taak van de ouders behoort. Pas wanneer zou blijken
dat er behoefte is aan aanvulling, kan die aanvulling,
met instemming van de ouders, op school worden ge
geven. Maar spreker is van mening dat daarbij de
grootst mogelijke voorzichtigheid moet worden be
tracht. Zo ergens, dan geldt wel hier het spreekwoord,
dat het bederf van het beste het slechtste is. Daarom
dringt hij er op aan er nauwlettend op toe te zien dat
deugdelijke voorlichting wordt gegeven. Er wordt
vandaag den dag onder het mom van sexuele voorlich
ting heel wat te koop en te bezien aangeboden. Men
denke aan sexfilms die in de bioscopen te zien zijn en
die ook nog de goedkeuring van de filmkeuring krij
gen (soms met wat gehaspel, na eerst te zijn afgekeurd).
Ook dergelijke films dragen de naam voorlichtend te
zijn. Spreker hoopt dat de jeugd van Soest voor der
gelijke sexuele voorlichting gespaard mag blijven.
Hij zou het op prijs hebben gesteld als de raadsleden
de gelegenheid was geboden kennis te nemen van het
hier te gebruiken lesmateriaal. Als om geld wordt ge
vraagd voor een nieuwe aardrijkskunde- of rekenme
thode, wordt dikwijls het lesmateriaal voor de raads
leden ter inzage gelegd. In het onderhavige geval
echter ontbreekt elk voorbeeld. De raad weet totaal
niet welk materiaal zal worden gebruikt om de kinde
ren deze voorlichting te geven.
Spreker vertrouwt dat het college een en ander nauw
lettend zal gadeslaan. Hij is er van overtuigd dat dit
niet de laatste aanvraag voor materiaal voor sexuele
voorlichting zal zijn. Hij meent dat dit voor Soest de
eerste aanvraag is, maar die zal waarschijnlijk wel
door meerdere worden gevolgd. Hij hoopt dat in toe
komstige gevallen de raad iets meer wordt geïnfor
meerd over het te gebruiken lesmateriaal.
De heer HOEKSTRA is het in grote trekken wel eens
met het betoog van de heer De Groot; vooral met
diens opmerking dat sexuele voorlichting in de eerste
plaats de taak is van de ouders. Daar zal iedere ouder
wel mee instemmen. Of er nooit eens op de lagere
school over sexuele dingen wordt gesproken, is een
andere zaak, Maar spreker gelooft dat men niet moet
zeggen: Nu gaan wij van negen tot half tien aan sexue
le voorlichting doen.
Intussen gelooft spreker dat de heer De Groot een
fout maakt als hij uitweidt over de methode. Dit is
een aanvraag van een bijzondere school. De raad heeft
alleen te beoordelen of hij al dan niet medewerking
kan verlenen, of de aanvraag de eisen van de wet al
dan niet overschrijdt. Het laatste gebeurt in dit geval
niet. De raad kan dan ook volmondig „ja" zeggen. De
school zelf is volledig verantwoordelijk voor de aan te
schaffen methode. Als het een openbare school was
geweest, zou de heer De Groot gelijk hebben. Bij
openbare scholen ligt ook altijd een voorbeeld voor
de raadsleden ter inzage. Ook een bestuur van een bij
zondere school doet dat wel eens. Maar dat is dan een
extraatje; het bestuur hoeft dat helemaal niet te doen.
Op grond van het voorgaande dringt spreker er bij de
heer De Groot op aan diens stem wel aan het voorstel
te geven.
De heer VAN POPPELEN neemt aan dat de gehele
raad het met de heer De Groot eens is, dat de sexuele
opvoeding een taak is van de ouders. Vooral in deze
tijd kan het echter een verlichting van de taak van de
ouders betekenen, wanneer ook op de school aan
dacht aan sexuele voorlichting wordt besteed. Als het
verzoek alleen was gekomen van het schoolhoofd, had
spreker er bezwaar tegen kunnen hebben. Maar met
deze aanvraag gaat het bestuur van de school - dat
mede door de ouders wordt gekozen - akkoord. Daar
om juicht sprekers fractie dit voorstel toe.
De heer LEVINGA is het uiteraard met de vorige
sprekers eens, dat de sexuele voorlichting primair de
taak van de ouders is. Maar hij zou niet graag de
ouders de kost geven die op dit punt - om welke reden
dan ook - in gebreke blijven Hij ziet daarom hier wel
degelijk een taak ook voor de school. Hij is dan ook
blij met de voorzichtige stap van het bestuur van de
Stichting voor Katholiek Onderwijs te Soest op dit
terrein. Hij hoopt dat deze voorbereiding van de voor
lichting gevolgd zal worden door voorlichting.
De heer VAN EE zegt dat de heer Hoekstra de zaak
zeer juist heeft weergegeven. Hij ondersteunt diens
betoog.
Wethouder DIJKSTRA merkt op dat alle woordvoer
ders hebben gezegd dat de sexuele voorlichting pri
mair de taak van de ouders is. Daar is hij het roerend
mee eens. Dat is geen punt om van mening over te
verschillen. De praktijk leert echter - en dat is het kar
dinale punt - dat vele ouders schromen hun kinderen
over de sexualiteit voor te lichten. Er zijn grote groe
pen ouders die deze voorlichting gewoon niet over de
lippen kunnen krijgen Er zijn andere ouders die wel
het verlangen hebben deze voorlichting te geven en dat
ook als hun taak zien, maar die het blijkbaar niet op
de juiste wijze kunnen doen.
Twee jaar geleden is naar aanleiding van initiatiefvoor
stellen van het toenmalige raadslid Pieren en andere
leden van de P. v d. A.-fractie onderzocht of er een
mogelijkheid was voor een soort kadercursus voor het
onderwijzend personeel, zowel bij het openbaar als
bij het bijzonder onderwijs. Het college dacht toen
een mogelijkheid daartoe te hebben gevonden via een
federatief bureau in Zeist, dat zich op deze zaak had
geworpen en dat met name in de stad Utrecht en in
Zeist en omgeving werkzaam is. Een aan dat bureau
verbonden getrouwde katholieke dame met een nor
maal gezin met kinderen is door het college uitgeno
digd voor een gesprek Het college had daarbij een
enkel schoolhoofd en naar spreker meent ook enkele
leden van de onderwijscommissie uitgenodigd. Men
stond - dat was althans bij spreker het geval - aanvan
kelijk misschien wat kritisch tegenover deze zaak.
Maar na de voordracht van genoemde dame was spre
ker volledig van het nut van de zaak overtuigd, gezien
de door haar aangehaalde praktijkervaring en met na
me gezien de grote schroom bij vele - zowel confessio
nele als „humanistische" - ouders om deze voorlichting
zelf te geven, alsmede een bepaalde onkunde bij vele
ouders wat betreft het geven van deze voorlichting.
De kadercursus is toen georganiseerd Helaas is echter
de praktische uitvoering afgestuit op onvoldoende
medewerking van het onderwijzend personeel. De cur
sus moest tot tweemaal toe worden uitgesteld, omdat
er volstrekt onvoldoende aanmeldingen kwamen.
Het verheugt spreker dan ook dat er nu een andere
vorm van voorlichting komt. Hij is bijzonder benieuwd
naar het resultaat Tijdens de commissoriale behande
ling heeft hij gezegd: Als deze proef in elk opzicht
gunstig uitvalt, kan het wel eens zijn dat het college
het onderwijs aanmoedigt de sexuele voorlichting op
deze wijze ter hand te nemen.