vriendelijke woorden die u hebt gesproken.
U hebt in het kort geschetst hoe de raad hier kritisch en
open tegenover en met het college werkt. Ik durf te zeggen,
dat dit voor mij geen nieuwe werkwijze zal zijn. U kunt dit
straks misschien even verifiëren bij het college van burge
meester en wethouders van Heiloo. Ook daar haddenwij al
tijd de gewoonte om openlijk in de commissies de zaken te
bespreken, ook daar werd het college door de gemeente
raadsleden de kritiek niet bespaard, (wij vonden: soms te
recht en soms ten onrechte) en wij hebben daar toch altijd
met elkaar een goede oplossing kunnen vinden.
Wanneer dat hier ook zo kan, dan verheugt mij dat alleen.
Ik ben er principieel voorstandster van als burgemeester bo
ven de partijen te staan. Ik heb dat inderdaad ook al ge
zegd in een inter view en ik weet dat mijn voorganger er ook
zo over denkt. Ik kan u bij deze toezeggen, dat ik deze
stelling onder alle omstandigheden zalhandhaven.
U hebt een burgemeester gezocht die net als uw vorige bur
gemeester hard wil werken en ik vind: Je hebt een baan of
je hebt haar niet en als je een baan hebt, moet je haar zo
goed mogelijk vervullen. Ik meen dat dat nog altijd een goe
de gewoonte is.
Even sprekende over Soesterberg, hebt u gezegd: Soester-
berg is een stuk van Soest en Soesterberg wil ook een stuk
van Soest zijn. Toch vroeg u speciale aandacht voor de pro
blemen van Soesterberg die zo levensgroot zijn. Ik weet dat
Soesterberg een stuk van Soest is en morgenavond zal ik het
genoegen hebben kennis te maken met de wijkraad van
Soesterberg. Ik spreek nu verder geen oordeel uit, maar ik
dacht een moment: Is er misschien iets? Als dat zo zou zijn,
merk ik dat in de loop der tijden wel. Dat blijft dan nu nog
een verrassing voor mij.
Ik hoop en ik heb al het vertrouwen, dat ik met de raad van
Soest bijzonder prettig zal kunnen samenwerken. Wij zullen
dan met ons allen ons best kunnen doen om de taak die
Soest heeft en die waarachtig niet zo klein is, een taak
waarom de gemeente Soest niet altijd heeft gevraagd, maar
die haar ook van buitenaf wordt opgedrongen, zo goed mo
gelijk te verrichten en toch ook nog een beetje aan ons
zelf als Soestenaren te denken.
(Applaus)
De VOORZITTER sluit hierna, te 19.52 uur, de vergadering.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der
gemeente Soest op 22 juni 1972.
De secretaris, De voorzitter,
80