weg betreft), leidt eerder genoemd investeringsbedrag van f. 15 miljoen tot een jaarlijkse belasting van het ge meentelijke budget met ca. f. 1,5 miljoen per jaar voor rente en afschrijving. Telt men daarbij het onderhoud van de weg, de kosten van verlichting, gras maaien e.d., dan lijkt een bedrag in de orde van f. 2 miljoen per jaar niet onwaarschijnlijk. Welnu, het gaat dus om - spreker zal na afloop van zijn betoog de tekst van zijn rede aan het college overhandi gen - f. 15 miljoen investeringsruimte en f. 2 miljoen kos ten per jaar. Projecteert men de afgeleide bedragen tegen de financiële mogelijkheden van Soest, dan krijgt men de volgende situatie: De fractie schat de budgettaire ruimte voor het doen van investeringen in de onrendabele sfeer in Soest voor de ko mende tien jaar op circa f. 50 miljoen. Bij het college werd niet lang geleden gedacht aan investeringsprojecten tot een totaalbedrag van bijna f. 100 miljoen. Er zal dus ergens f. 50 miljoen af moeten. Of dit zal moeten gaan in de vorm van afstel of wel uitstel, wil spreker thans even terzijde laten. Belangrijk op dit moment is dat er ge kozen en dus ook met het rode potlood gewerkt zal moeten worden, en dat prioriteiten zullen moeten wor den vastgesteld. Geplaatst voor dit probleem zal het niet verwonderen, dat voor de fractie de Weg over de Eng een der meest aanvechtbare posten zal zijn. Zij geeft voorkeur aan pri maire voorzieningen voor het wonen (scholen, riolering in de oude wijken die steeds weer vanwege financierings problemen uitgesteld c.q. uitgesmeerd moet worden, wijkstraten, e.d.), aan voorzieningen op het gebied van het recreëren (sportvelden, zwembaden) en aan de pri maire infrastructuur die nodig is voor het besturen van de gemeente (raadhuis, gebouw gemeentewerken, ge bouw politie, gebouw brandweer, e.d.). Bovendien is op dit ogenblik op geen stukken na te bekijken welke nieuwe taken, nieuwe sociale uitgaven zullen opkomen uit de wens naar groter welzijn (rioolwaterzuivering, centrale vuilverbranding, federatieve raad voor het be- jaardenwerk, jeugd- en cultuurbeleid, e.d.). De fracties streven allemaal, zoals zij hier zitten, hetzelf de na en zij hadden het allemaal in hun politieke pro gramma's staan voor de gemeenteraadsverkiezingen. Te gen deze achtergrond lijkt het overbodig om zich ook nog eens het hoofd te breken over de vraag, waar de ge meente f. 2 miljoen per jaar voor het hebben van de Engweg vandaan zou moeten halen. Op grond van het voorgaande stelt de fractie het volgen de voor: 1. Stel alle verdere aankopen voor de Weg over de Eng en andere in deze sfeer liggende aankopen op termijn, dat wil zeggen tot het moment waarop de raad met het college samen het financieel beleid voor de komende tien jaar heeft vastgesteld. Dit mede in verband met datgene wat is gesteld bij de algemene beschouwingen van de be handeling van de begroting voor 1971 ten aanzien van een nieuwe stijl van werken. 2. Verstrek daartoe op de kortst mogelijke termijn aan de raad een gedetailleerde kostenraming van de Weg over de Eng, opdat die in de volgende raadsvergadering aan de or de kan komen en daarmede de gehele raad, alsmede de Soester bevolking, eindelijk eens zullen weten, waarover in de gemeente wordt gepraat en ten opzichte waarvan wordt beslist. Spreker wijst er te dezen met klem op dat in de sfeer van de publieke werken sterke kostenverhogen de tendenzen aanwezig zijn, die nog zeer recent tot aan zienlijke overschrijdingen van kostenramingen hebben geleid. Hij verzoekt het college derhalve bij zijn kosten raming realistisch te zijn. 3. Maak haast met de aan de raad reeds geruime tijd ge leden toegezegde