-
en voorbereidend hoger en wetenschappelijk onderwijs. Al
jaren wordt in Soest om dit onderwijs geroepen. Alle frac
ties hebben dit vraagstuk in het verleden of onlangs aan de
orde gesteld Met de realisering van het plan Klaarwater in
zicht en in verband met de verder in voorbereiding zijnde be
stemmingsplannen is naar de mening van onze fractie nu
dringend de tijd gekomen, meer concrete plannen met be
trekking tot het genoemde onderwijs te gaan voorbereiden
Vorig jaar hebben wij reeds voorgesteld een onderzoek in
te stellen naar het aantal scholieren, Is dit onderzoek inge
steld? Zo ja, wat is het resultaat? Zo nee, is het college be
reid in de loop van 1972 dit onderzoek in te stellen en zo
nodig plannen te dien opzichte uit te werken? De realise
ring en verwezenlijking van bedoelde plannen kost nl, nog
zo veel tijd, dat onze fractie meent, dat het in 1972 tot een
meer concrete uitwerking moet komen van wat wij willen
binnen het raam der mogelijkheden. Wij hadden gehoopt nu
in de aanbiedingsbrief een wat meer positief geluid over dit
onderwerp te vernemen. Wij betreuren het, dat de wethou
der aan dit punt is voorbijgegaan
Waar gaan wij met het onderwijs heen? Hetgeen in de aan
biedingsbrief is gesteld, getuigt niet van optimisme Moeten
wij als raad ook hier zwijgen? Ten aanzien van het onder
wijs zijn wij immers zo afhankelijk van de rijksoverheid.
De begroting onderwijs van de regering heeft onder alle
vakmensen grote ontsteltenis verwekt. Onder meer hebben
de Nederlandse Katholieke Schoolraad en vele andere des
kundige instellingen hun grote bezorgdheid dienaangaande
uitgesproken, Hoe moeten wij als raadsleden nu proteste
ren tegen deze afbraak van ons onderwijs? Het gaat om de
toekomst van onze jeugd, van de schoolgaande en van de
werkende jeugd Ook van confessionele zijde wordt dit on
derwijsbeleid zwaar bekritiseerd. Het gaat om de toekomst
van onze samenleving. Tast het onderwijs aan en men onder
graaft de fundering van onze samenleving. Als wij een van
de leden van het college sterkte en wijsheid toewensen, dan
is het wel wethouder Dijkstra. Hij staat ook met de rug te
gen de muur. Als raad mogen en moeten wij vertrouwen
en hopen dat hij nog tracht te bereiken, wat binnen het ka
der der mogelijkheden aanwezig is
Wij willen er met het college nog onze grote teleurstelling
over uitspreken, dat de wettelijke voorschriften geen ver
goedingsregeling voor schoolzwemmen kent. Onze fractie is
van mening, dat schoolzwemmen gratis moet worden gege
ven Dat kan je wel wensen, te realiseren is het niet.
Onze fractie heeft verder geen behoefte dieper in te gaan op
de onderwijsbegroting, Wij willen het college alleen verzoe
ken om, zoals ook al regelmatig naar voren is gebracht bij
het aankoopbeleid van leermiddelen, in de meest uitgebrei
de zin des woords te trachten de nodige rationalisatie in
acht te nemen. Met de schoolhoofden, ouderraden en het
convent moet zulks op doelmatige wijze te bespreken en uit
te werken zijn.
Wij hebben met onze algemene beschouwingen misschien
veel tijd gevraagd. Men kan er echter van overtuigd zijn dat
hetgeen wij als fractie gezegd hebben, ons is ingegeven door
onze zorg voor en in het belang van de gemeente Soest, een
gemeente die ook ons zeer lief is. Het college gaat een moei
lijke tijd tegemoet. Wij wensen het veel kracht en wijsheid
toe.
Mijnheer de voorzitter! Het is de laatste maal dat u deze
begrotingsvergaderingen zult leiden. Wij zijn u in het bijzon
der dankbaar voor de prettige wijze, waarop wij onder uw
leiding in het afgelopen jaar hebben mogen vergaderen
De gemeente Soest is een gemeente welke een dynamische
ontwikkeling doormaakt. Onze fractie hoopt in het jaar
1972 met begrip en waardering voor elkanders standpunt
met de andere fracties samen te werken. Met elkaar zullen
wij moeten trachten zo goed mogelijk het belang van de
gemeente Soest te behartigen Veel van onze kritiek was ge
richt tot de rijksoverheid Waarschijnlijk zal men ons dit
euvel duiden maar wat kan en moet men anders ten aanzien
van de begroting 1972 zeggen?
