Nr. 1 21 januari 1971 NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op donderdag 21 januari 1971 te 19-30 uur. VOORZITTER de burgemeester, de heer mr, S.P. Ba ron Bentinck. SECRETARIS de heer H. Borreman. Tegenwoordig de leden: mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius, W.A. Blaauw, drs. L.J. Dijkstra, M.A. van Ee, J.J. Ebbers, J.W.H. Geerlings, P. Grift, M. de Groot, K. de Haan, D. Hoek stra, H.M. Jonker, J.C. Korte, mevrouw E. Korthuis-Elion, K. Levinga, R.A. van Logtenstein, drs. G H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, P.C. Pieren, J R. van Poppelen, A.H.F. Smit, J.C. Smits, C. Verheus, mevrouw T R Walma van der Molen-De Vries en mevrouw M,C P. Walter-Van der Togt. Afwezig met kennisgeving het lid: P.L.J M Storimans. De VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing van de gebedsformule. Vervolgens deelt hij mede dat bericht van verhindering is in gekomen van de heer Storimans. De VOORZITTER spreekt hierna als volgt: Dames en heren! Bij het begin van deze eerste vergadering in het jaar 1971 spreek ik de hoop uit dat u dit jaar in on derling beraad besluiten zult nemen, die voor het welzijn van onze huidige en toekomstige inwoners bevorderlijk zul len blijken te zijn. Het naar voren brengen van wensen en behoeften is niet zo moeilijk. Het eerste gestamel uit onze peuterjaren werd daarvoor reeds benut. Het op hun gewicht beoordelen van deze behoeften en verlangens, het vaststellen van prioritei ten, het onderkennen van de neveneffecten, die aan hun al of niet in vervulling gaan gepaard gaan, het beoordelen of het op zich zelf wenselijk en nuttig is om aan bepaalde ver langens tegemoet te komen of in een naar voren gebrachte behoefte te voorzien, vereisen allereerst brede oriëntering en een afstand nemen van de totale problematiek. Het tempo waarin en de termijn waarbinnen in een steeds sneller veranderende maatschappij besluiten moeten worden eenomen, doen wel eens twijfelen aan het voldoende tot hun recht komen van vorenbedoelde primaire eisen. Aan de andere kant oefent de gecompliceerder wordende maatschap pij en de wens om een zich uitbreidend aantal instanties, organen en groeperingen bij de oordeelvorming te betrekken, een vertragende en veel werkkracht opeisende invloed uit. Wij zijn in september 1970 samen met goede moed op weg gegaan; de sindsdien verlopen maanden hebben mij de in druk gegeven dat het u ernst is in uw pogen om er gezamen lijk wat goeds van te maken en elkaar over en weer hierbij vertrouwen te schenken. De wisselwerking van het elkaar voorlichten en het naar elkaar luisteren, het elkaar informe ren, ja zelfs inspireren, versterkt het gezag van de raad en daarmede het prestige van de democratie. Het ziet er naar uit dat spoedig aan een algemene wens vol daan zal worden: het in dienst treden van een voorlichtings ambtenaar. Wij verwachten dat hierdoor de communicatie tussen overheid en burger zal worden verbeterd en dat wan begrip en misverstanden zullen verminderen. Kortom, dat de wederzijdse informatie van burgerij en overheid zal wor den verbreed en verdiept. Evenwel, de voorlichtingsambte naar is geen Haarlemmer olie voor deze kwaal der moderne samenleving. Het zijn de leden van de raad, als vertrouwens lieden gekozen uit en door de eigen bevolking, van wie mag worden verwacht dat zij als zelfstandige bestuurders in voort durend contact staan met wat er onder de bevolking leeft. Ik heb ervaren dat volkomen informele - ik zou bijna zeg gen argeloze - contacten dikwijls goede informatie opleve ren. Dames en heren. Ik wil u thans enige droge cijfers over het afgelopen jaar geven die op zich zelf niet zoveel zeggen, maar in hun relatie tot die van het daaraan voorafgaande jaar soms enige indicatie kunnen geven van de ontwikkeling onzer gemeente. (Het tussen haakjes geplaatste getal heeft betrekking op 1969). In 1970 vonden 693 (706) geboorten plaats en overleden 301 (267) personen, derhalve een geboorte-overschot ople verende van 392 (439). Er vestigden zich 3813 (4361) per sonen, terwijl er 2451 (2538) vertrokken, derhalve een ves tigingsoverschot opleverende van 1362 (1723). Als resul taat van een en ander vermeerderde de bevolking met 1754 (2162) zielen van 35.713 tot 37.467. In deze cijfers zijn die van Soesterberg begrepen. Hier vonden 97 (127) ge boorten plaats en overleden 36 (32) personen, een geboorte overschot opleverende van 61 (95). Tegenover de vestiging van 378 (503) personen, stond het vertrek van 580 (827) personen, een vertrekoverschot opleverende van 202 (324). Het resultaat in 1970 was een afname van de bevolking met 141 (229) zielen van 6233 tot 6092. Er werden in de gemeente 316 (309) huwelijken voltrokken. Het aantal verhuizingen binnen de gemeente van gezinnen bedroeg 478 en van alleenstaande personen 545, in totaal derhalve 1023 (1041). De loop der bevolking zoals deze uit de evengenoemde aan tallen blijkt, staat in nauw verband met soort en aantal van aan de woningvoorraad toegevoegde en hiervan afgevoerde woningen. Er kwamen 530 (314) woningwetwoningen gereed en 259 (808) andere woningen, totaal derhalve 789 (1122). Te Soesterberg kwam geen enkele (1) woning gereed. Van de 259 niet-woningwetwoningen werden er 12 (516) met premie en 247 (292) zonder premie gebouwd. Er werden 3 (3) woningen onbewoonbaar verklaard, 4 (8) on bewoonbaar verklaarde woningen werden ontruimd en 3 (5) werden gesloopt. Daarnaast werden 39 (27) niet onbewoon baar verklaarde woningen gesloopt; 4 (5) onbewoonbaar ver klaarde woningen zijn thans nog bewoond. Aan 1 (2) perce- (e)l(en) werd de bestemming van woonruimte onttrokken. Als gevolg van deze wijzigingen vermeerderde het aantal wo ningen met 746 (1090), van 10.142 tot 10.888, waarvan 1614 (1615) te Soesterberg. In 1970 werden voor Soest 1121 (1724) vestigingsvergun ningen uitgereikt en wel 516 (720) aan personen ter plaat se, van wie 117 (150) hun eigendom konden betrekken, waarvan 18 nieuwbouwwoningen; 288 (503) aan personen van elders door koop, waarvan 153 (387) betrekking heb ben op nieuwbouw. Ten slotte 287 (501) aan personen van elders voor huurwoningen. Voor Soesterberg werden 97 (173) vestigingsvergunningen uitgereikt en wel 50 (105) aan inwoners van deze gemeente, waaronder 12 (25) in verband met aankoop van een woning; 47 (68) aan personen van elders. Deze 47 vergunningen voor personen van elders zijn te verdelen in de volgende groepen: a. 26 (40) vergunningen voor personen van het ministerie van defensie, waarvan 3 (2) met woningruil en 23 (38) zonder woningruil; b. 12 (13) vergunningen aan burgers voor een huurhuis, waarvan 5 (1) met woningruil en 7 (12) zonder woning ruil; c. 9(15) vergunningen in verband met de aankoop van een huis. Het aantal ingeschreven woningzoekenden bedroeg per 1 ja nuari van dit jaar te Soest 786 (761) en te Soesterberg 422 1

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 2