leden met de leden van het college in de materie ge
groeid. Het laatste jaar is er veel over de structuur ge
sproken, er zijn argumenten pro en contra allerlei on
derdelen aangevoerd en er zijn allerlei detailoplossin
gen gegeven.
Hetgeen op het ogenblik voorligt is een uitgangspunt
als sluitstuk van een studie die is verricht door een er
kend, hoogstaand en wetenschappelijk bureau. Wel
licht op enkele uitzonderingen na zijn de leden van de
raad en het college leken op het gebied van het zuiver
verkeerstechnisch onderzoek, zodat moet worden ge
varen op het kompas van een wetenschappelijk bu
reau. Daarom is ook een wetenschappelijk bureau in
geschakeld. Zo'n bureau gaat uit van waarnemingen
op dit moment; aan deze waarnemingen wordt een
toekomstvisie verbonden. Er kan eindeloos worden
gesproken over de juistheid van een toekomstvisie,
pas wanneer die toekomst verleden is geworden kan
worden beoordeeld of de visie van het bureau inder
daad juist is geweest. Rijkswaterstaat, die in Neder
land toch wel een heel goede naam heeft, heeft zich
op voorbeeldige wijze beziggehouden met het ont
werpen van rijkswegen. Iedere keer komt men echter
tot de conclusie dat men zich heeft vergist en dat de
wegen anders moeten worden aangelegd of opnieuw
moeten worden aangelegd. Men heeft rijkswaterstaat
echter nooit verwijten gemaakt. Het is nu eenmaal
niet mogelijk om een bepaalde ontwikkeling te voor
spellen. Daarom is er in het onderhavige geval ook ge
werkt met een minimum- en een maximum model
om althans een zekere ruimte te kunnen aangeven
waarbinnen de ontwikkeling zal plaatsvinden. De toe
komst zal uitwijzen waar de lijnen behoren te liggen,
bij het minimum model, bij het maximum model of er
net tussen in. Het heeft naar sprekers wijze van zien
geen zin om de prognoses aan te vallen.
Iedere keer weer komt het doorgaand verkeer ter
sprake. Wanneer het mogelijk zou zijn om bij de in
gang van Soest te vermelden dat Soest is gesloten voor
doorgaand verkeer, zou er ongetwijfeld bij velen een
heleboel onrust kunnen worden weggenomen. Maar
dat is nu eenmaal niet mogelijk. Daarom wordt er ge
grepen naar hulpmiddelen. Gesteld wordt bijv. dat de
weg over de Eng, die waarschijnlijk in de toekomst
het meest door doorgaand verkeer zal worden ge
bruikt, niet te aantrekkelijk moet worden gemaakt.
Men wil een weg hebben die voor de Soesters tijzonder
aantrekkelijk is (de weg dient immers zo aantrekkelijk
te zijn dat hij bij voorkeur wordt bereden door Soes-
ter ingezetenen, waardoor de woonwijken worden ont
last), maar diezelfde weg mag geen aantrekkelijkheid
hebben voor niet-Soesters. Dat is natuurlijk een onmo
gelijkheid.
De intensiteit van het doorgaand verkeer in Soest zal
in de toekomst waarschijnlijk meer worden bepaald
door de rondom Soest te verbeteren en nieuw aan te
leggen rijkswegen dan door de kwaliteit van het stukje
weg dat door de bebouwde kom wordt aangelegd. Zo
als bekend ligt Soest middenin het systeem van de
vierkanten van de rijkswegen, de gemeente wordt aan
alle kanten omringd door bestaande rijkswegen of
nieuwe rijkswegen. Daarom mag ook worden verwacht
dat het percentage doorgaand verkeer steeds lager zal
worden, wanneer de verbinding tussen rijksweg len
Amersfoort wordt verbeterd (wanneer rijksweg 1 is
verdubbeld) en wanneer de rijksweg tussen Hilversum
en rijksweg 1 is aangelegd. Daardoor zal het doorgaan
de verkeer door Soest minder worden.
