vrij op naam te verkopen zal spreker ongetwijfeld
de sympathie en de vriendschap van velen kunnen
verwerven. In de door hem afgelegde ambtseed wordt
echter gesteld dat hij het waarachtig belang van de ge
meente steeds voor ogen dient te houden. Gelet op de
omstandigheden en het huidige prijspeil van de wo
ningen meent hij dat het alleen maar in het belang
van de gemeente (dat wil zeggen de gehele gemeen
schap) is om de huizen te verkopen tegen de door
het college vastgestelde prijzen.
Met vele andere raadsleden acht hij het onjuist om in
de verkoopvoorwaarden een anti-speculatie bepaling
op te nemen. Opneming van die bepaling mag zijns
inziens alleen geschieden, wanneer er wordt gekocht
voor een lagere prijs.
De heer VAN VLOTEN betreurt het dat te weinig is
gedacht aan de bewoners van de huizen zelf. Er wordt
zijns inziens niet genoeg aandacht besteed aan de re
denen waarom de bewoners eventueel hun huis willen
kopen. De betrokken bewoners zijn geen kapitalisten.
Zij wonen in huizen die in zekere zin behoren tot de
sociale woningbouwsector. In vergelijking tot de hu
ren van woningen van gelijke kwaliteit kunnen de hu
ren laag worden genoemd.
Een bewoner moet, gelet op het te betalen huurbe
drag, toch wel haast gek zijn om de door hem bewoon
de woning voor zo'n hoog bedrag te kopen, wanneer
de betrokkene niet bevreesd is dat hem iets boven het
hoofd hangt. Te vrezen valt dat vele bewoners op het
enquêteformulier de vraag of zij de woning willen ko
pen met ja hebben beantwoord, omdat zij vrezen dat
de gemeente wellicht het gehele blok woningen zou
willen overdoen aan een particuliere beleggingsmaat
schappij. Spreker zou graag van burgemeester en wet
houders de verzekering willen hebben dat zij dat be
slist niet van plan zijn.
De heer VAN POPPELEN: Daarover heeft de raad
zich reeds lang uitgesproken!
De heer VAN VLOTEN: Die angst leeft bij de bewo
ners.
Voortgaande zegt spreker dat er een anti-speculatie-
bepaling in de verkoopvoorwaarden is opgenomen,
terwijl er sprake is van een waarde bij verkoop bij
vrije oplevering. Hij is voor handhaving van de anti-
speculatiebepaling en toepassing van een andere
waardebepaling bij verkoop.
Hij stemt in met verkoop van de huizen, maar hij
meent dat de verkoop van de grond dient te worden
vervangen door het uitgeven van de grond in erfpacht,
Wanneer daartoe wordt besloten, zal het voorstel wel
licht vandaag moeten worden aangehouden.
Wethouder DE HAAN zegt dat hij zich, gezien de dui
delijke stellingneming van de verschillende woord
voerders, niet al te uitvoerig zal bezighouden met een
filosofie ten aanzien van het collegevoorstel. In de
loop der jaren heeft hij meermalen ervaren dat het
geen zin heeft te pleiten voor een zaak die op voor
hand duidelijk blijkt te liggen.
Aanneming van het onderhavige voorstel - hoe dan
ook geamendeerd - betekent nog niet, dat de huizen
zullen worden verkocht. Men dient zich terzake geen
illusies te maken, Er zal, wanneer het voorstel wordt
aangenomen, alleen een stap zijn gezet op de weg die
leidt tot de mogelijkheid van verkoop.
Het valt te betreuren dat het niet mogelijk is geble
ken reeds thans te putten uit de gegevens van de en-
quete die is gehouden onder de bewoners van woning
wetwoningen. Wanneer dat wel mogelijk was geweest,
zouden raad en college meer gegevens ter beschikking
hebben gehad over de belangstelling die de bewoners
hebben voor type woning en huurklasse. Het is naar
de mening van het college niet zinvol om op de uit
slag van deze enquete te wachten.
Spreker betreurt het dat de in het geding zijnde wo
ningen op de voorgestelde wijze uit het gemeentelijk
woningbezit zullen verdwijnen, vooral omdat er geen
alternatieven kunnen worden geboden aan kooplusti
ge bewoners. Het is nl. niet mogelijk om elders in de
gemeente premiewoningen in ongeveer dezelfde prijs
klasse te kopen. Wanneer dat wel het geval zou zijn
geweest, zou de neiging om te blijven zitten misschien
wel aanzienlijk minder groot zijn geweest.
Terecht heeft het mevrouw Korthuis teleurgesteld
dat er zo weinig is doorgestroomd. Wel heeft zich het
merkwaardige feit voorgedaan dat er de laatste jaren -
zeker relatief gezien - iets meer doorstroming is ge
weest vanuit het onderhavige type woning dan vanuit
de woningwetwoningen, terwijl de behoefte aan door
stroming vanuit deze laatste categorie woningen nog
veel groter is. Vier maanden geleden is de laatste wo
ningwet-eengezinswoning vrijgekomen. Deze markt
zit dan ook volkomen vast. Dat is een ernstig feit. De
lijst van medische gevallen groeit op dit moment al
leen maar. Dat is bijzonder tragisch, omdat er op deze
lijst gevallen staan die eigenlijk geen dag kunnen
wachten.
Het laten stromen van geld in plaats van woningen is
een wissel op de toekomst, want het geld van nu bete
kent op zijn vroegst woningen over anderhalf a twee
jaar.
De heer Van Poppelen zij erop gewezen dat sinds 1969
nog verscheidene gevallen zijn geholpen aan een der
thans in het geding zijnde woningen. Dat was niet
meer mogelijk geweest, wanneer reeds in 1969 een
aanzienlijk aantal van deze woningen was verkocht.
Verschillende woordvoerders hebben gevraagd op
welke wijze het college de sociale woningbouw tege
moet denkt te l^omen met het vrijkomende geld. Het
komt het college niet wenselijk voor om de huid te
verdelen voordat de beer is geschoten. Eerst dienen
hogere instanties zich immers nog uit te spreken. Pas
nadien zal over de huid kunnen worden beslist. Spre
ker zegt echter gaarne toe om, mede aan de hand
van de uitkomsten van de enquete onder de bewoners
van woningwetwoningen, een nota (een soort van in
formatiestuk) samen te stellen over het gehele huis-
vestingsvraagstuk. In deze nota kunnen enkele moge
lijkheden tot besteding van de vrijkomende gelden
worden opgenomen. De huid moet niet worden ver
deeld voordat de beer is geschoten, maar er kan na
tuurlijk wel overleg plaatsvinden over de wijze waar
op de huid zal worden verdeeld, wanneer de beer is
geschoten. Op dit moment moet men echter niet van
het college verwachten dat het terzake iets kan mede
delen, want het heeft nog geen tijd gehad om zinvol
gedachten met betrekking tot deze materie op papier
te zetten.
Het enquêteformulier is samengesteld in overleg met
de commissie. Wanneer er op het enquêteformulier
een vraag staat die een van de raadsleden een beetje
vreemd voorkomt, moet ik de opmerking terzake ver
wijzen naar de commissie, want de commissieleden
hebben er zelf bijgezeten toen de vragen werden sa
mengesteld.
123