:k,
7
jft,
/an
ling
rnsti-
i
5 zen-
ater-
er-
t dat
loor
3rief.
de
om
ruk
n de
f-
Ca-
tie-
oe-
m
nie-
he
het
iar
tie
e
:rs
en
at
st.
:en
a.s.
:n
.e mi-
im-
re
gsplan
oofd
i de
in
zaak
en.
ting
tali-
de
e-
'e vre-
tiek
:n te
:n
reiken,
ing van
5 reeds
;er en
d de
i voor
ico in
vaar
dat is slechts zijn persoonlijk inzicht; hij kan het natuur
lijk mis hebben. Wanneer de gemeente blijkt wel enig risi
co te lopen, zou men hem achteraf terecht geweldige ver
wijten kunnen maken. Om dat risico uit te sluiten gelooft
hij dat het aanbeveling verdient aan te sluiten bij de twee
de gedachte van de heer Pieren, namelijk het uitsluitend
zenden van een brief aan de minister van verkeer en wa
terstaat.
Over de inhoud van de te zenden brief is nog helemaal
niet gesproken. In de brief kunnen onder meer de vol
gende feiten worden vermeld: De bezwaren die het ge
meentebestuur van Soest heeft tegen het tracé van de
nieuwe rijksweg nr. 28; een uiteenzetting van de redenen
die hebben geleid tot deze bezwaren; de mededeling dat
reeds overleg wordt gepleegd met het hoofd directie we
gen, maar dat het gemeentebestuur meende toch een
brief te moeten sturen, omdat het, gezien de verre staat
van voorbereiding van het gehele plan, vreest dat het plan
verder zal worden uitgewerkt
Op vorengenoemde wijze zal het overleg met het hoofd
directie wegen niet worden gefrustreerd. Het hoofd direc
tie wegen, dat ongetwijfeld in het bezit zal worden ge
steld van de brief aan de minister, zal immers in de brief
kunnen lezen dat het gemeentebestuur van Soest hoopt
dat het overleg met hem tot goede resultaten zal leiden.
De heer PIEREN zegt aan te nemen dat de raad tijdens de
raadsvergadering van 18 februari a.s. nader zal worden
ingelicht. Mocht het overleg met het hoofd directie we
gen niet tot bevredigende resultaten hebben geleid, dan
kan de raad alsnog de politieke weg bewandelen.
De VOORZITTER' Ja, die weg blijft helemaal open
De heer JONKER merkt op geheel tevreden te zijn met
de door de voorzitter voorgestelde oplossing. Het is heel
begrijpelijk dat degene met wie men overleg pleegt het
vervelend vindt, wanneer men buiten hem om nog weer
een andere weg bewandelt In het onderhavige geval is
dat echter niet zo erg, omdat er sprake is van een initia
tief uit de raad En een initiatief uit de raad is toch iets
anders dan een initiatief van de voorzitter die het gesprek
voert. Daarom is er op dit moment geen bezwaar tegen
om beide wegen te bewandelen.
De VOORZITTER zegt dat het thans het beste is om de
heer Sival een afschrift te zenden van de brief aan de mi
nister van verkeer en waterstaat.
Met betrekking tot het stuk wordt hierna overeenkomstig
het voorstel van de voorzitter besloten om de minister
van verkeer en waterstaat een brief te zenden, terwijl de
heer Sival in het bezit zal worden gesteld van een afschrift
van deze brief.
f. Brief d.d. 2 december 1970 van de Minister van Ver
keer en Waterstaat, gericht aan het college van burgemees
ter en wethouders, waarbij wordt medegedeeld, dat al
leen de omlegging van de rijksweg nr. 223 te Soesterberg
voor de aanwijzing tot onteigening is voorgedragen en dat
het plan voor de verdubbeling van het wegvak Soesterberg-
Amersfoort niet op de voorgestelde wijze zal worden uit
gevoerd, daar dit gedeelte nog nader zal worden bezien,
met voorstel deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
De heer PIEREN stelt voor om, gelet op de brief van
de minister van verkeer en waterstaat, rijkswaterstaat te
verzoeken Soest vroegtijdig op de hoogte te stellen van
de nieuwe plannen. De commissie grondbedrijf en uit
breidingsplan kon zich met deze wijze van afdoening
van de brief van de minister verenigen. Het verdient aan
beveling dat Soest vroegtijdig wordt betrokken in het
overleg met betrekking tot het nieuwe tracé van rijksweg
nr. 223.
