talen met minimale verbranding, voor Soest de gewenste op
lossing is.
Het derde punt dat wij verleden jaar in een motie noemden,
was de instelling van een zuiveringschap voor het stroomge
bied van de Eem. Wij vinden het nog steeds jammer dat
door Soest - en met ons door de regiogemeenten - niet meer
oppositie is gevoerd tegen het aantrekken van de provincie
van het milieubeheer van ons oppervlaktewater. Ik ben er
bang voor dat wij er later nog flink voor zullen moeten be
talen.
De uitslagen voor de verkiezingen van de Tweede Kamer heb
ben te zien gegeven een verschuiving naar de V.V.D. en naar
links, dus een polarisatie, en een verdere teruggang van het
confessionele blok. Dit kan tot gevolg hebben dat de raad in
1974 een heel andere samenstelling krijgt dan nu en dat de
ze ten aanzien van bepaalde plannen een heel andere visie
heeft dan wij. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Met
deze slogan wordt tegenwoordig de Engelse jeugd ingescha
keld bij de bestrijding van de verontreiniging van het leef
klimaat. Het spreekt vanzelf dat men futuroloog moet zijn
om de juiste voorspellingen te kunnen doen. Wij menen
naar beste weten te moeten doorgaan op de door ons inge
slagen weg: de vierbaansweg over de Eng moet er daarom
niet komen. Wij zullen ons er tegen blijven verzetten, want
wij menen dat de funeste plannen voor een autosnelweg
dwars door Soest, voor al het doorgaande verkeer, niet in
het belang van Soest zijn. Wij zijn ervan overtuigd dat onze
fractie - in Soest hebben nog altijd 5432 kiezers op de
V.V.D. gestemd - niet alleen staat in de volstrekte afwijzing
van de weg over de Eng.
Een groot deel van de burgerij wil die weg niet, en zeker de
opgroeiende generatie niet, de generatie die zojuist het
stemrecht en dus het recht van spreken heeft gekregen. Ook
zij is tegen de vervuiling van het milieu door benzinedampen
en lawaai, die een weg midden door deze gemeente met
zich brengt.
Als ik mij thans ga bezinnen op de toekomst van de gemeen
te, is vooral het punt van de financiële armslag van de gemeen
te van het grootste belang. Uw college zegt terecht dat, al
hoewel wij deze keer een sluitende begroting hebben, de
budgettaire positie van de gemeente bepaald niet zo roos
kleurig is. Waarom is zij niet rooskleurig? Ten eerste zijn de
ontvangsten uit het gemeentefonds teruggelopen, omdat in
de woningbouw en dus ook in de toename van de bevolking
geen groei meer zit. Wij hadden aangenomen dat er een ze
kere versnelde groei zou moeten plaatsvinden, maar daarvan
is dus geen sprake. Erger vind ik echter dat het accres van
6% populair gezegd: de Zijlstra-norm - is teruggebracht tot
een percentage dat tussen de 4 en de 5% ligt, terwijl het per
centage van de inflatie en van salarisstijgingen en dergelijke
vele procenten hoger is. Wij menen dat wij als gemeente in
de toekomst moeten leren leven met het feit dat wij met on
ze centen minder zullen kunnen gaan doen. Die situatie zal
zeker de eerstkomende jaren aanwezig zijn. Gezien het feit
dat wij ook met externe factoren te maken hebben, zoals
hoger wordende olie- en gasprijzen en hogere kosten voor
import, meen ik dat de financiële armslag die wij ons tot nog
toe hebben veroorloofd nog wel verder zal worden terugge
drongen. Ik ben bang dat wij veel minder geld zullen krijgen.
Wat betekent de begroting voor 1973 eigenlijk voor de gewo
ne ,S oester inwoner? Ik wil nu even een wijze van bereke
ning hanteren die zeer populair is; zij is misschien niet geheel
juist, maar maakt de zaak wel begrijpelijk. Als wij uitgaan
van een gezinssamenstelling van circa 3,5 personen en van
een inwonertal van ruim 38.000, zou kunnen worden ge
zegd dat er ongeveer 11.000 gezinseenheden zijn. Om de be
rekening echter wat gemakkelijker te maken, heb ik aange
nomen dat er in Soest 10.000 gezinseenheden zijn; dit komt
ongeveer overeen met het in Soest bestaande aantal perce
len. Uit de nota van aanbieding, bladz. 12 blijkt, dat aan
straatbelasting, rioolbelasting, reinigingsrechten en opcen
ten op de personele belasting, door elke gezinseenheid onge
veer f. 200,-- zal moeten worden betaald. Ik heb dus het be
drag van f. 2 miljoen gedeeld door 10.000. Wat gaat er nu
dit jaar gebeuren? Wegens afschaffing van de rioolwateraf-
voerrechten gaat de burger f. 25,— minder bétalen. Voor de
kosten en exploitatie van een rioolwaterzuiveringsinstalla
tie, welke installatie voor Soest en Soesterberg
f. 850.000,- kost, gaat de burger f. 85,- minder betalen.
