ku li er een aire be de de te letrok- stimu- inbus- ken het inge- k op- in de schon- pleit tking ;n In de geko- !e" iat ij karig i Soest Lderde- Eemland tot probleemgebied gerekend moet worden, vra gen wij ons af of, zodra meer concrete gegevens over de uit werking van dit plan in de loop van 1972 bekend worden, het gewenst en noodzakelijk is, in overleg met de regio Eemland tijdig in overleg met het ministerie te treden en te trachten de nodige toewijzingen voor goedkope woningwet woningen te verkrijgen. Wij weten dat er nog vele vraagstuk ken met betrekking tot dit plan bezien moeten worden en dat er nog veel gestudeerd en gedokterd zal moeten worden. Toch dringen wij er met klem op aan deze zaak op de voet te volgen. Daarnaast blijft het vraagstuk van de doorstro ming onze levendige belangstelling houden. Wij zullen er door collectieve, maar vooral ook door individuele benade ring alles aan moeten doen om de doorstroming te bevorde ren. Dwangmatige doorstroming wijzen wij af, daar wij dit een aantasting van de persoonlijke vrijheid vinden. In de raadsvergadering van 18 november 1971 hebben wij als raad op grond van artikel 21 van het Voorbereidingsbe- sluit besloten te verklaren, dat zeven bestemmingsplannen in voorbereiding zijn. Hieromtrent willen wij nu wel enige opmerkingen maken In de aanbiedingsbrief voor de begroting 1971 deelde het college mede, dat er moeilijk een lijn te vinden is, hetgeen veroorzaakt werd door de tegenstrijdige jurisprudentie. Op blz. 16 van de aanbiedingsbrief 1972 zegt het college weer hetzelfde, zij het met andere woorden. Bij de behande ling van de begroting volkshuisvesting in de Tweede Kamer is door de minister medegedeeld, dat de vertraging in de wo ningbouw in grote mate wordt beinvloed en veroorzaakt door de gemeenten, doordat zij de bestemmingsplannen niet tijdig gereed hebben. Geldt dit ook voor Soest? Had den de plannen, die wij op 18 november jl. nog in voorbe reiding hebben verklaard, eerder klaar kunnen zijn, indien het college mogelijk meer mankracht ter beschikking had gehad en mogelijk betere financieringsmiddelen om de no dige gronden aan te kopen en bouwrijp te maken? Bij de debatten in de Tweede Kamer is echter ook gebleken dat, zoals het college zeer terecht opmerkt, de procedures te ingewikkeld en te langdurig zijn Zoals wij in het begin van onze beschouwingen reeds opmerkten, achten wij een slag vaardig beleid van het college vereist ter zake van het steeds weer bij de rijksoverheid met klem bepleiten van de belan gen van de gemeente Soest. Wij weten dat het college hier omtrent vele moeilijkheden ondervindt, doch dat mag het college niet weerhouden steeds, zo nodig in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, krachtig te bepleiten hierin verandering te brengen. Met betrekking tot de stedelijke ontwikkeling is het een absolute eis, dat wij zo vroegtijdig mogelijk tot aankoop of onteigening van de benodigde gronden overgaan. De problematiek in Soes- terberg is een mooi voorbeeld van hoe het niet moet. De problemen rond Soesterberg ten aanzien van het uitblijven van de woningbouw zijn het college genoegzaam bekend. Met het college hopen wij, dat het parlement spoedig de Wet tot wijziging van de onteigeningswet zal behandelen, zodat met het uitgebreide artikel 77 tot een oplossing op korte termijn kan worden gekomen. Ten aanzien van het milieubeheer zijn wij van mening, dat het geestelijk en lichamelijk welzijn van de bevolking een duidelijk beleid vereist met betrekking tot de groenvoorzie ning in de gemeente. In dit kader zullen behoeften moeten worden vervuld op het gebied van: a. het verschaffen van rust en harmonie; b. de open ruimte; c. de recreatievoorziening en d. de milieuzuivering. Deze groenstructuur dient onzes inziens in de bestemmings plannen tot uiting