Nr. 15 16 december 1971. NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op donderdag 16 december 1971 te 19.30 uur. VOORZITTER de burgemeester, de heer mr. S.P. Ba ron Bentinck. SECRETARIS de heer H. Borreman. Tegenwoordig de leden: mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius, J.J. Ebbers, M.A. van Ee, P. Grift, M. de Groot, K. de Haan, D. Hoekstra, H.M. Jonker, J.C. Korte, mevrouw E. Kort- huis-Elion, K. Levinga, R.A. van Logtenstein, G.H. Olden- boom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, P.C. Pieren, J.R. van Poppelen, A.H.F. Smit, J.C. Smits, P.L.J.M. Storimans, C. Verheus, mevrouw T.R. Walma van der Molen-De Vries en mevrouw M.C.P. Walter-Van der Togt. Afwezig met kennisgeving zijn de leden: W.A. Blaauw, L.J. Dijkstra en J.W.H. Geerlings. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed door de voorzitter plaats. Vervolgens deelt hij mede, dat bericht van verhindering is ingekomen van de heren Dijk stra en Geerlings, die beiden ziek zijn en van de heer Blaauw. De VOORZITTER spreekt de volgende woorden: Dames en heren! U zult begrijpen dat ik aan het begin van deze vergadering behoefte heb om uiting te geven aan de dankbaarheid die mijn vrouw en ik gevoelen voor alles, wat wij op 1 december jl., maar ook op de dagen daaromheen, hebben ondervonden. In de eerste plaats danken wij u daar voor persoonlijk; in de tweede plaats kunt u als vertegen woordigers van de burgerij ook nog onze dank in ontvangst nemen voor zoveel blijken van waardering en vriendschap die wij vanuit de burgerij hebben mogen ontmoeten. Het lag aanvankelijk in mijn bedoeling om de 1ste decem ber zoveel mogelijk te vergeten, maar anderen hebben deze dag niet ongemerkt willen laten voorbijgaan. Wij zijn er achteraf zeer over verheugd dat wij zo bijzonder veel aardi ge reacties hebben ontvangen. Wij denken met grote dank baarheid aan deze dag terug. 291 Notulen van de raadsvergadering van 21 oktober 1971. De notulen worden zonder discussie en zonder hoof delijke stemming ongewijzigd vastgesteld. 292 Ingekomen stukken. a. Brief d.d. 28 september 1971 van de heer C. de Heus te Soest, waarbij bezwaar wordt gemaakt tegen de wijze van verbouwing van het pand Stadhouders laan 25b, alsmede de brief van burgemeester en wet houders, zijnde een aanschrijving ingevolge artikel 296 van de Bouwverordening betreffende bedoelde ongeoorloofde verbouwing - met voorstel deze brie ven voor kennisgeving aan te nemen. De heer VAN EE zegt, dat de brief van de heer De Heus weer eens de aandacht vestigt op de noodzaak, dat in de betrokken buurt de leefbaarheid blijft ge handhaafd. In het gemeentelijk beleid zal er streng op moeten worden toegezien, dat zich daar geen ontwik kelingen voordoen die de leefbaarheid zouden kun nen aantasten. Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT merkt op, dat de brief van het college voor zichzelf spreekt, zodat zij op het betoog van de heer Van Ee niet behoeft in te gaan. Besloten wordt om de brieven voor kennisgeving aan te nemen. b. Jaarverslag 1970-1971 van de Ouderraad open baar lager onderwijs te Soest. Besloten wordt om dit stuk voor kennisgeving aan te nemen. c. Brief d.d. 13 oktober 1971 van de Bond van Schoolbesturen voor het Katholiek kleuter-, basis- en buitengewoon onderwijs inzake de administratie kosten van scholen voor bijzonder onderwijs, alsme de een advies van burgemeester en wethouders met voorstel conform dit advies te besluiten. De heer VERHEUS zegt, dat het - zoals in het ant woord van het college staat - natuurlijk waar is, dat uit de gesprekken met de schoolbesturen nooit geble ken is, dat de bedoelde vergoeding niet toereikend zou zijn De bedragen die in de gemeente per leerling wor den toegekend, zijn zeer redelijk, waarmede spreker zich misschien toch nog voorzichtig uitdrukt. Hierom gaat het echter niet. Tijdens de begrotingsbehande ling heeft hij reeds een kwestie onder de aandacht ge bracht, waaraan het college nu voorbijgaat. Voor wat de kleuterscholen betreft, onderschrijft het college volledig wat het bestuur van de Bond van Schoolbe sturen voor katholiek kleuter-, basis- en buitenge woon onderwijs stelt. Dit accentueert eigenlijk dat het standpunt dat dit bestuur - en dit niet alleen - inneemt ten aanzien van de vergoeding voor het ba sisonderwijs, door het college ook onderschreven wordt. De vergoeding voor het kleuteronderwijs wordt bij algemene maatregel van bestuur jaarlijks vastge steld. De gemeente moet met het bedrag dat daarin vastgesteld zou moeten worden, de openbare scholen draaiende houden. Dit kan niet. De gemeente be steedt dus meer dan het rijk toekent. Daardoor is de openbare kleuterschool financieel altijd in een wat voordeliger positie, omdat de afrekening pas jaren la ter ten gunste van het bijzonder onderwijs plaatsvindt. De administratiekosten bedragen natuurlijk meer dan de f. 8,50 die ervoor is uitgetrokken. Dit zal niemand ontkennen. Dit blijkt ook wel uit het feit dat voor het voortgezet onderwijs f. 28,- per leerling wordt uitgetrokken. Als men f. 8,50 op de begroting ten las te van de algemene dienst brengt als bewezen diensten ten behoeve van het onderwijs, is er meer te beste den, uitgaande van de f. 175,- als vergoeding per leerling. Met andere woorden: als men dit exact toe past en men houdt er f. 8,50 aan over, zal het kunnen gebeuren dat de gemeente ten opzichte van het open baar basisonderwijs in een bepaald jaar minder zou besteden dan het bedrag van f. 175,- min f. 8,50, waardoor de schoolbesturen die dat bedrag eventueel te veel zouden hebben gehad, het wettelijk moeten terugstorten. De schoolbesturen van het katholiek kleuter- en basisonderwijs hebben een eigen admini stratiekantoor, althans een full-time kracht. In feite draait dit geval op de vergoeding die dus ingevolge de wet op het voortgezet onderwijs voor het m.a.v.o. wordt toegekend. Dit geeft toch wel een scheve ver houding. Voor het verweer van het college is een he leboel te zeggen, maar het verhaal komt er toch eigen lijk op neer, dat de bijzondere scholen minder te be steden hebben, wanneer zij de administratie op de zelfde wijze zouden voeren als de openbare scholen. In bepaalde gevallen gaat het om liefdewerk. Daar door wordt het goedkoop en is een groot bedrag be schikbaar. Ten opzichte van het feit dat het hier ambtelijk gebeurt, is deze situatie toch niet reëel. 217

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 224