gelmatig overleg gepleegd over de uitkering met betrekking tot het kleuteronderwijs die zo ver afwijkt van hetgeen aan kosten wordt gespendeerd. In de populaire begroting kan men zien welk een geweldige moot uit de gulden er in het algemeen nog bij moet. Wij hebben de gemeenteraad tot nu toe uitvoerig op de hoogte kunnen houden omtrent de ontwikkelingen van het slachthuis. Wij zullen deze nauw blijven volgen. Men weet dat een aantal maatregelen reeds in voorbereiding is om, wanneer artikel 8 uit de Vleeskeuringswet verdwijnt - en het ziet er naar uit dat dit tegen 1973 het geval zal zijn - de nodige acties te kunnen ondernemen Met betrekking tot de brief aan het ministerie inzake de vo rig jaar verlaagde uitkering in de kosten van sociale zorg merk ik op, dat het college er behoefte aan heeft, maar eens een rappèl te sturen. Het is inderdaad een bijzonder nare zaak dat op deze brief niet is geantwoord, Hierna schotst de voorzitter op verzoek van de heer Van Ee voor enige ogenblikken de vergadering, Wanneer de vergadering is heropend, verleent de VOOR ZITTER het woord aan de heer Van Ee De heer VAN EE: Mijnheer de voorzitter! Ik ben er blij mee, dat u het experiment van de openbaar heid wilt voortzetten. Wat de gewestvorming betreft, heb ik gisteravond gehoord, dat de gemeente van het rijk of de provincie allerlei formu lieren met vragen heeft gekregen en dat het de bedoeling is dat uit de antwoorden op die vragen wordt geconcludeerd welke bestuurlijke vorm de gewestvorming zal moeten heb ben. Ik meen, dat die vragen van de kant van de gemeente Soest reeds zijn beantwoord Mocht dit niet juist zijn, dan heb ik het verkeerd begrepen. Als mijn/ informatie wel juist is, dan zou ik graag een desbetreffend stuk zien dat ook verhelderend werkt voor ons. Ik neem nl. aan, dat er een aantal interessante en pertinente vragen is gesteld. Ik ben het er met u over eens, dat wij de ideeën over de ontwikkeling die wij tot nu toe in het gewest hebben mee gemaakt, op dit moment niet kunnen concretiseren. Toch dacht ik, dat het feit dat wij aldaar met elkaar samen zitten om in een groter verband eikaars problemen te bespreken, op zich zelf een bijzonder heuglijk feit is, ook al betreft het alleen maar een overlegorgaan, Ik meen dat wij daarmede rustig moeten voortgaan, want wij vinden dat er reeds zeer vele onderwerpen zijn die wij in een groter verband moeten bespreken, bijv. omdat wij zelf de oplossing ervan niet we ten of omdat de oplossing ervan niet alleen ons zelf betreft. Wij zijn het er zonder meer met u over eens, dat de afstand tussen bestuur en bestuurde minimaal moet zijn. Ik meen dat wij daar ook met ons allen naar streven. Ik heb even stilgestaan bij het feit dat een aantal zaken ten aanzien van het beleid van het college, die u heeft geken schetst als detailzaken en die ondanks het feit dat het detail zaken zijn, bij de burgerij zeer gevoelig liggen, door het col lege wordt behandeld Ik hoop niet dat ik daaruit de conclu sie moet trekken, dat het college geen tijd over heeft voor de grotere zaken. Als ik deze conclusie daaruit wel moet trekken, zou ik dat teleurstellend vinden. De kwestie van de huurprijzen van woningen, de doorstro ming en wat daarmede verband houdt, is een heel moeilijk probleem. Het pad dat het college ter zake momenteel aan het ontwikkelen is, spreekt ons aan, Het feit dat het colle ge in Klaarwater een aantal variaties wil creëren waardoor er wellicht een stimulans tot doorstroming komt, is verheu gend. Wij hebben al eerder gezegd, dat een persoonlijke be nadering in deze wellicht goed kan zijn; ten aanzien hiervan hebben wij ook de steun van andere partijen gehoord. Als van de kant van de gemeente tot een meer persoonlijke be nadering van een aantal mensen wordt overgegaan en hun definitieve wensen precies bekend