investeringsnota en het wegenstructuur plan - die toezegging is al zes maanden oud - die de be trokkenen aan het werk kunnen zetten. De fractie tilt zwaar aan de verantwoordelijkheid voor het mede bepalen van - ja zelfs het beslissen over - het be leid dat de ontwikkeling van Soest in goede banen zal moeten voeren. Zij is erkentelijk voor de gelegenheid, haar verschaft via deze nota, aan deze verantwoordelijk heid inhoud en uiting te geven. De VOORZITTER dankt de heren Van Ee en Geerlings voor de moeite die zij zich hebben getroost om zich te verdiepen in de financiële problemen, waarvoor de ge meente in de komende jaren komt te staan. Spreker wil op de door hen aangesneden problematiek nu niet nader ingaan. Het college is met deze materie ook bezig. Het ligt in het voornemen om het resultaat van dit werk bin nen betrekkelijk korte tijd aan de orde te stellen. De ge gevens, waarover het college beschikt, zijn nog niet vol- ledig genoeg om aan dit voornemen reeds nu uitvoering te kunnen geven. De heer Van Ee heeft verzocht om een gedetailleerde kostenraming van de Weg over de Eng, opdat deze kwes tie in de vergadering in april aan de orde kan komen. Dit zou betekenen dat het college deze zaak over twee a drie weken rond zal moeten hebben en dat is onmoge lijk. Het is ondoenlijk om op enigszins verantwoorde wij ze te komen met een dergelijke opzet op zo korte ter mijn. Wel is het de bedoeling dat dit in de eerste helft van 1971 zal gebeuren. Het zou niet juist zijn om het col lege op dit punt aan een bepaalde termijn te binden. De raad is er meer mee gebaat om een kwalitatief goed stuk werk voorgelegd te krijgen dan haastwerk, dat in elkaar is gezet omdat het voor een bepaalde datum klaar moest zijn, maar waarop men later dan weer terug moet komen. Het college is voor het verwerken van diverse gegevens af hankelijk van andere instanties, die deze gegevens moeten verstrekken. Daaraan wordt op het ogenblik gewerkt. Ook aan de investeringsnota wordt gewerkt. Deze twee zaken zullen ongeveer parallel gaan lopen. Spreker zou het punt zelf, dat nog aan de orde komt, thans dus niet ter discussie willen stellen. Hij is even op het betoog van de heer Van Ee ingegaan, omdat deze een bepaalde termijn had genoemd. Maar misschien dat de heer Ebbers nog iets wil zeggen. De wethouder EBBERS zegt dat hij de getallen die de heer Van Ee heeft genoemd, natuurlijk niet even kan beoordelen op de juistheid. Bij de behandeling van de begroting voor 1971 heeft spreker gezegd dat het enige dat de gemeente weet, is dat het Rijk 80% van de finan cieringskosten heeft toegezegd. Op grond van een primi tieve raming was er een bedrag uitgekomen dat lager ligt dan het door de heer Van Ee genoemde bedrag. Daar door moest er weer gesleuteld worden aan de investe ringsnota, die de raad al was toegezegd. Dat het college de investeringsnota nog niet heeft kunnen overleggen - ook niet eens met de primitieve begroting - moet in hoofdzaak geweten worden aan het feit dat het dekkings plan, dat bij een investeringsproject noodzakelijk is, op dit moment niet zonder meer sluitend is te krijgen. Het is een heel moeilijke zaak. Het komt erop neer dat er op een gegeven moment zal moeten worden geschrapt. Op het wensenlijstje voor de komende twee jaar van wethouder Dijkstra staat f. 4 miljoen a f. 5 miljoen. Spreker weet niet waar dit geld zo gauw vandaan moet komen. Het gaat echter om bijzonder dringende investe ringen. Daar staat tegenover dat volgens de prognose de groei van de bevolking in de komende tien jaar de ge meente aan meerinkomsten oplevert een bedrag van f. 16

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 43