk dat de provinciale en rijksoverheid een maximale genoegdoening willen geven aan alle, bij be stemmingsplannen betrokken personen en dat hierdoor het algemeen belang geweld wordt aangedaan. Overigens niets dan lof voor de zakelijke aanpak van de grondaankopen van de gemeente. Ten aanzien van het verkeer betreuren wij het in hoge mate, dat nog steeds geen aanvang is gemaakt met de aanleg van de centrale ontsluitingsweg in Soest. Hoewel wij ieder jaar de indruk hebben dat het niet erger kan, is de situatie van de rijksstraatweg ieder jaar slechter dan het voorgaande jaar. De bewoners wonen aan een, wat betreft stank en geluids hinder, open riool. De stank is zeker nog verergerd door de stoplichten. Is een snelle provisorische oplossing over de Eng niet mogelijk? Voor degenen die bang zijn voor een verlies van cultuur- of recreatiegrond door de aanleg van de ze weg, volgen nu enige cijfers: de totale oppervlakte van Soest bedraagt 4614 ha. Daarvan is voor cultuur en recreatie in gebruik 3350 ha. Hiervan zal worden gebruikt voor woongebied 242 ha; resteert 3138 ha. Voor het tracé van de ontsluitingsweg zal hiervoor on geveer een of wel 16 ha nodig zijn. Wij hopen dat de ge hele gemeenteraad binnenkort eenstemmig achter deze pro blematiek kan staan. Overigens is het interessant te weten dat verwacht wordt, dat de niet-bebouwde grond in Soest in het jaar 2000 ongeveer als volgt zal zijn samengesteld: cultuurgrond 1340 ha; bos 1330 ha; duin en hei 453 ha. Mijns inziens zal er nog een verschuiving van cultuur- naar recreatiegrond plaatsvinden. Is het het college al bekend, welk tracé het rijk aanbeveelt voor de verbinding Soest-Amersfoort? ONDERWIJS. Wij maken ons ernstig zorgen over de situering van de lage re scholen. Een goedwerkende school in ons huidige klassi kale onderwijssysteem (en daar moeten wij het voorlopig, de eerste jaren, nog mee doen) moet uit ten minste zes leerkrachten bestaan. Een integrale planning voor geheel Soest is noodzakelijk, en de nieuwe scholen in het Soester- veen en andere uitbreidingsplannen moeten dusdanig gesi tueerd worden, dat geen leerlingen van bestaande scholen worden weggezogen indien deze scholen daardoor noodlij dend worden. Ook is een optimale conditionering van de bestaande scholen (handenarbeidlokalen enz.) hiervoor noodzakelijk. Ik kan niet nalaten enige cijfers te noemen. Dit jaar zijn de bestaande openbare scholen met 12% terug gelopen, de protestants-christelijke scholen met 5% en de rooms-katholieke scholen met 3%. Het gebrek aan gymnastieklokalen in onze gemeente begint zo langzamerhand een plaatselijke schande te worden. Is het uw college bekend, dat er scholen in Soest zijn waar de kinderen het grootste deel van het jaar geen enkele vorm van lichamelijke opvoeding genieten? Wat denkt uw college daaraan op korte termijn te doen? Wat denkt uw college op korte termijn te doen aan het ge brek aan lokaliteiten, waarin de creativiteit van de school jeugd kan worden gestimuleerd? Voor de wijze waarop het het college gelukt is de moeilijk heden van het tekort aan schoollokalen, met name in het Soesterveen, de baas te blijven, hebben wij alle lof. Reeds eerder is door ons gewezen op de ongelijke behande ling van de financiering van de administratiekosten bij bij zonder en openbaar onderwijs. Wij vragen hiervoor graag met klem de aandacht van het college. OPENBARE WERKEN. In het algemeen kan worden gesteld, dat inherent aan de positie van de overheid als monopolistische producent, het gevaar aanwezig is van minder efficiënt werken. Men mist de mede door concurrentie geschapen speelruimte kosten opbrengst. Wij zijn van mening dat onze gemeentelijke diensten, gezien de situatie, zeker alle lof qua efficiency verdienen. Toch zouden wij het op prijs stellen indien uitvoerende werkzaam heden zoveel mogelijk in loondienst worden verricht en de gemeentelijke diensten de „braintrust" vormen. Is het mo gelijk dat de raad of misschien een afvaardiging van de raad wordt ingelicht over de resultaten van het onderzoek, dat is vermeld in de beantwoording van vraag 84? Een snellere reorganisatie van plantsoenonderhoud, waar mede het college reeds begonnen is, is o.i. verantwoord (minder arbeidsintensieve plantsoenen, desnoods elimine- 164

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 171