zijn, kan waarschijnlijk voor een groot aantal van deze mensen direct een oplos sing worden ontwikkeld. Door mevrouw Walter is gezegd, dat er bij de begrotingsbe handeling wel eens een varkentje moet worden gewassen. Met onze moties schijnen wij inderdaad een varkentje te hebben opgejaagd, en wel een varkentje dat door veelvuldig wroeten in grof huisvuil aardig vies is geworden. Het wordt dus tijd dat wij dat een beetje schoonwassen. Ik vind het plezierig, dat mevrouw Walter ten aanzien van de structuurplannen een aantal termen heeft gebruikt, die in mijn omgeving gewoon goed zijn en dat het werken naar een plan uitgaand van een structuurplan en het hebben van een visie op langere termijn haar toch aanspreken. Dat ver heugt mij, want het is inderdaad zo, dat er zich in een vijf tal jaren onvoorstelbare ontwikkelingen voordoen en wan neer wij dat plan en die visie hebben, kunnen wij duidelijk de afwijkingen op dat moment constateren. Als wij een duidelijk plan hebben, kunnen wij voorkomen, dat bepaal de ontwikkelingen langs ons heengaan; dan kunnen wij de ontwikkelingen duidelijk vaststellen en vervolgens bepalen hoe wij daarop zullen reageren. Over dat plan zullen wij nog heel wat moeten praten, want wij hebben wel een proeve van een investeringsnota, maar daarvan moeten de priori teiten nog worden vastgesteld. Als ik dan tijdens de alge mene beschouwingen van een der andere fractievoorzitters hoor, dat hij het overdekte zwembad - dat nu voor 1985 is geprojecteerd - helemaal naar voren wil halen, zullen wij inzake de vaststelling van de prioriteiten snel tot een beslis sing moeten komen Wij willen nl. andere zaken naar de an dere kant schuiven en misschien wel helemaal van tafel ve gen. Ik was verheugd te vernemen, dat wij ten aanzien van de voorbereidende ontwikkelingen van het centrum kennelijk een stadium hebben bereikt, waarin binnen afzienbare tijd de openbaarheid daaromtrent niet meer behoeft te worden geschuwd en in groter verband dit belangrijke plan met de burgerij kan worden besproken. Dit zal een bijzonder ver standige zaak zijn, Ten aanzien van de verkeerssituatie is gevraagd of er geen provisorische oplossing kan worden gezocht in een verbe tering van de bestaande Engweg. Wij zien met zeer grote belangstelling plannen in deze richting tegemoet. Mijnheer de voorzitter! Ik kom nu aan het klapstuk, on ze moties. Over onze eerste motie hebben wij intern en extern beraad gehad. Wij zijn bereid deze motie voorlopig in te trekken, wanneer van de zijde van het college de be reidheid wordt uitgesproken om het rapport over het on derzoek bij gemeentewerken in de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan ter inzage te leggen. De getallen, die het college met betrekking tot onze twee de motie over de afvalstoffen, kennelijk na ruggespraak met de Stichting Verwijdering Afvalstoffen heeft gehan teerd, duiden erop dat deze stichting het ook niet precies weet. Zij heeft opgemerkt, dat de cijfers lager en hoger kunnen zijn, Hoe dit zij, zij heeft toch ook getallen genoemd. Ik vind dit een reden te meer, dieper in deze materie te dui ken. Wanneer uit het onderzoek zou blijken, dat wij op de goede weg zijn, zullen wij veel gelukkiger zijn met de schrik barende stijgingen waarom het gaat. Het college heeft in de populaire begroting zelf reeds een en ander aangegeven, waarvan men kan opmerken: Mensen, kinderen, waar gaat dit naar toe? Als van een onafhankelijke instantie daarom trent duidelijkheid is verschaft, dan zullen bij de overgrote meerderheid de onplezante gevoelens zijn weggenomen. Dan kan men zich misschien sneller bij de feitelijkheden neerleg gen. Wellicht zou onze motie, die het college misschien te veel in een stramien drukt, - omdat zij zegt wat het precies 184

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 191