band met de vakantietijd. Het lag aanvankelijk in het
vooruitzicht dat vanavond de heer Pieren en ik de eni
ge aanwezige fractievoorzitters zouden zijn. Gelukkig
zijn enige andere fractievoorzitters inmiddels ook van
vakantie teruggekeerd, maar men heeft mij gevraagd
het spreken bij deze gelegenheid toch maar even voor
mijn rekening te nemen. Ik doe dit graag.
Ik heb als ik hier als zevenjarig raadslid moet spreken
tot een twintigjarig raadslid, het gevoel dat Klein Duimp
je ongetwijfeld ook gehad zal hebben toen hij tegen de
grote reus aan moest praten.
Mijnheer Pieren! Wij allen hebben natuurlijk een enorm
ontzag voor uw geweldige staat van dienst. Ik meen na
mens ons allen te mogen zeggen, dat het ons toch wel
een klein beetje weemoedig stemt hier vanavond af
scheid van u te moeten nemen. Er heeft eens iemand
ergens gezegd dat afscheid nemen eigenlijk een klein
beetje sterven is. Dat is wel wat erg gezegd, vooral om
dat wij elkaar hier zo in blakende welstand aantreffen.
Maar ik meen dat wij allen wel een klein beetje wee
moed gevoelen, hetgeen zoeven ook wel is gebleken
uit de woorden van de voorzitter van onze raad.
Het is een nare zaak als iemand op een bepaald moment
een keuze moet doen tussen zijn drukke werkzaamhe
den en zijn raadswerk en dan de keuze uiteindelijk
moet laten vallen op zijn dagelijkse werkzaamheden en
daarbij het raadslidmaatschap moet laten schieten. Wij
allen kennen de ervaring dat onze drukke werkzaamhe
den moeilijk te combineren zijn met ons vele raads
werk en wij allen voelen wel met u mee, dat er op een
gegeven moment een beslissing moet worden genomen,
een uiterst moeilijke beslissing. Ik spreek van een uiterst
moeilijke beslissing, omdat wij weten dat u altijd met
enorm veel enthousiasme het raadswerk heeft gedaan.
Wij betreuren het dat u heeft moeten besluiten om met
dit werk te stoppen. Anderzijds wordt uw besluit door
ons natuurlijk gerespecteerd. Wij weten dat u geen an
dere beslissing kon nemen. Je zou op een gegeven mo
ment kunnen besluiten het dan maar wat kalmer aan te
gaan doen, maar daar bent u de man niet naar, want
het is bij u: helemaal of helemaal niet. Wij weten dat u
zich altijd met enthousiasme en met volle overgave
heeft ingezet voor de belangen van onze gehele gemeen
te Soest - in zonderheid voor de ibelangen van het ge
deelte van onze gemeente dat met Soesterberg wordt
aangeduid, maar dat nemen wij u helemaal niet kwalijk.
Mevrouw de voorzitter. De heer Pieren gaat ons helaas
verlaten, maar hij laat ons niet alleen achter. Wij heb
ben namelijk, zoals u zoeven al terecht heeft opgemerkt,
nog enkele van zijn geesteskinderen in ons midden. U
heeft al even gewezen op de wijkraad, een typisch
geesteskind van de heer Pieren. Wij kunnen ook nog
noemen de commissie voor de beroepschriften, want
ook aan het tot stand komen daarvan heeft de heer
Pieren een enorm aandeel gehad. Ik meen verder ver
nomen te hebben, dat er in de portefeuille nog een
voorstel van de heer Pieren zit dat in de toekomst in de
raad behandeld zal worden, namelijk een voorstel om te
komen tot het aanstellen van een sociaal raadsman. Het
ligt naar ik meen in de lijn van de verwachtingen, dat
ook dat voorstel een redelijke kans van slagen zal heb
ben. Dat zou betekenen dat er een derde geesteskind
van de heer Pieren geboren wordt. Ik zou zeggen dat
hij zo een leuk gezinnetje in ons midden laat
Ik meen dat wij allen ervan overtuigd zijn, dat wij de
heer Pieren hier vanavond heus niet voor het laatst zien.
