was, is ingetrokken), deze zaak er heel anders zal uitzien.
Hij gelooft overigens, dat mevrouw Oranje zich zelf te
kort en onrecht aandoet als zij zegtWij zitten hier voor
niets en vragen ons af waarvoor wij hier dan nog komen.
Het college van burgemeester en wethouders is er name
lijk op uit om, met name via de onderwijscommissie, de
raad de meest volledige inlichtingen over al deze zaken te
verschaffen en houdt uiteraard nauwkeurig rekening met
de mening van de commissie van bijstand. Wij vinden het
namelijk ook niet leuk dat dit gebeurt, aldus spreker; het
slachtoffer is het schoolbestuur geweest.
Men heeft thans te maken met een brief van gedeputeer
de staten aan de gemeenteraad, dus met een kwestie tus
sen gedeputeerde staten en de gemeenteraad. Het betreft
hier niet een voorstel van het college, maar een kwestie
die eigenlijk alleen tussen de gemeenteraad en gedeputeer
de staten speelt.
De heer PIEREN zegt in het kort het tegenstemmen van
zijn fractie te willen toelichten.
Ook de PAK-fractie heeft zeer veel eerbied en waarde
ling voor al het werk dat door de leden van het betrok
ken schoolbestuur in hun vrije tijd wordt gedaan. Het
gaat de fractie in deze dan ook niet om de knikkers,
maar zuiver om het spel. Juist gedeputeerde staten moe
ten op dergelijke afwijkende procedures attent zijn, daar
zijn zij gedeputeerde staten voor, aldus spreker; als zij op
een dergelijke manier hun zaken behartigen (in de nieuw
jaarsrede van de burgemeester heeft men kunnen beluis
teren, dat zij het plan Tetterode ook weer met een half
jaar verschoven hebben), gaat het bij ons om het spel en
niet om de knikkers.
De heer LE VINGA merkt op, dat het hem toch ook wel
om de knikkers gaat. Hij wijst erop dat het in deze om ge
meenschapsgeld gaat en zegt dan, dat hij vindt dat hier
mede zuinig moet worden omgesprongen, doch dat dat
in dit geval niet is gebeurd.
De heet OLDENBOOM vestigt er de aandacht op, dat de
knikkers die met deze zaak gemoeid zijn, f. 7.000,- per
jaar bedragen en dat uitstel van de beslissing in deze toch
wel erg veel geld kost,
De heer VAN POPPELEN wijst erop, dat de begroting
een bedrag van f. 78.395,- te zien gaf, maar dat het
werk in kwestie voor f. 70.000,- is uitgevoerd.
Het verzoek van gedeputeerde staten wordt hierna inge
willigd, waarbij wordt aangetekend, dat de PAK-fractie
zich met de genomen beslissing niet heeft verenigd.
G, Brief d.d. 12 november 1971, afdeling IA, nummer
4295AZ/3819 van gedeputeerde staten van Utrecht, in
zake het bericht van ontvangst ingevolge artikel 198 der
gemeentewet met betrekking tot wijziging van de A.P.V.
ten aanzien van het sluitingsuur voor cafetaria's, alsmede
het verbod langs de openbare weg niet gei'soleerde bedra
ding aan te brengen.
Deze brief wordt voor kennisgeving aangenomen.
H Moties van de gemeenteraden van Vlaardingen en Ber
gen (N.H.) ten aanzien van de regeringsplannen voor het
onderwijs, alsmede een brief van 25 november 1971 van
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met betrek
king tot moties van gemeenteraden en verzoeken om ad
hesie, met voorstel - mede gelet op de inhoud van de
brief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten - de
moties van genoemde gemeenteraden voor kennisgeving
aan te nemen,
De heer PIEREN merkt op, dat inmiddels wel is gebleken,
dat men in feite in iedere gemeente kampt met het pro
bleem waarop deze beide moties betrekking hebben. Zo
wel bij de behandeling van de begroting 1971 als bij de
behandeling van de begroting 1972 is de nood op het ge
bied van het onderwijs duidelijk naar voren gekomen. Daar
om stelt de PAK-fractie voor, dat de gemeenteraad van
Soest deze beide moties ondersteunt door er adhesie aan
te betuigen.