te worden gebracht. Deze welzijnsfunctie van de groenstructuur wordt in grote mate aangetast door de steeds erger wordende vervuiling. Zoals onze fractie al meermalen heeft bepleit, kan door in schakeling van de burgerij en vooral ook van de scholen bij de opzet en het beheer van de groenvoorzieningen een gro te betrokkenheid ontstaan, waardoor vervuiling en vernie ling kunnen worden bestreden, Indien wij het verslag van de dienst gemeentewerken nog eens goed doorlezen, welke kosten met de vernieling en de vervuiling gepaard gaan, dan kunnen zij niet anders worden bestreden dan door de burgerij meer te betrekken bij dit grote probleem Bijna de gehele wereld maakt zich druk over de milieuverontreini ging. Het valt op, dat de bestrijding van de milieuverontrei niging op dezelfde manier ter hand wordt genomen als de inflatiebestrijding. Wij geven elkaar de schuld, zonder te beseffen dat wij zelf ook schuldig zijn. De intentie van een automobilist, die het asbakje bij het stoplicht op straat leeggooit, is in feite net zo ernstig als die van de fabrieken, die op onachtzame manier hun afvalstoffen lozen Wat hier nodig is, is een mentaliteitsverandering. Daaraan moe ten wij met zijn allen werken- Op grond daarvan zouden wij het college willen voorstellen in de beginmaanden van 1972 in de brandweerkazerne een bijeenkomst te beleggen, waar in deze zaak op voorlichtende wijze aan de burgerij wordt vertoond en die met hen kan worden besproken Mijn frac tie denkt ook aan de mogelijkheid om via de z.g, school en kindertuinen de jeugd meer te betrekken bij deze be strijding. Is het college bereid na te gaan of er school- en kindertuinen kunnen worden aangelegd dan wel welke mo gelijkheden er zijn? Bij realisering hiervan doen wij iets om mentaliteitsverandering te bewerkstelligen. Ik wil nu een zeer moeilijk punt aan de orde stellen, nl. de huurharmonisatie. Dit is een zeer ingewikkelde zaak. De meest-deskundigen op dit gebied worstelen - zoals dit ook geschiedt bij de Wet op de Ruimtelijke Ordening - met de ingewikkeldheid en juiste interpretatie. Is het college bereid, te zijner tijd het globale plan (zie de circulaire van 10 no vember 1971, MG71/23) dat het college op grond van de wettelijke bepalingen moet maken, voor te leggen aan de raad? Met de huurharmonisatie wordt het huurbeleid van de gemeente op een belangrijk punt bepaald. Wij zijn van mening dat het huurbeleid in het kader van de huurharmo nisatie niet buiten de raad om mag worden bepaald Het huurbeleid dient democratisch in de raad te worden vast gesteld, Nadere mededelingen hieromtrent zien wij met be langstelling tegemoet. SOCIALE ZORG. Op de brief aan de minister van 29 oktober 1970, met be trekking tot de verlaging van het uitkeringspercentage van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, is nog steeds geen antwoord ontvangen. Wij vinden dit „schandalig", „onbeleefd" en „onfatsoenlijk". Wat moetje als raadslid daar nu verder nog op zeggen? Mede op grond van deze re geling zijn vele gemeenten in financiële moeilijkheden ge raakt, Moeten wij als raadslid nu zwijgen of zeggen: „Nou ja het kan niet anders". Dit is nu ook een van de vele pun ten, welke het raadswerk zo bemoeilijken. Maar wat moe ten wij doen? Een herinneringsbriefje schrijven? Ik hoop dat de raad het er met ons over eens is, dat de raad zijn ver wondering - om niet te spreken van: zijn ergernis - over de ze gang van zaken aan de minister kenbaar dient te maken en dat een afschrift van deze brief aan de fractievoorzitter van de Tweede Kamer wordt gezonden. ONDERWIJS. Zoals wij het vorige jaar reeds naar voren brachten, wordt er in de aanbiedingsbrief ook nu weer niet gesproken over concrete plannen voor hoger algemeen vormend onderwijs 167

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 174