Hem kennende, wetende dat hij onmogelijk zich ge
heel zal kunnen distantiëren van het werk voor onze
gemeenschap, ben ik ervan overtuigd, dat wij hem, het
zij mogelijk (wanneer zijn drukke werkzaamheden wat
minder druk zullen zijn geworden) als raadslid, hetzij
in een andere functie of hoe dan ook, zeker nog wel
weer eens zullen ontmoeten ook op het vlak van het
gemeentelijk bestuur.
Ik wil hier niet veel woorden meer aan toevoegen. Ik
weet dat woorden dikwijls te veel kunnen zijn en dat
ze ook nauwelijks in staat zijn om onze gevoelens tot
uitdrukking te brengen.
Wij zien de heer Pieren node gaan. Wij hebben altijd
prettig samengewerkt. De heer Pieren is een man, die,
wars van tegenstellingen, altijd heeft gestreefd naar
overeenstemming, naar samenwerking. Het opscherpen
van tegenstellingen heeft hij altijd verworpen. Het is
tegenwoordig een beetje in om tegenstellingen op te
scherpen en dat wordt dan met een modern woord
polarisatie genoemd. Gelukkig hebben wij dat bij de
heer Pieren nooit in die vorm aangetroffen. Het is altijd
bijzonder prettig geweest om met hem samen te werken.
Mijnheer PierenWij als raadsleden willen u graag een
kleine attentie aanbieden ter herinnering aan de pretti
ge samenwerking die er altijd heeft bestaan in de raad
van de gemeente Soest. Ik zal u deze attentie, voor de
aanschaffing waarvan ik mevrouw Korthuis van harte
dankzeg, thans gaarne overhandigen.
(De heer DE GROOT overhandigt de heer Pieren namens
de gehele raad een koffertas, onder het uitspreken van
de volgende woorden: Ik overhandig u deze attentie
onder aanbieding van onze beste wensen en ik wens u
Gods zegen toe op uw verdere levenspad.)
De heer PIEREN zegt daarop het volgende:
Mevrouw de voorzitter! In de twintig jaren waarin ik
naar raadsvergaderingen of commissievergaderingen ge
gaan ben, heb ik dat nog nooit met zoveel gevoelens
gedaan als vanavond, wetende dat ik vanavond afscheid
zou moeten nemen van een groot aantal vrienden. Toen
ik in 1953 in de raad kwam, was de eerste zittingsperi
ode vijf jaar. Het was toen natuurlijk eerst even wennen
aan de raadsleden. Dat hebben wij na alle gemeenteï-
raadsverkiezingen gehad, maar wat mij in de gemeente
Soest altijd zo heeft aangegrepen is de wil tot samen
werking van iedere fractie. Er is hier in de loop der ja
ren een grote vriendschap gegroeid. Het is niet zo, dat
je als politieke fracties tegenover elkaar staat. Je moet
het met elkaar doen. Van de vriendschap die hier ge
groeid is, moet ik nu afscheid nemen. Dat doet mij per
soonlijk z-eer veel leed, dat spijt mij erg. Ik ben nu een
maal een dynamische figuur en om nu dadelijk van acht
uur 's morgens tot twaalf uur 's avond alleen maar aan
de Detam en aan de uitvoering van de s.v. te denken...
Maar hetgeen de s.v.r. in augustus nog van plan is, bete
kent dat wij als uitvoeringsorgaan nog beter ons best
moeten gaan doen, dat wij minder klachten moeten
krijgen enz, (uw man, die ook in de uitvoering van de
s.v. zit, begrijpt dit wel en ik zal er nu niet verder over
uitweiden) en het zal ontzaglijk veel van mijn tijd vra
gen om wat dat betreft de zaken goed op te bouwen.
Een mens moet zich kunnen ontspannen in andere
werkzaamheden. Ik heb altijd met graagte en met zeer
veel liefde het vele werk gedaan, omdat ik het ontspan
nen en gesteund door mijn vrouw en mijn kinderen
heb kunnen doen, Vooral toen de kinderen nog klein
waren heeft mijn vrouw veel moeten opvangen.
Ik dank het college van harte voor de mij toegekende
erepenning. Ik weet dat deze penning maar zeer schaars
wordt toegekend. Daarom waardeer ik haar zeer. Met