reerd, het gaat om die 25% van de ouders die niet zou
hebben betaald. Betreft dit die f. 9,- van verleden
jaar? Het gaat toch niet al over het bedrag van f. 17,-?
De VOORZITTER bevestigt dat de brieven die het
college heeft ontvangen betrekking hebben op de bij
drage van f, 9,- die men verleden jaar moest betalen.
Zij heeft nog geen brieven gezien over die f. 17,—.
PAR. 7. CULTUUR EN RECREATIE.
De heer PIEREN brengt in herinnering dat de raad
verleden jaar ten aanzien van volgnr. 8-70.12, Subsi
die aan het Utrechts Symfonie Orkest, heeft gezegd,
dat die post moest worden geschrapt. Thans staat de
ze post er echter weer op. In het afdelingsonderzoek
is hierover uitvoerig gesproken en de totale afdeling
minus de voorzitter heeft toen gezegd: Raam deze
post pro memorie, gelet op de mededeling van de
voorzitter dat de mogelijkheid niet is uitgesloten dat
de provincie deze uitgave dwingend zal opleggen.
Spreker stelt nu voor deze post inderdaad pro memo
rie te ramen.
Mevrouw WALMA VAN DER MOLEN-DE VRIES
heeft deze post zelf ook in het afdelingsonderzoek
aan de orde gesteld, omdat aan de culturele commis
sie een advies met betrekking tot de subsidiëring van
het Utrechts Symfonie Orkest was gevraagd. Het ging
daarbij niet om een subsidie van f. 4.000,-, maar om
een subsidie die in vijf jaar zou oplopen tot bijna
f. 45.000,-, en dan nog wel gerekend in guldens van
nu. Gisteravond is deze zaak nog eens in de culturele
commissie behandeld. Het advies dat de commissie
wordt gevraagd is ontzettend uitgebreid. Voorts bleek
dat de wethouder op 9 januari over deze materie een
bespreking zal hebben met gedeputeerde staten. Het
Utrechts Symfonie Orkest heeft een tekort van
f. 256.000,-, dat nu maar gedekt moet worden door
de gemeenten in de provincie. Volgens een bepaalde
verdeelsleutel zouden de grote gemeenten 16% van
dat tekort moeten betalen, tot welke gemeenten ook
Soest wordt gerekend. Soest zou dan 14% van die
16% voor zijn rekening moeten nemen, wat in vijf
jaar zou oplopen tot bijna f. 45.000,—, gerekend in
guldens van nu. Spreekster heeft toen gezegd dat
men zich ernstig zou moeten beraden of men wel
aan deze regeling zou meedoen In de culturele com
missie is indertijd gevraagd eens uit te zoeken hoe
veel mensen vanuit Soest de concerten van dit orkest
bezoeken. Zij weet dat een redelijk gebruik wordt ge
maakt van de populaire concerten die door de V.V.V
worden verzorgd, maar die concerten vormen niet de
hoofdmoot van het programma van het orkest. Het
orkest stelt dat het in provinciaal en ook in regionaal
verband van een zodanige importantie is dat alle ge
meenten mee moeten subsidiëren. Spreekster wil dit
best doen, mits dat belang maar bewezen is. Aange
zien dit echter nog niet is uitgezocht, wil zij het stand
punt van haar fractie handhaven om deze post thans
pro memorie te ramen totdat er nadere gegevens be
kend zijn over het gesprek dat de wethouder met ge
deputeerde staten zal hebben. Zij hoopt die gegevens
dan te vernemen in de vergadering van de culturele
commissie, waarna die commissie verslag kan uitbren
gen aan de raad. Daarom wil zij thans bepleiten niet
deze f. 4.000,- te reserveren, maar deze post pro me
morie te ramen en een diepgaand onderzoek in te
stellen naar de vraag of men in deze regeling moet
deelnemen.
