ren. Mij is gezegd dat de grond in ons bos nogal slecht is en
dat hele stukken bos beter geschikt zijn om er weer heide
van te maken. Ik beloof de heer De Groot echter dat wij
de mogelijkheid van de teelt van kerstsparren zullen bespre
ken met degenen die ons in zaken als deze achter de scher
men adviseren. Wij zullen bekijken of het productie-element
van het bos iets kan worden vergroot, want op het ogenblik
is het eigenlijk helemaal recreatiebos.
Nu vind ik eerlijk gezegd het tekort op het bos van
f. 80.000,- niet zo erg groot als ik bedenk dat Soest 40.000
inwoners telt. Het bos kost ons dus f. 2,~ per inwoner.
Wanneer ik nu bezie wat andere zaken in onze gemeente
per inwoner kosten, heb ik het gevoel dat voor onze eigen
inwoners als ook voor de gehele regio voor die f. 2,- per in
woner een heleboel goeds wordt geboden.
Tot de heer Van Ee, die over de intergemeentelijke samen
werking heeft gesproken, moet ik zeggen dat ik het idee
heb dat wij een klein staatje zouden vormen in het grotere
regio-staatje als wij ons meer met Eemnes en Baarn zouden
verenigen, tenminste wanneer dit allerlei zaken zou betref
fen. Over het gezamenlijk gebruik maken van een grote kwe
kerij zou eventueel te praten zijn, maar het vormen van een
kongsi in de regio met de gemeenten Eemnes en Baarn, zou
de verstandhouding in die regio niet ten goede komen. Wij
hebben nu eenmaal voor samenwerking in de regio Eemland
gekozen. Die regio werkt, zij het met alle gebreken die nog
aan intergemeentelijke samenwerking kleven, en ik meen
dat wij dit niet moeten frustreren door een kleine kongsi
aan te gaan. Als ik de heer Van Ee wellicht niet geheel goed
heb begrepen, hoor ik dat ongetwijfeld nog wel.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT houdt
het volgende betoog:
Mevrouw de voorzitter! Ik heb de indruk dat een groot
deel van de algemene beschouwingen is besteed aan consta
teringen. Ik moet u eerlijk zeggen dat ik niet zo veel vragen
en verzoeken om inlichtingen heb kunnen noteren.
Als ik begin met het onderwerp gemeentewerken, kom ik
het eerst aan de door de heer Van Ee genoemde pomp, die
door de vorige burgemeester cadeau is gegeven. Deze pomp
zal geplaatst worden in het oude buurtje achter de oude
kerk, nl. op de plaats waar vroeger een pomp stond: bij De
Drie Ringen, dat zal worden gerestaureerd.
De voorzitter is al ingegaan op de doorlichting van het appa
raat en op een eventuele samenwerking met de directe na
buurgemeenten.
Ik weet niet of Baarn behoefte heeft aan gebruik van onze
kwekerij. Het is na te gaan. Zij vormt een mooie nederzet
ting op de Eng en voorziet in een geweldige behoefte, voor
al ten aanzien van de concentratie van het plantsoenenon-
derhoud. Als de heer Van Ee spreekt van bevriezing van het
personeelsbestand van gemeentewerken, word ik wel huive
rig, omdat het personeel al zo lang in de kou staat. En nu
wü de heer Van Ee het ook nog gaan bevriezen. De perso
neelsleden zitten al zodanig opgepakt in het kleine gebouw,
dat er al jaren een geringere uitbreiding is dan
De heer VAN EE: Als zij werken, worden zij vanzelf warm.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Zij zit
ten zo opgepakt dat zij zich nauwelijks kunnen bewegen.
De heer VAN EE: Dan moeten zij naar buiten en werken.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Misschien
kunt u het jaarverslag van gemeentewerken er nog eens op
naslaan, dan ziet u wat er eigenlijk allemaal voor toename is
van werkzaamheden die grotendeels met hetzelfde personeel
moeten gebeuren.
De heer VAN EE: U moet mijn opmerkingen in een grotere
context zien.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT: Ik ben
bang dat wij ons zelf te kort gaan doen, als wij het door u
bepleite zouden nastreven.
