153a. Vaststelling notulen raadsvergadering d.d.
22 juni 1972.
De notulen worden zonder discussie of
stemming ongewijzigd vastgesteld.
Nr. 9 Soest, 20 juli 1972
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag 20 juli 1972 te 19.30
VOORZITTER
SECRETARIS
de burgemeester, mevrouw mr. J.M.
Corver-van Haaften
de heer H.S.G. van Dongen, tweede
loco-secretaris.
Tegenwoordig de leden: mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius,
J.A. Detmar, L.J. Dijkstra, J.J. Ebbers, P. Grift, M. de
Groot, K. de Haan, H.M. Jonker, J.C. Korte, mevrouw E.
Korthuis-Elion, K. Levinga, R.A. van Logtenstein, G.H. Ol-
denboom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, P.C. Pieren, A.H.F.
Smit, mevrouw T.R. Walma van der Molen-De Vries (later)
en mevrouw M.C.P. Walter-Van der Togt.
Afwezig met kennisgeving zijn de leden: W.A. Blaauw, M.A.
van Ee, D. Hoekstra, J.R. van Poppelen, J.C. Smits, P.L.J.M.
Storimans en C. Verheus.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor om
met gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het ge
bed door de voorzitter plaats. Vervolgens deelt zij mede, dat
bericht van verhindering is ingekomen van de heren Stori
mans, Blaauw, Van Poppelen, Hoekstra, Verheus, Smits en
Van Ee en dat mevrouw Walma van der Molen iets later zal
komen.
154 Ingekomen stukken.
a. Besluit d.d. 9 juni 1972 van gedeputeerde staten
van Utrecht, waarbij goedkeuring wordt verleend aan
het bij raadsbesluit d.d. 17 juni 1971 vastgestelde be
stemmingsplan „Egghermonde I" met voorstel de
stukken voor kennisgeving aan te nemen.
De heer PIEREN vraagt of er al hoger beroep is aan
getekend tegen het onderhavige plan.
De wethouder EBBERS zegt dat het plan pas ter visie
is gelegd.
De VOORZITTER deelt mede dat de vraag van de
heer Pieren over drie a vier weken volledig kan worden
beantwoord.
Met betrekking tot deze ingekomen stukken wordt
besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door
burgemeester en wethouders is voorgesteld.
b. Besluit d.d. 16 juni 1972 van gedeputeerde staten
van Utrecht, waarbij goedkeuring wordt verleend aan
het raadsbesluit d.d. 20 april 1972 tot vaststelling van
de Verordening tot wijziging van de bouwverordening.
Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
c. Brief d.d. juni 1972 van de Soester Kunstenaarsver
eniging Artishock inzake toezending van een rapport
over de voortzetting van het sociaal-cultureel cen
trum met voorstel dit stuk voor kennisgeving aan te
nemen.
De heer PIEREN merkt op dat hij de onderhavige
brief in handen zou willen zien gesteld van de culture
le commissie.
De VOORZITTER deelt mede dat het onderhavige
schrijven een afschrift betreft van een brief die Ar
tishock heeft gericht tot de culturele commissie. Het
lijkt het beste om het stuk aan te houden, totdat de
culturele commissie hierop heeft geadviseerd.
De wethouder DIJKSTRA zegt dat de onderhavige
brief onderwerp is van een grondige studie door de
culturele commissie. Uit deze commissie is een kleine
commissie gevormd die zich bezighoudt met de redac
tie van het commentaar op de brief De brief met het
commentaar komt dus in de raad terug.
Artishock heeft in de brief zijn teleurstelling uitge
sproken over het uitblijven van een beheerscommis
sie. Daaraan zit allerlei vast, waarop spreker nu niet
dieper wil ingaan. Gisteravond heeft de culturele com
missie met een aantal leden, naar aanleiding van de
nota die de raad in april 1970 is aangeboden, over de
ze kwestie haar gedachten laten gaan. De situatie is
inmiddels nl, geheel veranderd Er heeft zich een evo
lutie voorgedaan in het karakter en de werkzaamhe
den van Artishock. Vandaar dat er een geheel andere
vorm zal worden gegeven aan het contact met de
kunstenaarsvereniging en aan het beheer over het ge
bouw. Zodra het college met Artishock tot overeen
stemming is gekomen over de beheerscommissie
nieuwe stijl zal aan de raad concrete voorstellen wor
den gedaan over deze aangelegenheid
De heer JONKER zegt dat de term „voor kennisge
ving aannemen" een wat ambtelijke formulering is die
voor buitenstaanders vaak de indruk wekt, dat de raad
voor de betrokken zaak geen belangstelling heeft of
er verder niets mee doet. Dit is hier dus totaal niet het
geval. Daarom is spreker er bijzonder gelukkig mede,
dat de wethouder op de kwestie even is ingegaan en
heeft gezegd, dat zij in de culturele commissie volop
wordt bekeken. Spreker begrijpt uit diens woorden
dat het gisteravond een soort van besloten vergadering
is geweest. Het is verheugend dat het beheer van het
Artishockgebouw nu eindelijk geregeld gaat worden,
want het is duidelijk dat het allemaal veel te lang heeft
geduurd.
De wethouder DIJKSTRA: Het is allang geregeld.
De heer JONKER: Dan is het mij helemaal duister,
maar wij zullen dit vanavond maar niet uitpraten.
Voortgaande zegt spreker dat het in ieder geval
overduidelijk is, dat men met een cultureel beleid dat
bestaat uit vrijblijvende verklaringen van de wethou
der dat ieder hem even lief is - waarover spreker bij
de laatste begrotingsbehandeling reeds het een en an
der heeft gezegd - niet zo gek ver komt. Spreker hoopt
dat de wethouder de belangen van Artishock, die be
wezen heeft een belangrijke rol in het culturele leven
van Soest te kunnen spelen, op juiste wijze tegen de
Haagse subsidiegevers zal weten te verdedigen. Spre
ker krijgt wel het gevoel dat de wethouder van cultu
rele zaken en de mensen van Artishock op enigszins
verschillende golflengten uitzenden en ontvangen.
De heer PIERENMevrouw de voorzitterNemen
wij het stuk nu in discussie, of wachten wij daarmede
tot het advies van de culturele commissie is versche
nen?
De heer JONKER meent dat wat hij heeft op te mer
ken volledig ter zake is. Door het, door hem reeds
aangegeven, op verschillende golflengten ontvangen
en uitzenden van de wethouder en de kunstenaars
vereniging wordt een vruchtbare dialoog uiteraard be
moeilijkt. Spreker hoopt dat de culturele commissie
de rol van tussenstation kan vervullen, dat beide par
tijen begrijpt en aldus zal kunnen zorgen voor een
vlotte regeling van zaken die al te lang hebben gele
gen.
Het stuk wordt aangehouden voor advies van de cul
turele commissie.
d. Schrijven van gedeputeerde staten van Utrecht in
zake wijziging van de Jaarwedderegeling wethou-
89