Nr. 14 1 december 1971
NOTULEN
van het verhandelde in de buitengewone openbare vergade
ring van de raad der gemeente Soest op woensdag 1 de
cember 1971 te 14.45 uur, ter gelegenheid van het 25-jarig
ambtsjubileum van de burgemeester van Soest, de heer mr.
S.P. Baron Bentinck.
VOORZITTER de heer K, de Haan, wethouder-loco-
burgemeester
SECRETARIS de heer H. Borreman,
Tegenwoordig de leden: mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius,
W.A. Blaauw, L.J. Dijkstra, J.J. Ebbers, M.A. van Ee, J.W.H.
Geerlings, P.Grift, M. de Groot, D. Hoekstra, H.M. Jonker,
J.C. Korte, mevrouw E. Korthuis-Elion, K. Levinga, R.A.
van Logtenstein, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-
Entink, P.C. Pieren, J.R. van Poppelen, A.H.F. Smit, J.C.
Smits, P.L.J.M. Storimans, C. Verheus, mevrouw T.R. Wal-
ma van der Molen-De Vries en mevrouw M.C.P. Walter-Van
der Togt.
Voorts tegenwoordig: de heer mr. S.P, Baron Bentinck
met echtgenote en familie, alsmede vele genodigden.
De heer Bentinck met echtgenote en familie wordt binnen
geleid door mevrouw Oranje en de heer Grift.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor, met
gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed
door de voorzitter plaats.
De VOORZITTER spreekt daarna de volgende rede uit:
Dames en heren leden van de gemeenteraad, geachte burge
meester, mevrouw Bentinck en familie, dames en heren ge
nodigden.
Vandaag herdenken wij het 25-jarig burgemeesterschap van
mr. S.P. Baron Bentinck. Hoewel, burgemeester, uw nade
rend vertrek zijn schaduw vooruit werpt, menen wij toch, er
goed aan te doen het jubileum van vandaag op bescheiden
wijze, passend bij uw persoonlijkheid, te gedenken.
Laat mij beginnen met een korte terugblik benevens een
beknopt overzicht over de afgelopen periode.
Terugblik. Onwillekeurig gaan mijn gedachten nog naar een
regenachtige dag, eind november 1946, toen op het kleine
gemeentehuis van Abcoude drie Soester wethouders met
hun gemeentesecretaris op bezoek kwamen bij de pas be
noemde nieuwe burgemeester. Wij troffen daar een nog
jeugdige, voorzichtig, gereserveerd optredende heer aan. In
een kort gesprek bleek die reserve al sterk te verminderen.
Deze eerste verkenning is uitgegroeid, na een grootse ont
vangst in Soest, tot een hechte band. Band met de gemeen
te, de gemeenteraad en de wethouders.
Straks hoop ik nog nader uw persoon in uw werk te be
schouwen. Eerst een overzicht.
1 december 1946 had Soest 21 460 inwoners.
1 december 1971 heeft Soest 38.150 inwoners.
Toen een gemeenteraad met 19 leden, nu een met 25 leden.
Hoe stond de gemeente er voor?
De tweede wereldoorlog had, vooral in Soesterberg, zijn spo
ren achter gelaten. Door achterstallig onderhoud en gebrek
aan middelen waren de wegen slecht. De straatverlichting
was zeer bescheiden. Een echte riolering was er niet. Plant
soenen waren er nauwelijks, de bossen verwaarloosd.
De schoolgebouwen waren min of meer hersteld van de be-
zettingsschade, doch de meubelen en leermiddelen gebrek
kig en verouderd
Kleuteronderwijs ontbrak. Er waren enige bewaarscholen.
Sportvelden had de gemeente niet in beheer, terwijl het
Soester Natuurbad een ruine was Er werd in 1946 nog in
de Eem gezwommen.
Er was weinig industrie, de getalsmatig grootste bedrijfstak
was het bouwbedrijf.
Er was nog flinke werkloosheid en een grote woningnood.
De financiële toestand van de gemeente was slecht. Het
toenmalig belastingstelsel werkte nadelig voor ons.
Het gemeentehuis, toen nog inclusief politiebureau, was al
te klein. Evenals het politiekorps, dat zich per fiets ver
plaatste. De brandweer beschikte over goed onderhouden,
doch zeer bedaagd materiaal. Het gasbedrijf draaide moei
zaam.
Van toen naar nu betekent op zich al een opsomming.
Het wegennet is in uitstekende staat. Het rioleringsplan is
in zijn laatste fase. Er kwamen een rioolzuiveringsinstalla
tie in Soesterberg en een in Soest De laatste wordt alweer
uitgebreid en tevens geschikt gemaakt voor gebruik door de
gemeente Baarn
Uit het gebrekkige vuilnis ophalen en bladharken van toen
is een goed draaiende reinigingsdienst ontstaan. Het huisvuil
wordt verwerkt in een compostbedrijf, eveneens te zamen
met de gemeente Baarn,
De plantsoenendienst onderhoudt hectaren plantsoen in ve
lerlei vorm met inbegrip van speelweiden en speelplaatsen.
De straatverlichting is in uitstekende staat.
De gehele gemeente is nu voorzien van leidingwater en van
aardgas.
De oudere schoolgebouwen zijn in goede staat van onder
houd.
Diverse ervan werden door verbouwing gemoderniseerd.
Vele nieuwe scholen werden gebouwd Na de invoering van
de Wet op het kleuteronderwijs is er ook op dit gebied veel
tot stand gekomen, ondanks de geringe mogelijkheden.
Ten aanzien van meubilair en leermiddelen kan van een goe
de situatie gesproken worden.
Ook ontstonden er zowel voor meisjes als voor jongens scho
len voor nijverheidsonderwijs.
Inmiddels is een nieuwe vorm van opvang van jeugdige kin
deren ontstaan, de peuterspeelzaal. In de culturele sector
kwam veel op gang of werd gestimuleerd tot nieuwe activi
teiten.
Het muziekleven bloeit op. Een nieuwe opzet van het
bibliotheekwerk veroorzaakte een fabuleuze groei.
Op het gebied van de vrije expressie ontstonden vele voor
heen ongekende mogelijkheden.
Door de toename van de vrije tijd van de werkende mens
ontstond er een grotere recreatiebehoefte, De gemeentebos-
sen, inmiddels opgeknapt, vervullen hierin een belangrijke
rol. Met de vereniging „de Utrechtse Heuvelrug" wordt aan
de bereikbaarheid en toegankelijkheid veel gedaan.
De goed geslaagde vernieuwing van het Soester Natuurbad
draagt ook bij aan de recreatie.
Voor de binnengemeentelijke recreatie werd, naast de aan
leg van allerlei wijkvoorzieningen, een aanvang gemaakt met
de plannen voor het nieuwe groene hart op de zuidhelling
van de Eng.
De mogelijkheden tot sportbeoefening schiepen groeiende
verenigingen en deze vragen weer om meer ruimte. Naast
een twintigtal gemeentelijke sportterreinen ontstond de
sporthal die nu alweer te klein wordt geacht.
Twee bevolkingsgroepen vroegen en verkregen meer aan
dacht.
De bejaarden kregen meer geëigende woonvormen en meer
mogelijkheden tot maatschappelijke hulpverlening.
Voor de jeugd werd een begin gemaakt met voorzieningen,
welke door de, per leeftijdsgroep sterk uiteenlopende be
hoeften, nog niet alle konden worden gerealiseerd.
Het laatste, maar niet het beste hoofdstuk is de huisvesting.
Het woningbestand vermeerderde van plus minus 4.750 tot
11,250 woningen Desondanks nam de woningnood toe.
211