k.
nveel
ige tijd-
Kleu-
nen de
„doe er
is, werd
e manier
De ge-
delen be
ate de ge-
;n strak-
getrof-
blijven en
eeds he-
an de
onderge-
ot de
r worden
gesproken van een rotzooi. Wanneer men de huisvesting
van de kinderdagverblijven en peuterspeelzalen op zijn
beloop laat, zullen er onjuiste en niet verantwoorde ver
blijven ontstaan, omdat sommigen nu eenmaal de kans
zullen grijpen om op deze wijze iets te verdienen.
Het college is geconfronteerd met een duidelijk aanwezi
ge behoefte aan kinderdagverblijven en peuterspeelzalen,
vooral in de hoogbouwwijken. Het gemeentebestuur
dient dan ook te zorgen niet achter de ontwikkeling aan
te lopen; er dient tijdig en zo goed mogelijk te worden
ingegrepen. Burgemeester en wethouders menen dat het
moment is aangebroken om op het terrein van de kinder
dagverblijven en peuterspeelzalen iets te ondernemen.
De overheid dient haar taak als hoedster voor de volks
gezondheid goed in acht te nemen Daarom dienen er
eisen te worden gesteld.
De heer Verheus is nog een beetje aan het filosoferen ge
weest over de bevorderlijkheid van het bezoeken van
een kinderdagverblijf of een peuterspeelzaal door het
kind. Voor vele vrouwen is het geen kwestie van al dan
niet bevorderlijk, maar een kwestie van economische
noodzaak als gevolg van de bijzonder hoge huren en niet
altijd hoge inkomsten van de kostwinner. De vraag is of
het wel bevorderlijk is voor de sfeer en de opvang van
het kind thuis, wanneer het inkomen ter nauwernood
voldoende is om de hoge huur te betalen. De vrouw kan
door gedurende een halve dag te gaan werken het inko
men van het gezin aanvaardbaarder maken, Gedurende
deze halve dag dient dan een onderkomen te worden ge
zocht voor het kind. Wanneer dat mogelijk is in een goed
geoutilleerde en goed geleide peuterspeelzaal, zal er be
paald geen sprake zijn van een aantasting van de gezins
sfeer.
Het is natuurlijk niet mogelijk dat ouders die aan de
Weegbreestraat wonen komen aanzetten met een verkla
ring dat er op de kleuterschool in Soesterberg geen plaats
meer is. Een dergelijke verklaring zal echt niet worden ge
accepteerd. Maar het is natuurlijk wel denkbaar dat de
kleuterschool in de omgeving tot bijv. de vakantie een
wachtlijst heeft, terwijl de ouders toch de behoefte heb
ben het kind gedurende een bepaalde periode onder te
brengen.
Men dient wel te bedenken dat men voor de kleuter
school per maand evenwel betaalt als voor de peuterspeel
zaal per dag. Dit feit betekent reeds een duidelijke rem.
De door de heer Pieren terecht aan het adres van de heer
Hengeveld uitgesproken dank zal het college overbren
gen.
De heer VERHEUS zegt het in grote trekken eens te zijn
met hetgeen wethouder De Haan heeft gezegd. Spreker is
dan ook niet tegen de inrichting van kinderdagverblijven
en peuterspeelzalen. Natuurlijk zal de overheid regels
moeten stellen met betrekking tot de inrichting van de
kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Wel meent hij
dat een vergelijking met de huisvesting van buitenlandse
arbeiders enigszins mank gaat.
Burgemeester en wethouders menen waarschijnlijk dat
zij, nu zij eisen stellen aan de inrichting, verplicht zijn
subsidie te verlenen. Deze verplichting bestrijdt hij.
