Nr. 8 Soest, 22 juni 1972.
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag 22 juni 1972 te 19.30
uur.
VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M.
Corver-van Haaften.
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius,
W.A. Blaauw, J.A. Detmar, L.J. Dijkstra, M.A. van Ee, J.J.
Ebbers, M. de Groot, K. de Haan, D. Hoekstra, H.M. Jon
ker, J.C. Korte, mevrouw E. Korthuis-Elion, R.A. van Log-
tenstein, mevrouw P.J. Oranje-Entink, J.R. van Poppelen,
A.H.F. Smit, J.C. Smits, P.L.J.M. Storimans, C. Verheus,
mevrouw T.R. Walma van der Molen-De Vries en mevrouw
M.C.P. Walter-Van der Togt.
Afwezig met kennisgeving zijn de leden: P. Grift, K. Levinga,
G.H. Oldenboom en P.C. Pieren.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed
door de voorzitter plaats.
Vervolgens deelt zij mede dat bericht van verhindering is
ingekomen van de heren Grift, Levinga, Oldenboom en Pie
ren.
130 Beëdiging van het nieuw benoemde raadslid, de heer
J.A. Detmar.
De heer Detmar legt in handen van de voorzitter de
in de gemeentewet voorgeschreven eden af.
De VOORZITTER wenst de heer Detmar geluk met
zijn installatie en verzoekt hem zijn plaats in te nemen.
131 Vaststelling van de raadsnotulen d.d. 9 en 25 mei
1972 en 1 juni 1972.
De VOORZITTER stelt aan de orde de notulen van
de vergadering van 9 mei 1972. Zij wijst erop dat op
blz. 65, linker kolom, in de eerste zin van boven, in
plaats van „de heer Van Dam" moet worden gelezen:
„de heer Verdam".
De notulen worden, met inachtneming van de aange
brachte wijziging, zonder hoofdelijke stemming vast
gesteld.
De VOORZITTER stelt vervolgens aan de orde de no
tulen van de vergadering van 25 mei 1972. Volgens
een schriftelijke opmerking dient op blz. 73, linker
kolom, de zin: „Wat de procedure en de kostenbe-
groting betreft, heeft het college de indruk dat de
schoolbesturen voldoende kennis ontberen" als volgt
te worden gewijzigd:
„Wat de procedure en de kostenbegroting betreft,
heeft het college niet de indruk dat de schoolbesturen
voldoende kennis ontberen".
De notulen worden, met inachtneming van de aange
brachte wijziging, zonder hoofdelijke stemming vast
gesteld.
De notulen van de vergadering van 1 juni 1972 worden
zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming on
gewijzigd vastgesteld.
132 Ingekomen stukken.
a. Brief met bijlagen d.d. 24 april 1972, nummer U.c
72-2896/07.352.18 van de A-Kring Utrecht-C be
scherming bevolking, inzake rekening en verslag van
de kring over het jaar 1970.
Besloten wordt deze stukken voor kennisgeving aan te
nemen.
b. Brief d.d. 29 maart 1972 van de heer C.F. van Vliet
c.s. inzake de beplanting in een inham van de Schou
tenkampweg.
Besloten wordt adressanten te berichten conform de
bij de raadsstukken ter inzage gelegde concept-brief,
c. Brief d.d. 29 maart 1972 van mevrouw E.M.T. Ra
demaker-Beuken inzake hinder, veroorzaakt door het
bedrijf N.V. Lindner, met voorstel adressante con
form de bij de raadsstukken ter inzage gelegde brief
te berichten.
De heer DE GROOT kan zich geheel verenigen met
het zenden van deze brief aan mevrouw Rademaker,
maar wil even de aandacht vestigen op de moeilijke
situatie waarin het bedrijf Lindner verkeert. In de
brief wordt gesteld dat het bedrijf heeft toegezegd dat
het bij een ongunstige windrichting geen werkzaam
heden zal verrichten die stank veroorzaken. Het be
trokken industrieterrein ligt ten zuidwesten van een
dichtbebouwde woonkern, en omdat in Nederland ge
durende driekwart van het jaar de wind uit het zuid
westen komt, lijkt het hem voor het bedrijf zeer moei
lijk de gedane toezegging na te komen. Spreker vraagt
zich af - die vraag stelt hij ook aan het college van bur
gemeester en wethouders - of het indertijd wel juist is
geweest het industrieterrein ten zuidwesten van de
woonkern te situeren.
De heer VAN POPPELEN wijst erop dat van de brief
aan mevrouw Rademaker vooral de tweede alinea van
blz. 2 van belang is. Daar staat: „In ieder geval zal
thans op korte termijn de gemeente in overleg treden
met het Directoraat-Generaal van de Arbeid en het
bedrijf om in gezamenlijk overleg te komen tot het
stellen van alleszins aanvaardbare normen. Aan de
hand van deze normen kan worden bezien, welke
voorzieningen het bedrijf precies dient te treffen".
Hij meent dat hiermee wordt tegemoet gekomen aan
de wens van mevrouw Rademaker. Spreker zal het
zeer op prijs stellen als te zijner tijd bekendheid zal
worden gegeven aan het resultaat van het overleg dat
met het Directoraat-Generaal van de Arbeid en het
bedrijf zal worden gevoerd, opdat de inwoners van
Soestdijk zullen weten waar zij aan toe zijn.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
antwoordt de heer De Groot dat het inderdaad de
bedoeling van het bedrijf Lindner is om stank-veroor
zakende werkzaamheden alleen bij een gunstige wind
richting uit te voeren. Als driekwart gedeelte van het
jaar een ongunstige wind waait, houdt men nog een
kwart jaar met gunstige wind over om het stank-ver
oorzakende procédé toe te passen. Bovendien heeft
spreekster begrepen dat dit procédé slechts enkele ke
ren per maand moet worden toegepast. Men wacht
daarbij de weersomstandigheden af, maar zoals ook in
de brief staat kunnen die omstandigheden plotseling
veranderen. De commissie voor het grondbedrijf heeft
het bedrijf bezocht en heeft daarbij de indruk gekre
gen dat men alle moeite doet om zo min mogelijk
hinder te veroorzaken. Het is evenwel moeilijk te be
palen wanneer de norm voor stankoverlast wordt
overschreden. Het bedrijf stelt dat het op dit moment
wellicht kan tegemoet komen aan de klachten die zijn
geuit, maar dat de mensen ten aanzien van deze vorm
van milieuverontreiniging steeds gevoeliger worden,
zodat zij over een jaar of twee opnieuw met klachten
zullen kunnen komen.
In overleg met de arbeidsinspectie wordt getracht te
komen tot een normstelling. Het bedrijf zal maatrege-
81