Het Utrechts Symfonie Orkest heeft gezegd dat het
grote orkest zou worden opgesplitst in drie kamer-
muziekensembles, om daarmee de boer op te gaan,
want alleen met dergelijke ensembles kan men in
kleine zalen en kerken spelen. Als het echter alle ge
vraagde subsidies binnensleept, is het voor spreekster
nog een dubieuze zaak of dit wel zal gebeuren. Heeft
de gemeente f. 4.000,- over voor het subsidiëren van
concerten en komt men straks tot de overtuiging dat
men dat bedrag niet aan het U.S.O moet geven, dan
zou zij willen zeggen: haal voor dat bedrag op eigen
initiatief drie keer een kamerconcert naar Soest.
De heer DE GROOT memor eert dat de materie waar
op volgnr 8.70.72 betrekking heeft, in de laatste
raadsvergadering uitvoerig is besproken. De raad heeft
toen besloten om aan de Stichting Kinderboerderij
een lening te verstrekken, de betaling van rente en af
lossing te garanderen van een door de stichting aan te
gane geldlening en een perceel grond met opstallen -
Oude Grachtje 3 - aan deze stichting te verhuren,
zulks op voorwaarde dat eerst een deskundig onder
zoek zou worden ingesteld naar de bodemgesteldheid
ter plaatse om te weten te komen of inderdaad scha
de te vrezen zou zijn aan in de toekomst eventueel te
bouwen of te restaureren opstallen. Als spreker goed
is geïnformeerd, zijn de verbouwingswerkzaamheden
ter plaatse inmiddels aangevangen, Moet hij hieruit de
conclusie trekken dat het college er in is geslaagd en
kele deskundigen aan te trekken die, voorzien van ma
terialen en gereedschappen, ter plaatse een onderzoek
naar de bodemgesteldheid hebben ingesteld? Zo ja, is
dat onderzoek dan positief uitgevallen en heeft het
college daarover een rapport ontvangen? Zou het col
lege dat rapport op zeer korte termijn aan de raadsle
den ter beschikking kunnen stellen en zou het nu al
vast kunnen mededelen wat de conclusie van het on
derzoek is?
Mevrouw KORTHUIS-ELION sluit zich wat het
U S O. aangaat gaarne aan bij wat mevrouw Walma
van der Molen heeft gezegd.
Met betrekking tot de aankoop van kunstwerken is bij
de algemene beschouwingen aangedrongen op het han
teren van een percentageregeling. Het is niet de be
doeling dat de raad nu een bepaald percentage vast
stelt, maar dat de raad in principe uitspreekt dat hij
het bedrag dat voor de verfraaiing van de nieuwbouw
wijken wordt aangewend wil koppelen aan de open
bare projecten die worden aangenomen.
De heer OLDENBOOM merkt op dat zijn fracties
het betoog van de heer De Groot over de kinderboer
derij geheel ondersteunen Ook zij vinden dat de
voortvarendheid wel degelijk moet worden begrensd.
Voorts zijn de fracties van mening dat de subsidie aan
het U.S.O. niet zonder slag of stoot kan worden ver
leend. Het mannenkoor „Apollo" heeft om een subsi
dieverhoging van f 200,- gevraagd; het heeft welis
waar geen begroting en geen rekening overgelegd,
maar voor f. 200,— is dat ook haast Wel te veel ge
vraagd. Als spreker nu deze f. 200,- vergelijkt met
de f. 4.000,- voor het U.S.O is zijn vraag of het
U.S.O. de subsidie-aanvrage voor de daartoe gestelde
datum heeft ingediend. Is het niet mogelijk die paar
honderd gulden voor „Apollo" alsnog op de begro
ting op te voeren?
De heer JONKER constateert dat onder volgnr.
8.70.42 betreffende het fonds voor aankoop van
kunstwerken, evenals in voorgaande jaren een bedrag
van f. 15.000,- is geraamd. Bij de algemene beschou-