Geenszins valt te ontkennen dat in een gezin de econo
mische noodzaak van het werken van de vrouw aanwe
zig kan zijn. Zuiver formeel bekeken zou een dergelijke
omstandigheid om twee redenen niet mogelijk moeten
zijn. In de eerste plaats wordt bij het toewijzen van een
woning altijd gevraagd naar het inkomen van het gezins
hoofd. In de tweede plaats moet de toekomstige bewo
ner voor het betrekken van de woning verklaren geen
huurschuld in de oude woning te hebben. Wanneer het
toewijzingsbeleid juist is - daaraan twijfelt spreker niet -
wordt een woning alleen toegewezen, wanneer althans re
delijkerwijze kan worden verwacht dat het gezin, dat de
woning betrekt, de huur kan betalen. Wanneer de huur
toch te hoog is, dan is er nog de mogelijkheid om in in
cidentele gevallen in aanmerking te komen voor een
huursubsidie. Het is hem bekend dat er jonge gezinnen
in een huis zitten dat eigenlijk te duur is, maar dat feit
mag z i. geen argument zijn voor subsidiëring van kinder
dagverblijven en peuterspeelzalen. Hij kan dan ook niet
instemmen met hetgeen wordt voorgesteld.
Mevrouw WALMA VAN DER MOLEN-DE VRIES zegt
er behoefte aan te hebben enige dingen recht te zetten.
Het valt te betreuren dat de discussie zich heeft bewogen
in de richting van de economische noodzaak. De Stich
ting peuterspeelzalen Soest heeft als doelstelling de be
vordering van de ontwikkeling van het jonge kind tus
sen twee en vier jaar, onder meer door jonge kinderen
onder deskundige leiding samen te brengen in groeps
verbanden. Voor de jongere kinderen in deze leeftijds
groep zijn tegenwoordig heel wat minder mogelijkheden
aanwezig dan vroeger. Voorheen kon men op straat al
lerlei spelletjes spelen, hetgeen thans nauwelijks meer
mogelijk is.
Bovendien woont het overgrote deel van de mensen te
genwoordig in flatgebouwen die weinig speelmogelijkhe-
den bieden aan de kinderen, terwijl de kinderen weinig
mogelijkheden hebben om met elkaar in contact te ko
men Daarom is er behoefte aan kinderdagverblijven en
peuterspeelzalen
Berekend is dat het verblijf van een kind in een dagver
blijf of peuterspeelzaal ten minste f. 5,-- per ochtend zal
moeten kosten. En wie kunnen dat bedrag betalen? Al
leen die mensen, die eigenlijk geen behoefte hebben aan
zo'n kinderdagverblijf of peuterspeelzaal. Daarom is het
begrijpelijk dat het college bereid is om een subsidie te
verlenen, opdat de prijs wordt verlaagd. Daardoor komt
de gemeente tegemoet aan hen die dat bedrag van f. 5,~
per ochtend niet kunnen betalen. Gesteld kan worden dat
degenen die dat bedrag wel kunnen betalen ook zullen
profiteren van dat lagere bedrag, maar dat is een betwist
baar argument, want deze mensen hebben weer het groot
ste deel van de belastinggelden opgebracht waarmede
wordt gesubsidieerd.
In de voordracht wordt opgemerkt dat het C.B.S. schat
dat 25% van de gehuwde vrouwen op de een of andere
manier buitenshuis werkt. 15% van de moeders van de
kinderen die de peuterspeelzaal bezoeken werkt. Over
het algemeen zijn de ouders er zelf van doordrongen dat
zij hun kinderen extra ontwikkelingsmogelijkheden moe
ten geven. Het is dan ook niet zo dat de kinderen voor
vijf dagen bij de moeder worden weggehaald, want de
meeste kinderen zijn twee of drie keer per week in de
peuterspeelzaal. Alleen de werkende moeders worden
door de Stichting peuterspeelzalen Soest in de gelegen-
heid gesteld om hun kinderen vijf keer per week onder
te brengen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
De heer Verhuis krijgt op zijn verzoek aantekening in de
notulen, dat hij zich met de genomen beslissing niet
heeft verenigd.
b. Verordening regelende het oprichten en houden van
kinderdagverblijven en peuterspeelzalen.
De heer LEVINGA zegt dat de door het PAK voorge
stelde verordening op de peuterspeelzalen destijds door
een in Soest veel gelezen blad een loodzware verordening
werd genoemd, waarmede als het ware een mooi initiatief
om hals zou worden gebracht.
19