m
t
De VOORZITTER: Dit komt dinsdag a.s. aan de orde
in het college.
De heer VAN POPPELEN wijst erop dat vooral de
agrariërs in de buurt van de stortplaats en de brand
weer bijzonder verheugd over dit voorstel zullen zijn.
In de commissievergadering is nog gevraagd hoe zal
worden gehandeld ten opzichte van personen van
buiten de gemeente die hier vuil komen storten. Gaat
men die kosten berekenen of weigeren?
Wethouder EBBERS merkt op dat het probleem van
het glas ook bij het compostbedrijf zelf diverse malen
aan de orde is geweest. Het zou weinig uithalen als
men het glas in aparte dozen bij de vuilnisbakken zou
zetten, want wanneer men die dozen in de kraakwa
gens gooit, gaat het glas toch kapot. Er rijden geen
aparte wagens voor het ophalen van glas; dergelijke
wagens zou men eventueel moeten aanschaffen.
Overigens is het nog niet zo erg als er glas in het huis
vuil zit, want in het compostbedrijf wordt dit er wel
uitgezeefd.
Het voorstel om bij de stortplaats een aparte contai
ner voor glas neer te zetten - die moet dan wel zoda
nig worden afgedekt dat men er alleen glas in kwijt
kan en dat flessen e.d. niet her en der verspreid raken
- is te overwegen. Het is misschien mogelijk - hierover
zal overleg moeten worden gepleegd met gemeente
werken - ook in de wijken een proef met glascontai
ners te nemen. Spreker is verheugd te hebben verno
men dat er voor het glas afnemers zijn. Alleen vraagt
hij zich af of, als men erg veel glas verzamelt, niet
geld zal moeten worden toebetaald om het kwijt te
raken.
Met de heer Smit is spreker het eens dat eigenlijk nie
mand weet wat grof huisvuil is. Het zou zeker goed
zijn hierover een publikatie te laten verschijnen, ook
in het eigen voorlichtingsblad.
Met betrekking tot de suggestie van de heer Smit om
de gelegenheid die het compostbedrijf op woensdag
morgen biedt om er vuil te deponeren te verruimen,
moet spreker zeggen dat de capaciteit van de huidige
kleine oven daartoe niet toereikend is. Het is een bij
zonder primitief geval, dat geen grote hoeveelheden
grof huisvuil kan verbranden, en dat bovendien al ge
bruikt wordt voor de verbranding van resten die uit
het compostbedrijf komen. Deze zaak is in studie.
Tot de heer Van Poppelen kan spreker zeggen dat het
in de bedoeling ligt het aanbod van vuil door personen
van buiten de gemeente te weigeren. Vooraf zullen
echter duidelijke publikaties over dit punt moeten
verschijnen in de regionale pers.
Mevrouw ALTING-AMBROSIUS merkt op dat de
stortplaats zal worden gecontroleerd, zodat kan wor
den voorkomen dat kinderen in het vuil gaan graaien.
Wethouder EBBERS: Er werd ook gevraagd ergens in
een wijk een container te plaatsen, en die zou niet
worden bewaakt.
Mevrouw WALMA VAN DER MOLEN-DE VRIES
wijst erop dat in de plaatsen waar een proef is geno
men met onbewaakte containers in de wijken, de re
sultaten erg gunstig zijn. Misschien kan ook hier eens
een proef worden genomen, bijvoorbeeld gedurende
een maand. Voor veel mensen is het namelijk te veel
moeite het glas helemaal naar de container bij de
stortplaats te brengen.
Wethouder EBBERS nodigt mevrouw Walma van der
Molen uit eens te komen kijken naar de onbewaakte
stortplaats in Soesterberg, waar ook glas ligt, dat te
gen bomen in de omgeving kapot wordt geslagen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
200 Voorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan
„Soest-Zuid".
De VOORZITTER deelt mede dat de commissie grond
bedrijf en uitbreidingsplan zich met het voorstel kan
verenigen, met dien verstande dat:
a. de toegang naar het parkeerterrein voor de win
kels aan de Soesterbergsestraat via de Gallankamp
Pelsweg zal komen;
b. aan de Plasweg een kleine correctie wordt aange
bracht met betrekking tot de goothoogte voor één
bouwkavel;
c. de bouwstrook aan de Foekenlaan enigszins wordt
verlengd als logische afronding van de bebouwing tus
sen de bestaande bebouwing en het ter plaatse aanwe
zige fietspad.
Het college kan zich met deze wijzigingen verenigen.
De heer BLAAUW constateert dat uit het aantal be
zwaarschriften blijkt dat van publieke zijde grote be
langstelling voor dit plan bestaat. Het doet zijn fractie
veel genoegen te hebben vernomen dat vooral de heer
Peters bijzonder actief is geweest en veel indieners van
klaagschriften te woord heeft gestaan. Uit een en an
der blijkt dat veel mensen moeite doen om mee te
denken, hoewel daarbij uiteraard ook persoonlijk be
lang heeft meegespeeld.
Sprekers fractie is verheugd dat met de voorliggende
oplossing aan de meeste bezwaren is tegemoet geko
men. Overigens moet wel worden bedacht dat, zoals
ook de directeur van gemeentewerken in zijn toelich
ting schrijft, de toename van het verkeer niet alleen
wordt veroorzaakt door het doorgaande verkeer,
maar vooral door het verkeer dat ontstaat door het
gereedkomen van Klaarwater, Overhees e.d.. Men zal
er dus rekening mee moeten houden dat de wegen in
de toekomst zullen moeten worden „opgerekt".
Voorlopig is men echter gered.
De heer JONKER herinnert eraan dat ruim een jaar
geleden dankzij de goede zorgen van het bureau voor
lichting van Soest een brochure verscheen, waarin de
gang van zaken bij een bestemmingsplan uiteen werd
gezet. Er stond alleen één zin in waarbij hij destijds
een vraagteken heeft gezet, namelijk: „Eventueel in
gediende bezwaarschriften worden in het concept-be
sluit aan de raad, waar mogelijk, weergelegd."
Niet ontkend kan worden dat dit veelal een juiste om
schrijving van de vroegere gang van zaken was. Het zal
ook wel zo in de wet hebben gestaan. Zijns inziens
was het beter geweest te zeggen: „Aan eventuele be
zwaarschriften wordt zo veel mogelijk tegemoet geko
men."
Bij bestudering van de stukken van het bestemmings
plan „Soest-Zuid" kreeg hij tot zijn genoegen de in
druk dat in een aantal gevallen inderdaad is getracht
aan gerechtvaardigde bezwaren tegemoet te komen.
Het gaat soms nog wel wat tandenknarsend; zo wordt
op bladz. 4 van de nota geconstateerd dat „zeker niet
alle bezwaarschriften getuigen van voldoende inzicht
in de problematiek van het moderne verkeer." Het
eindresultaat, namelijk dat de verlegging van de over
weg van de Foekenlaan naar de Gentiaanlaan niet
doorgaat, komt in ieder geval tegemoet aan 48 be
zwaarschriften, 2/3 van het totale aantal.
103