De bestaande rijksweg door Soest is op zich zelf een
geweldig slechte weg, maar hij wordt nog steeds door
automobilisten gekozen, omdat de wegen rondom
Soest onvoldoende zijn. Een uitbreiding en een verbe
tering van de wegen rondom Soest zullen een verbe
tering moeten teweegbrengen.
De heer Geerlings heeft gesteld dat bepaalde zaken zijn
veronachtzaamd, In het bestuurlijke vlak heeft de
heer Geerlings in dit verband gesproken over de fase
ring en de financiering.
Het verkeersstructuurplan is een gedachte die aangeeft
op welke wijze het verkeer in Soest moet worden afge
wikkeld. Wanneer men het eens is over de wijze waar
op dat moet gebeuren, komt een volgend hoofdstuk
aan de orde, nl. de financiering. Op dat moment zal
moeten worden bekeken of het plan financieel haalbaar
is en op welke wijze de financiële mogelijkheden kun
nen worden uitgebuit. Dan zal men ook aandacht die
nen te schenken aan de fasering. Daarvoor is echter
op dit moment nog geen plaats.
Natuurlijk had het college ook thans reeds aandacht
kunnen schenken aan de financiering en de fasering,
maar dan had het plan pas een jaar later kunnen wor
den aangeboden. Dan had de raad het college kunnen
verwijten dat, wanneer hetgeen wordt voorgesteld niet
bevalt, wellicht een heleboel werk voor niets was ge
daan. Burgemeester en wethouders stellen er prijs op
de zeer belangrijke stappen op het onderhavige gebied
één voor één te nemen. Bovendien wil het college de
raad direct betrekken bij het nemen van die stappen,
zodat men niet uit elkaar gaat lopen. Fasering en fi
nanciering zijn zeer belangrijke zaken, maar zij zijn
vanavond niet aan de orde; er is sprake van vers 2 en
vers 3.
Het vragen naar alternatieven komt vaak voor. Dat
schijnt er tegenwoordig onherroepelijk bij te horen.
Het is alleen maar zinvol om alternatieven uit te die
pen - dat is een geweldig en kostbaar werk-, indien
men veronderstelt dat er iets in het uit te diepen alter
natief zit. De alternatieve weg om de Noord is helemaal
doorgerekend, onder meer omdat een hele groep meen
de dat de weg om de Noord als onderdeel van het gehe
le plan een betere oplossing zou zijn dan de weg over
de Eng. Maar het heeft geen zin om de ontwikkeling
op te houden en kosten te maken voor alternatieven
waarin men eigenlijk niets ziet en die niet duidelijk als
een concurrerend alternatief kunnen worden gesteld.
De opmerking „het is fout omdat er geen alternatie
ven zijn bekeken en uitgediept" is op zich zelf niet
juist. In dat geval moet worden gezegd, welk alterna
tief nog niet is bekeken. Bij alle studies die hebben
plaatsgevonden zijn er geen andere duidelijke oplos
singen naar voren gekomen. Daarom heeft het geen
zin tijd te spenderen aan en kosten te maken voor
nieuwe onderzoekingen. Dan is er sprake van een soort
van hersengymnastiek die op zich zelf misschien wel
aardig is, maar waarmede de gemeente en de gemeen-
tefinanciën niet worden gediend.
Het college acht geen redenen aanwezig om het on
derhavige voorstel aan te houden. Er is gestudeerd, er
is gediscussieerd en de vragen zijn beantwoord. Er is
thans een uitgangspunt aanwezig waarmede kan wor
den verder gewerkt. Men moet niet op dit punt blijven
staan of om dit punt blijven heendraaien. Het college
heeft de indruk dat ieder, die met betrekking tot de
onderhavige kwestie iets op zijn hart had, heeft kun
nen spreken. Burgemeester en wethouders zien ook
niet in wat er met aanhouden kan worden bereikt.
Aanhouden zou betekenen doorgaan met verdere on
derzoekingen en studies, hetgeen eigenlijk wil zeggen