Bij elkaar gaat de gemiddelde gezinseenheid dus f. 110,-
minder betalen.
Men zal echter ook méér moeten gaan betalen. Iedere bur
ger zal aan de provincie een heffing voor verontreiniging
van f. 64,— moeten gaan betalen. Bovendien vraagt de ge
meente een verhoogde straatbelasting, wat per gezinseen
heid neerkomt op ongeveer f. 22,-. Te zamen is dit dus
f. 86,- meer. Als men dit vergelijkt met wat men minder zal
gaan betalen, betekent dit dat de burger nauwelijks minder
zal gaan betalen. Daarom vinden wij dat de verhoging van de
straatbelasting acceptabel is.
Verder is het duidelijk geworden dat wij steeds meer moe
ten gaan uitgeven voor de welzijnszorg en dat wij daardoor
steeds minder geld voor verdere investeringen in de onrenda
bele sector zullen overhouden. Bedroegen de kapitaalslasten
tot nog toe 21%, nu is het nog nauwelijks 19%, en die ten
dens zet zich voort. Wij zullen in de toekomst dus zeer selec
tief moeten zijn met betrekking tot de projecten in de on
rendabele sector.
Het zal u duidelijk zijn dat wij in dit verband helemaal geen
moeite hebben met het afvoeren van het project van de weg
over de Eng, gezien de exorbitant hoge investeringskosten
daarvan, maar vooral - en dat vergeten de meesten - gelet op
de kosten van het jaarlijks onderhoud. Bovendien weet ik
niet of wij de voor dit project te vragen subsidie ooit zou
den krijgen. Vandaag aan de dag behoeven wij van de rijks
overheid niets, maar dan ook niets te verwachten. Er is dus
in! feite helemaal geen geld beschikbaar voor de aanleg van
een vierbaans-autosnelweg. Wij kunnen echter niet doorgaan
met het voeren van een beleid dat van de aanleg van die weg
uitgaat. Wij menen daarom dat wij ons beleid moeten om
buigen, nu direct. Het is dringend noodzakelijk thans een
aantal maatregelen te treffen.
Ten eerste is dat de reconstructie van de bestaande weg over
de Eng en het doortrekken daarvan tot aan de Soesterberg-
sestraat, d.w.z. vanaf de Julianalaan tot aan het busstation
Soest-Zuid. Ten tweede zal spoedig het tracé van een cen-
trumweg moeten worden vastgesteld, met een aansluiting
aan de Koningsweg en een aansluiting in de richting van
Amersfoort.
In het verleden heeft men ons wel eens gevraagd wat nu de
alternatieven voor de weg over de Eng zijn. Ik meen dat ik
dit al eens heb gezegd, maar ik zal het nu nog eens naar vo
ren brengen. Als men er echt naar wil zoeken, zijn er vele
alternatieven te vinden, maar op dit moment meen ik, met
de bescheiden wetenschap die ik in deze materie heb, dat de
meest gerede oplossing gebaseerd is op de zogenaamde vari
ant nr. 2 uit het eindrapport van de werkgroep regionaal
structuurbeleid voor de gemeenten Amersfoort, Hoevelaken,
Hoogland, Leusden, Soest en Stoutenburg, dat in 1966,
1967 werd opgesteld. Nu ook Baarn en Eemnes in het Sa
menwerkingsorgaan Eemland deelnemen, is dit alternatief
nog belangrijker geworden. Baarn wenst geen doortrekking
van de dubbelbaansweg vanaf Soest langs het paleis naar
rijksweg 1. Wat Baarn wel wil, is de doortrekking van de
provinciale weg S 3, dus de weg vanaf het paleis langs Baarn