een wetswijziging aangenomen, maar de nieuwe wets bepaling is nog niet in werking getreden. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 1 Voorstel tot het verlenen van medewerking als be doeld in artikel 183 van het Besluit Buitengewoon On derwijs 1967 aan het bestuur van de Vereniging tot Opvoeding en Verpleging van Geesteszwakke Kinderen te Utrecht voor het treffen van voorzieningen in het belang van de brandpreventie ten behoeve van de b.o.-school in het Van Arkel Instituut te Soest. Mevrouw ORANJE-ENTINK zegt met belangstelling het rapport van de brandweercommandant te hebben gelezen. Uit dat rapport blijkt dat ook voor de onder havige school nodig zijn vooraf gereed gemaakte ont ruimingsplannen en een taakverdeling voor de onder wijzers. De school wordt bezocht door geestelijk ge handicapte kinderen, zodat, wanneer er iets gebeurt, paniek niet uitgesloten is. Te hopen zij dat aan de brandweercommandant kan worden gevraagd vooral speciale aandacht te geven aan de vlucht- en ontrui mingsplannen van de betrokken school. Er dient een manier van handelen te worden ontworpen die tot ge volg zal hebben dat de kinderen niet bang worden ge maakt en ook niet bang zullen worden. De VOORZITTER merkt op dat de commandant van de brandweer met het personeel van de verschillende scholen heeft besproken wat er dient te gebeuren, wanneer er brand is. Er wordt daarbij o.a. gesproken over de ontruiming van de school en de mogelijke vluchtwegen. De onderwijskrachten moeten weten wat zij op het kritieke moment moeten doen. In het onderhavige geval gaat het om een school die wordt be volkt door kinderen die een bijzondere aanpak nodig hebben. Daar aan de school gespecialiseerde leerkrach ten zijn verbonden, mag worden aangenomen dat de onderwijzers heel goed weten op welke wijze de kin deren moeten worden benaderd. De brandweercom mandant kan alleen maar zeggen wat de veilige weg is, hij kan echter geen aanwijzingen geven over de wijze waarop de kinderen het beste kunnen worden bena derd. De wijze waarop de kinderen moeten worden benaderd is een zaak waarmede zich de aan het insti tuut verbonden onderwijzers en pedagogen dienen be zig te houden. Mevrouw ORANJE-ENTINK: Maar de brandweer commandant kan wel aandringen op regelmatige oefe ning. Er zal op moeten worden toegezien dat er o.a. met het oog op wisseling van leerkrachten en wisseling van kinderen, regelmatig wordt geoefend. De wethouder DIJKSTRA zegt dat mevrouw Oranje een vraag stelt die hem welkom is. Enige maanden ge leden zijn alle hoofden en leerkrachten van scholen voor openbaar en bijzonder onderwijs bijeen geweest in de brandweerkazerne voor instructie en demonstra ties. Alle hoofden en hoofdleidsters van openbare scholen en de besturen van de bijzondere scholen is gevraagd om in overleg met de brandweercomman dant ontruimingsschema's klaar te maken en om regel matig oefeningen te houden. Vooral het bedienen van de apparatuur moet regelmatig worden geoefend. Iedereen weet dat er apparatuur is, maar het automa tisch toepassen van de juiste handgrepen moet worden geoefend. Deze zaak wordt regelmatig besproken. Het college zal niet rusten voordat het zeker weet dat er regelmatig wordt geoefend. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 112 Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 72 van de Lager-Onderwijswet 1920 aan het bestuur van: a. de Stichting voor Katholiek Basis- en Kleuteronder wijs te Soest voor het aanschaffen van televisietoestel len ten behoeve van de St. Bonifaciusschool, de St. Jozefschool, de St. Willibrordusschool en de St. Lud- gerusschool voor g.l.o. Mevrouw ORANJE-ENTINK vraagt of de in het voor stel genoemde scholen de laatste scholen zijn die moeten worden voorzien van een televisietoestel. Zij heeft vernomen dat er een Koninklijk Besluit is ge weest waarin staat dat een televisietoestel wordt be schouwd als een gewoon leer- en hulpmiddel in de zin van artikel 72 van de Lager-Onderwijswet 1920, zo dat de gemeente verplicht is financiële belemmeringen weg te nemen. De Nederlandse Onderwijs Televisie is de kinderschoenen thans echt wel ontgroeid, gesteld kan worden dat televisie een onmisbaar hulpmiddel is geworden bij het onderwijs. Zijn er nog scholen in Soest die niet zijn voorzien van een dergelijk onmis baar hulpmiddel? De wethouder DIJKSTRA meent dat er nog enkele scholen zijn - hij is op dit ogenblik niet in staat de na men van deze scholen te noemen - die niet zijn voor zien van een televisietoestel. Het college zal contact opnemen met de scholén die nog geen televisie heb ben om te informeren waarom zij nog geen televisietoe stel hebben. Het ligt niet op de weg van het gemeen tebestuur om een school te dwingen een televisietoe stel aan te schaffen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. b. de Vereniging voor Christelijk Onderwijs te Soester- berg voor het aanschaffen van een televisietoestel ten behoeve van de christelijke school voor g.l.o. te Soes- terberg; c. de Stichting voor Katholiek Basis- en Kleuteronder wijs te Soest voor het aanschaffen van een stencilma chine ten behoeve van de St. Willibrordusschool voor g.l.o. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 113 Voorstel tot het garanderen van rente en aflossing van een door de Stichting Woon- en Dienstencentrum Bejaarden te Soesterberg te sluiten geldlening. Dit voorstel wordt aangehouden. 114 Voorstel tot het weigeren van ontheffing als bedoeld in artikel 1 van de „Zoneverordening Hinderwet" voor het uitbreiden c.q. wijzigen van een constructie bedrijf op/in het perceel Beetzlaan 72. De VOORZITTER zegt dat bij het onderhavige voor stel de brief van mr. Grooten d.d. 12 mei 1971 kan worden behandeld. Een afschrift van deze brief, die te laat binnenkwam om op de agenda voor vandaag te worden gezet, is aan alle raadsleden toegezonden. De heer DE GROOT merkt op dat er sprake is van een soort van conflictsituatie tussen het college van burgemeester en wethouders enerzijds en het bedrijf van de heer Smink anderzijds. Hij meent dat in het on derhavige geval het spreekwoord „Waar twee kijven, hebben beiden schuld" van toepassing is. Het bedrijf moest in de veertiger jaren uit de Nieuw- straat verdwijnen; met toestemming van het gemeen tebestuur heeft daarop destijds vestiging aan de Beetzlaan plaatsgevonden. In de vijftiger jaren werd

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1971 | | pagina 79