Nr. 3. Soest, 18 maart 1971
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag 18 maart 1971 te 19.30
uur.
VOORZITTER de burgemeester, de heer mr. S.P. Ba
ron Bentinck.
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius,
ir. W.A. Blaauw, drs. L.J. Dijkstra, M.A. van Ee, J.J. Ebbers,
J.W.H. Geerlings, P. Grift, M. de Groot, K. de Haan, D. Hoek
stra, J.C. Korte, mevrouw mr. E. Korthuis-Elion, K. Levin-
ga, R A. van Logtenstein, drs. G.H. Oldenboom, mevrouw
P.J. Oranje-Entink, P.C. Pieren, J.R. van Poppelen, A.H.F.
Smit, J.C. Smits, C, Verheus, mevrouw T.R. Walma van der
Molen-De Vries en mevrouw M.C.P. Walter-Van der Togt.
Afwezig met kennisgeving zijn de leden: H.M. Jonker en
P.L J M Storimans
De VOORZITTER opent de vergadering en deelt het vol
gende mede:
Sedert de laatste raadsvergadering is er een vergadering ge
weest van het seniorenconvent. Daarin is ter sprake geko
men dat het reglement van orde zal worden herzien. Voor
uitlopend op deze herziening zijn voor de raadsvergadering
al enige punten afgesproken,
In de eerste plaats zullen de raadsleden bij de voorlezing
van het 6cbed niet meer opstaan. De voorzitter zal staande
lv gebed zeggen.
In de tweede plaats is overeengekomen, dat er in de verga-
derzaai niet meer gerookt zal worden. Dit wil zeggen dat
ook het publiek zich op dit punt beperkingen dient op te
leggen.
Wanneer de vergadering langer dan tot 21.00 uur zal duren,
zal een pauze worden ingelast, zodat degenen die het zon-
1c, rolen niet meer zouden kunnen uithouden, in de gele
genheid zijn een rokertje op te steken. De pauze zal tien tot
vijftien minuten duren. Het roken mag dan natuurlijk niet
in de vergaderzaal geschieden, maar dient plaats te hebben
in de kantine of op de gang. Dan kan tevens een kopje kof
fie worden geserveerd, hetgeen minder storend zal zijn dan,
dat dit zoals gebruikelijk tot nu toe, tijdens de vergadering
plaats vindt.
In de derde plaats zullen bij wijze van proef de vergaderin
gen van de financiële commissie, de commissie voor openba
re verken en de onderwijscommissie gedeeltelijk openbaar
zijn, nl voor die gedeelten die zich daarvoor lenen. Het
gaat hier dus om een proef.
Hierna doet de VOORZITTER voorlezing van de gebeds
formule. Vervolgens deelt hij mede dat bericht van verhin-
dcrins ingekomen van de heren Jonkers en Storimans.
stelling van de raadsnotulen van 9 en 17 december
0 en van 21 januari 1971.
De notulen van 9 en 17 december 1970 worden zonder
discus ie en zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd
vastgesteld.
Met betrekking tot de notulen van 21 januari 1971 is het
volgende voorstel tot wijziging ingekomen:
WIJZIGING NOTULEN.
VOORSTEL DE HAAN.
Op pagina 19, linker kolom, dient in de laatste alinea,
tweede regel, van het betoog van de heer De Haan het
woord „evenwel" te worden vervangen door: evenveel.
De notulen van 21 januari 1971 worden, met inachtne
ming van deze wijziging, zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming vastgesteld.
48 Ingekomen stukken
a. Controlerapporten van het Centraal Bureau voor Veri
ficatie en Financiële Adviezen van de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten.
Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
b. Brief d.d. 6 februari 1971 van de werkgroep gemeen
tepolitiek D'66 inzake het in gebruik geven van oude
woningen, die in de toekomst voor de sloop zijn bestemd,
voor de hoogst urgente woningnoodgevallen, met voor
stel te berichten conform concept-schrijven.
Mevrouw WALMA VAN DER MOLEN-DE VRIES zegt
de gedachtengang in het concept-schrijven van het colle
ge te kunnen volgen. Zij kan zich grotendeels wel met
de inhoud ervan verenigen. Zij begrijpt alleen de volgen
de zin niet:
„Dit geldt nog meer, indien men de groep van degenen,
die zich willens en wetens in deze situatie hebben ge
werkt, uitzondert".
Dit gaat over de hoogst urgente gevallen waarvoor het
moeilijk is objectieve maatstaven vast te stellen. Wat
heeft het college nu precies met deze zin bedoeld?
De heer PIEREN deelt mede, dat zijn fractie zich aan
de ene kant in grote lijnen met het concept-antwoord
van het college kan verenigen. Aan de andere kant vraagt
de fractie zich af of het, gelet op de volledige problema
tiek, geen zin heeft dat het college van burgemeester en
wethouders contact opneemt met het bestuur van de
desbetreffende woningbouwvereniging en de bewoners
commissie, om ten aanzien van de sanering van de Mo
lenstraat te komen tot een zekere maatschappelijke bege
leiding.
Sprekers fractie erkent volledig de waarde van het be
stuur van de woningbouwvereniging, maar daarbij is de
fractie zich volledig bewust van de omvangrijke taak, die
dit bestuur op zijn schouders heeft genomen. Deze taak
omvat o.a. de nieuwbouw in Soest (spreker denkt daar
bij aan de Dalweg), de renovatie in Soesterberg, de sane
ring aan de Molenstraat en de gang van zaken met betrek
king tot administratie, huur, incassering en dergelijke
handelingen. Is het bestuur dat de werkzaamheden in de
avonduren verricht, nog wel tegen deze zware taak opge
wassen?
Is het college van burgemeester en wethouders op grond
van deze overwegingen bereid om - en deze vraag richt de
fractie rechtstreeks aan wethouder De Haan - ten aan
zien van de maatschappelijke begeleiding contact op te
nemen met het bestuur van de woningbouwvereniging
ten aanzien van de sanering aan de Molenstraat?
De heer KORTE merkt op dat de heer Pieren terecht
heeft gezegd dat de betrokken woningbouwvereniging
voor diverse grote werkzaamheden staat. In het plan
Klaarwater heeft zij te doen met de bouw van 260 flats
die op het ogenblik gereed gaan komen en voor het
grootste gedeelte al verhuurd zijn. Dat brengt enorm
veel werk mee. In Soesterberg is de woningbouwvereni-
ging gestart met de bouw van 190 woningen, waartegen
over 60 woningen zullen worden gesloopt. Daarnaast zit
zij nog met het probleem op de Molenstraat, naar aanlei
ding waarvan de onderhavige brief is geschreven.
Er wordt gesproken van sanering. Spreker meent echter
dat dit op dit moment eigenlijk niet het probleem is. Het
probleem voor de woningbouwvereniging is het antwoord
op de vraag, wat er zal gaan gebeuren.
Om een cijfer te noemen: op het oude bezit, de wonin-