Er is verder ten aanzien van gemeentewerken als zodanig
weinig opgemerkt, dat tot mijn portefeuille behoort.
Vorig jaar hebben wij ten aanzien van de ruimtelijke orde
ning uitvoerig gesproken over de kwestie van de ontwikke-
lingsschets die op het ogenblik in de maak is. Er is over
gesproken dat er onderzoekingen werden gedaan, dat er
brainstorming had plaats gevonden om te komen tot een
doelstellingennota. De bedoeling was om die aan de orde
te stellen. Met alle inbreng van externe adviseurs wordt dat
echter zo'n kostbare aangelegenheid, dat wij er bang voor
zijn om het als apart stuk - dat tamelijk abstract wordt -
aan te bieden. Wij zijn er mee bezig om het te integreren in
het gehele ontwikkelingsplan en om het meteen in zodani
ge vorm te gieten - hetgeen hoofdzakelijk in eigen huis ge
schiedt - dat de ontwikkelingsschets in zijn geheel kan wor
den aangeboden als een vervanging van de structuurnota
van 1969, maar dan aangevuld en uitgebreid met de onder
zoekingen en met de uitkomsten van het nieuwe vierkan
tensysteem dat op het ogenblik wordt gebruikt. Men heeft
waarschijnlijk in de krant gelezen, hoe het Groningen met
zijn doeleindennota is vergaan: de aanvankelijke doelein
dennota was te abstract en is gevolgd door een maatstaven-
nota. Ik heb begrepen dat ook Groningen toch wel moeite
heeft met het verwerken van al de inspraak, die, hoe nuttig
ook, vaak zo tegenstrijdig is. Men heeft in de krant ook
kunnen lezen dat de vorm van inspraak zoals die gehan
teerd is door de commissie stadspark toch zijn nut af
werpt. Er is een nieuwe visie op het stadspark naar voren ge
komen. De commissie heeft gemeend dat er ook een alter
natieve visie, waarvoor zij meer voelt, ter kennisneming
moest worden overgelegd. Ik heb deze visie ontvangen, maar
het college is daarmede nog niet bekend. Wij zullen deze no
ta doorpraten, ook met de commissie grondbedrijf en uit
breidingsplannen en zien in hoeverre wij er gebruik van kun
nen maken.
De plannen voor Soesterveen-Zuid vorderen gestaag. Er is
nog wel wat problematiek geweest op het stuk van de wa
terbeheersing. Daarvoor waren verschillende oplossingen
mogelijk. De commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan
nen zal over deze kwestie binnenkort worden ingelicht.
Wij hopen begin volgend jaar publiekelijk te maken wat de
plannen zijn.
Zoals bekend is, was het de bedoeling om in de plannen
voor Soesterveen-Zuid, Klein Engendaal en in de buurt van
de Koningsweg hoogbouw op te nemen. Wij hebben inmid
dels kennis kunnen nemen van het rapport woningmarkton
derzoek in de regio. Volgens dit rapport is er in de regio
behoefte aan 12% tot 15% hoogbouw, maar als men ziet
wat er in de regio allemaal gebouwd gaat worden en wat er
al aan hoogbouw staat, moet men concluderen dat de ge
noemde percentages al bereikt zijn. Wij zijn nu doende door
te rekenen of het mogelijk is in het plan Soesterveen-Zuid
uitsluitend laagbouw te plaatsen. In dit verband zijn wij ook
aan het bekijken of het nog wel zinvol is om in het plan
Kerckenlandt hoogbouw te zetten. Met deze hoogbouw zou
den wij ons doel wel eens kunnen voorbijschieten. Nagegaan
moet worden wat - in verband met de exploitatie en het
bouwrijp maken van de grond - de kosten van de laagbouw
zullen worden. Hierbij speelt nog een ander element een
rol, nl. het inwonertal van de gemeente. Ik heb begrepen
dat het zo'n ramp niet is, als wij door het overgaan van
hoog- naar laagbouw een geringer aantal inwoners zouden
krijgen. Het blijft daardoor misschien allemaal wat plezieri
ger. Maar wij zullen wel een inwonertal van 50.000 in de
157