Bij de behandeling van de diverse hoofdstukken komen wij
woensdag op onderdelen nog terug. Wij wensen het college
voor het komende jaar dus veel sterkte toe.
De heet JONKER spreekt hierna de volgende woorden.
Mijnheer de voorzitter! Bij de algemene beschouwingen
van onze fractie staat deze keer wederom het begrip
„openheid voorop, waarbij ook het functioneren van de
raad bezien wordt Daarna zullen wij aandacht besteden aan
meerjarenplanning, woningbouw, onderwijs, sociale zaken
en maatschappelijk werk en culturele zaken.
OPENHEID
Nu onze fractie ruim een jaar aan het werk van de gemeen
teraad deelneemt, is het interessant om na te gaan welke
ontwikkelingen zich hebben voorgedaan ten aanzien van
het contact met de burgerij en de openheid en doorzichtig
heid van het bestuur Het door het college, in de nota van
aanbieding bij de begroting gestelde, inzake de bevredigen
de belangstelling bij voorlichtingsavonden en dergelijke, on
derschrijven wij gaarne; dat de belangstelling toeneemt naar
mate er meer specifieke belangen van een bepaalde groep
burgers mee gemoeid zijn, achten wij overigens een volko
men logisch verschijnsel.
Toen wij bij de vorig jaar gehouden algemene beschouwin
gen een aantal verlangens op tafel legden, waarvan er inmid
dels enige gedeeltelijk gerealiseerd zijn - zoals de openbare
commissievergaderingen en de zeer lovenswaardig uitge
voerde populaire uitgave van de begroting - zeiden wij daar
bij letterlijk: „Wij verwachten van de zojuist gedane sugges
ties echt geen wonderen, zeker niet dat er terstond een mas
sale belangstelling voor het gemeentelijk gebeuren zal op
treden. Wel verwachten wij, dat de pers beter zijn informa
tieve taak zal kunnen verrichten en dat de groep wél-gei'n-
terresseerden geleidelijk zal gaan toenemen." Blijkbaar lag
het verwachtingspatroon van uw college hoger ten aanzien
van de publieke belangstelling bij de voornamelijk 's mid
dags gehouden vergaderingen van een drietal commissies,
die op proef openbaar zijn. Indien de door het college in de
aanbiedingsnota geplaatste opmerkingen over de geringe
publieke belangstelling en de verloren gegane ongedwongen
sfeer een aanloop tot het terugdraaien van de openbaarheid
zouden vormen, achten wij een ernstige waarschuwing op
haar plaats. Het beeld dat de burgerij van een dergelijke te
gen de geest van de tijd en de ontwikkeling bij de centrale
overheid en in vele andere - waaronder aangrenzende - ge
meenten ingaande beslissing zou overhouden, laat zich het
beste vergelijken met de bekende springprocessie te Echter-
nach, die daar op de derde pinksterdag ter ere van St. Vitus
wordt gehouden en waarbij de deelnemers telkens drie
schreden vooruit en twee achteruit springen op de maat
van de muziek.
Met een recent praktijkvoorbeeld moge ik de verwarring
illustreren, die dan in de ogen van de burgerij kan ont
staan:
Na een tweetal beraadslagingen met de bewoners van het
Kerkpad over de toekomstige vormgeving en gebruiksmo
gelijkheden van dit pad leek het wantrouwen in de gemeen
telijke bedoelingen wat afgezwakt en ging een bewoners
commissie opgewekt aan de slag. Vervolgens werden de be
woners verrast met een toekomstige aanslag van f. 15,-
per jaar als zij per auto hun huis wilden bereiken. Basis
daarvoor was een, tot op dat moment ook bij de raad on
bekende interpretatie van de legesverordening. De sfeer
leek weer grondig bedorven te worden Gelukkig is een en
ander inmiddels weer ongedaan gemaakt.
168