Nr. 12 Soest, 19 oktober 1972. NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op donderdagl9 oktober 1972 te 19.30 uur. VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M. Corver-van Haaften. SECRETARIS de heer H. Borreman. Tegenwoordig de leden: mevrouw G.G.A. Alting-Ambro- sius, W.A. Blaauw, J.A. Detmar, L.J. Dijkstra, M.A. van Ee, J.J. Ebbers, P. Grift, M. de Groot, K. de Haan, H.M. Jon ker, J.C. Korte, mevrouw E. Korthuis-Elion, K. Levinga, R.A. van Logtenstein, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, P.C. Pieren, J.R. van Poppelan, A.H.F. Smit, J.C. Smits, mevrouw T.R. Walma van der Molen-de Vries en mevrouw M.C.P. Walter-van der Togt. Afwezig met kennisgeving de leden: D. Hoekstra, P.L.J.M. Storimans en C. Verheus. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor, met gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed door de voorzitter plaats. Vervolgens deelt zij mede, dat van de heren Hoekstra, Sto rimans en Verheus bericht van verhindering is ingekomen. Hierna constateert zij dat de publieke tribune zeer goed be zet is en dat daarop met name de jeugd vanavond flink ver tegenwoordigd is, o.a. door de aanwezigheid van een klas van de St. Theresiaschool, die zij hartelijk welkom heet. 220 Ingekomen stukken. a. Brief d.d. 24 juli 1972 van de heer W. v.d. Engel, Waldeck Pyrmontlaan 42, alhier, inzake het gebruik van het tennispark en clubgebouw aan de Schrikslaan. Besloten wordt te antwoorden overeenkomstig de ter inzage gelegde concept-brief. b. Controle-rapporten van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, met voorstel deze voor kennisgeving aan te nemen. De heer LEVINGA zou willen voorstellen dat er op het gemeentehuis een goede tweede kassier komt, zo dat de eerste kassier met een gerust hart met vakantie kan gaan. Wethouder EBBERS zegt dat het kleinigheidje dat in de vakantieperiode is voorgekomen en waarop de heer Levinga nu heeft gedoeld, inderdaad verband houdt met het feit dat de vervanging van de kassier geduren de de vakantieperiode erg moeilijk is geweest. Er is in middels een tweede kassier aangesteld. De heer LEVINGA merkt op dat er weliswaar een overschot in de kas was, doch dat dat voor een kassier net zo beroerd is als een tekort en dat het dus van be lang is, dat er een goede tweede kassier komt. Het stuk wordt voor kennisgeving aangenomen. c. Brieven van het Waterleidingbedrijf Midden-Neder land, waarbij worden toegezonden de begroting voor 1973 en de rekening 1970, met voorstel deze voor kennisgeving aan te nemen. De heer LEVINGA zegt dat er voor het grondig be kijken van de onderhavige stukken, die er bijzonder keurig uitzien en waarvoor duur papier is gebruikt, een accountant nodig zou zijn. Spreker kan dat niet. Hij kan alleen constateren, dat hij in 1967 plusminus f. 40,-- voor het water betaalde, in 1968 eveneens plus minus f. 40,--, in 1969 f. 60,-, in 1970 f. 80,- en in 1971 eveneens f. 80,-. Hij verwacht dit jaar een stij ging tot f. 90,-. Hij vindt dat er aldus van een bijzon der snelle stijging sprake is. Hij zou het op prijs stellen als de „watermannen" van Soest, de heren Ebbers en Jonker, hierop eens een beetje zouden letten of hem zouden vertellen of er een bepaalde reden is voor deze zeer snelle stijging. Wethouder EBBERS merkt op dat het een jaar of drie geleden de bedoeling was om de tarieven binnen het W.M.N.-gebied en de later bij het W.M.N. aangesloten gemeenten gelijk te trekken. Dat is toen verboden op grond van een prijsbeheersing. Er heeft toen een ver hoging van maximaal tien procent plaatsgehad. Daar door is het gat dat er in feite ontstond tussen de ge meente Utrecht, die nog altijd lagere tarieven dan het W.M.N.-tarief heeft, en het W.M.N.-gebied eigenlijk steeds groter geworden. Het schijnt nu de bedoeling te zijn om de tarieven in de provincie Utrecht uitein delijk op een gelijk peil te brengen. De stijging van de tarieven wordt in hoofdzaak veroor zaakt doordat de aan de waterwinning verbonden kos ten de afgelopen jaren bijzonder snel gestegen zijn en doordat er momenteel geweldig wordt geïnvesteerd in nieuwe leidingen en nieuwe stations, ten einde aan de behoefte te kunnen voldoen. Het is inderdaad te verwachten dat de tarieven nog verder zullen stijgen. Het water wordt steeds kostbaar der, het wordt een schaars bezit. De heer OLDENBOOM meent dat een kritische op merking over de naar zijn gevoel overdreven bouwac tiviteiten in kantoren van het W.M.N. op haar plaats is. Spreker zal graag vernemen in hoeverre Hilversum al watermeters heeft. De heer BLAAUW onderschrijft hetgeen de heer Le vinga heeft gezegd. De watertarieven stijgen steeds. Als er niet drastisch wordt gesnoeid en goed wordt be keken, vreest spreker dat deze tarieven een nog sterke re stijging zullen vertonen dan de heer Levinga ver wacht. Via de radio heeft spreker vanavond vernomen, dat het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft besloten de prijzen van water aldaar het komende jaar met twintig procent te verhogen en dat de betrokken wethouder heeft gezegd, dat het daar niet bij zou blijven, dat de waterprijzen in Rotterdam nu al ten minste dertig procent omhoog moeten, doch dat dat niet haalbaar niet aan het publiek te verkopen zou zijn. Spreker vreest dat het ook in Soest met de watertarieven een beetje die kant zal opgaan. De in Soest geldende gastarieven steken gunstig af tegen die welke in de rest van het land gelden. Vroeger gold hier wat de watertarieven betreft hetzelfde. Maar sinds Soest zich bij grote lichamen gaat of moet aansluiten, gaat het hier snel de verkeerde kant op. De heer JONKER merkt op dat een samengevoegd be drijf met een gecentraliseerde opzet als het W.M.N. verschilt van wat er vroeger is geweest. Het W.M.N. in vesteert niet alleen in uitbreidingen. Het bedrijf is vroeger in particuliere handen geweest en toen zijn be paalde zaken wat verwaarloosd. Wanneer de zaken vervolgens professioneel worden aangepakt en ervoor wordt gezorgd, dat de leidingen etc. voldoen aan de te stellen eisen, dat er wordt afgeschreven volgens be hoorlijke normen etc., dan gaan de kosten omhoog. Naar aanleiding van de opmerking van de heer Olden boom over het kantoorgebouw van het W.M.N. zegt 113

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1972 | | pagina 118