De VOORZITTER merkt op dat de brief is gericht aan
het college van burgemeester en wethouders en niet aan
de raad. Het is dan ook eigenlijk niet duidelijk waarom de
brief van de minister voorkomt op de lijst van ingeko
men stukken. Burgemeester en wethouders dienen de
brief te beantwoorden.
Het college zal de minister antwoorden dat het erkente
lijk is voor diens begrip voor de moeilijkheden in Soes
terberg. Bovendien zal de minister worden medegedeeld
dat het gemeentebestuur van Soest graag in een zo vroeg
mogelijk stadium zal worden betrokken bij het overleg.
Met betrekking tot het stuk wordt hierna overeen
komstig het voorstel van de voorzitter besloten om de
minister van verkeer en waterstaat op de door de voorzit
ter voorgestelde wijze te antwoorden,
g. Brief van de „Vereniging Winkelcentrum De Smitshof"
d.d. 10 december 1970 inzake het houden van een koop
avond, met voorstel deze brief om advies in handen van
burgemeester en wethouders te stellen, evenwel onder de
mededeling, dat het college van burgemeester en wethou
ders de Kamer van Koophandel en de winkeliersvereni
ging Soest reeds hebben gevraagd ook hierover van advies
te dienen.
Mevrouw WALMA VAN DER MOLEN-DE VRIES vindt
het lofwaardig dat het college reeds aan de Kamer van
Koophandel en Fabrieken en de winkeliersvereniging
Soest om advies heeft gevraagd. Het verdient aanbeveling
dat ook de plaatselijke consumentenorganisaties om ad
vies worden gevraagd. Hoe de adviezen ook zullen luiden,
jammer genoeg zal het instellen van een koopavond geen
haalbare zaak blijken te zijn, omdat ook de meerderheid
van de winkeliers zich voor de instelling van een koop
avond dient uit te spreken; in Soest blijkt deze meerder
heid niet aanwezig te zijn.
Mevrouw ORANJE-ENTINK verbaast zich eveneens over
het feit dat geen advies wordt gevraagd aan degenen van
wie de winkeliers het moeten hebben, de consumenten.
Een peiling onder de consumenten is h.i. weinig kost
baar, omdat de mening van de consumentenorganisaties,
waarvan er vele zijn in Soest, door middel van een briefje
kan worden gevraagd.
De heer GRIFT zegt dat een koopavond, vooral voor de
dames, wel leuk is, maar de vraag rijst of er wel is ge
dacht aan de positie van het personeel. Het verdient dan
ook aanbeveling dat het college ook de vakbeweging ter
plaatse - het N.V.V., het N.K.V. en het C.N.V. - om ad
vies vraagt. Op deze wijze zal men ook kennis kunnen
nemen van de mening van het winkelpersoneel.
Wanneer een koopavond wordt ingesteld, zal het perso
neel overwerk opgelegd krijgen, waartegenover geen en
kele compensatie staat. Daarom mag bij het inwinnen van
adviezen de vakbeweging ter plaatse niet worden verge
ten.
De heer OLDENBOOM meent dat men zich ten onrechte
bezorgd maakt, het koffiedik kijken geschiedt met on
juiste koffie. Er zou wel eens iets heel anders uit de bus
kunnen komen dan men denkt.
De wethouder EBBERS zegt dat in de winkelsluitingswet
niet staat vermeld dat ook de consument om advies moet
worden gevraagd; desondanks heeft hij er geen bezwaar
tegen om inlichtingen in te winnen bij de plaatselijke con
sumentenorganisaties (voor zover zij althans te vinden
zijn, want dat blijkt wel eens niet eenvoudig).
De vakbonden zijn vertegenwoordigd in de Kamer van
Koophandel en Fabrieken, De vraag rijst dan ook of de
vakbonden nog afzonderlijk moeten worden benaderd.
Spreker is echter gaarne bereid om iedereen om advies