Wanneer iedere gemeenteraad maar moties aan de lopen
de band zou aannemen en die moties vervolgens over alle
gemeenteraden van Nederland verspreid zouden moeten
worden, zou er natuurlijk ontzaglijk veel werk over de ge
meenteraden verspreid worden en zou de zin van moties
verloren gaan. Bij het beraad dat hierover in sprekers
fractie heeft plaatsgevonden, heeft men zich ookbezigge-
houden met de vraag wat de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten nu eigenlijk is en met name de vraag hoe het
bestuur van deze vereniging, die ontzaglijk veel goed werk
verricht, is samengesteld. In verband hiermede zou spreker
gaarne van het college vernemen of dat bestuur uitslui
tend uit burgemeesters is gevormd, dan wel daarin ook
wethouders en gewone gemeenteraadsleden zitten.
Spreker zou aan de Vereniging van Nederlandse Gemeen
ten, waaruit alle mogelijke subcommissies van deskundi
gen worden gevormd, die bepaalde onderdelen van de
werkzaamheden der gemeenten behartigen, een gang van
zaken willen voorstellen, waarbij een gemeenteraad die een
belangrijke motie aanneemt en die over alle gemeenteraden
wil verspreiden, kanvolstaan met toezending van die motie
aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Deze ver
eniging geeft een nieuwsbericht uit en zou hierin dan de
meest belangrijke en urgente moties, bijv. ook moties be
treffende onderwerpen ten aanzien waarvan zij zelf ook
reeds aan het werk is, bijv. via onderzoekcommissies of
onderhandelingen met Tweede-Kamercommissies, kunnen
publiceren, voorzien van een korte noot in deze geest:
"Wij hebben ter zake ook al contact opgenomen met de
desbetreffende Tweede-Kamercommissie", of: "Deze
zaak is in studie". Spreker zou hetnieuwsbericht van de
vereniging van Nederlandse Gemeenten dan ook graag
aantreffen in de leesmap van de raad, waarin hij het tot
nu toe nooit heeft gezien. Als de raadsleden dat nieuws
bericht in de leesmap aantreffen, kunnen zij ook een
beetje inzicht krijgen in wat er zoal bij de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten aan de gang is, leeft en bloeit.
Namens zijn fractie stelt spreker voor, dat hetgeen hij nu
naar vorenheeft gebracht ter kennis wordt gebracht van
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, opdat er in
de door hem bedoelde zin een nieuwe werkwijze zal wor
den gevolgd.
Mevrouw WALMA VAN DER MOLEN-DE VRIES merkt
op, dat, toen de raad een vorige keer een motie van de
gemeenteraad van Raalte over een onderwijsprobleem be
reikte, zij heeft betoogd dat zij wel gevoelig is voor de ar
gumenten van redelijkheid waarmede zou kunnen worden
beweerd, dat men maar niet kan doorgaan met elkaar mo
ties te sturen en die dan al of niet te ondersteunen, met
als verfijnder argument dat als een motie niet door alle
gemeenten wordt ondersteund, bij het ministerie wel
eens de indruk zou kunnen worden gevestigd, dat de zaak
in kwestie niet zo leeft. Spreekster blijft van mening dat
haar dit waarschijnlijk redelijk in de oren zou klinken met
betrekking tot alle onderwerpen, behalve ten aanzien van
onderwijs. Zij handhaaft dan ook haar opvatting, dat de
gemeenteraad van Soest deze soort van moties op het ge
bied van het onderwijs - naar haar mening één van de al
lerbelangrijkste dingen in onze maatschappij voor nu en
voor de toekomst - moet blijven ondersteunen.
De VOORZITTER neemt aan, dat men uit de circulaire