stel voorgelegd. Het lijkt spreekster niet zinvol een en- quete te houden over hetgeen er overigens aan de wo ningen moet worden gedaan. Er zal onderhoud worden gepleegd. De daarvoor benodigde gelden komen goed deels uit de fondsen, wil men tenminste de huren op een peil houden dat voor de woningen in kwestie ver antwoord is. De heer VAN EE heeft begrepen dat de elektrische installatie van vele der woningen waarover het gaat uitermate slecht is. In een aantal van deze woningen is er zelfs maar één stopcontact en kan men niet eens een wasmachine gebruiken. Spreker zou ervoor willen plei ten dat wanneer het noodzakelijk blijkt dat er een elec- trische installatie wordt veranderd, ervoor wordt ge zorgd dat men een beter gebruik van electriciteit kan maken. Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT zegt dat ook het door de heer Van Ee aangesneden punt aan de orde zal komen. Besloten wordt dat wordt medegedeeld, dat een totaal plan voor onderhoud en verbetering van gemeentewo ningen op korte termijn gereed komt. d. Brief van 13 september 1973 van de Wijkraad Soes- terberg, met het verzoek zich uit te spreken dat de ver ontreinigingsheffing in Soesterberg ten onrechte wordt opgelegd, met voorstel de wijkraad te berichten dat een lager orgaan - i.c. de gemeenteraad - niet bevoegd is zich uit te spreken over de al dan niet juiste uitvoering van een verordening van een hoger orgaan. Mevrouw KORTHUIS-ELION vindt het voorstel van burgemeester en wethouders zoals het op de lijst van ingekomen stukken staat bijzonder onbevredigend. In een dergelijk geval zou ik graag toch een concept-brief willen hebben, aldus spreekster, want dit is duidelijk een k.i.r.-geval (kluitje in het riet). Als de gemeenteraad besluit overeenkomstig het voorstel van het college, zegt hij tegen de betrokkenen: Het is niet van belang wat voor mening wij hebben, want het is niet ons terrein. Zo'n houding ligt spreekster niet zo erg. Zij vindt dat men, ook al heeft men in dit geval niets concreet in de melk te brokkelen, toch zijn mening kan zeggen, toch kan zeggen of men al dan niet achter de bezwaren van de betrokkenen staat. Het betreft hier met name een gat in een provinciale verordening. Als de betrokkenen gelijk krijgen, worden zij niet vrijgesteld. Dat zou hun duidelijk kunnen wor den medegedeeld, opdat zij zich niet blij maken met de gedachte aat zij helemaal niets zouden behoeven te be talen. Bovendien zou de gemeenteraad als hij achter de bezwaren van de betrokkenen staat, er bij de provincie op kunnen aandringen de beroepschriften snel te be handelen. Dan zou de gemeenteraad toch een zekere steun verlenen. Een tijd geleden heeft de gemeenteraad de persleiding goedgekeurd. De situatie bij Ons Belang is namelijk onhoudbaar. Daarover heeft men het al verschillende keren gehad. Zou de gemeenteraad in verband met de onderhavige kwestie niet ook met klem kunnen vragen waar de goedkeuring van gedeputeerde staten op het desbetreffende raadsbesluit blijft? Het is van belang dat er werkelijk een verbetering van de toestand bij Ons Belang komt. Want daar gaat het eigenlijk ook reëel om. De heer DE GROOT is het geheel met mevrouw Kort- huis eens. Hij zou de betrokkenen beslist een heel ander bericht willen zenden dan het college voorstelt. Hij meent dat de gemeenteraad, bevoegd of onbevoegd, niet alleen het recht, maar zelfs de plicht heeft om in dezen een uitspraak te doen, omdat het provinciaal bestuur in dezen een verordening op een totaal verkeerde wijze hanteert, waardoor een groot aantal inwoners der ge meente dreigt te worden benadeeld. Hij zou het dan ook zeer op prijs stellen als de gemeenteraad zich hier over uitsprak. De heer VERHEUS is het met mevrouw Korthuis en de heer De Groot volkomen eens. Het voorstel van het college zal formeel wel volkomen juist zijn, maar al het water van de zee wast niet weg, dat de situatie in Soesterberg nog precies zo is als ze was voordat de zaak aan de provincie overgedragen werd. Zou de persinstal latie waarover mevrouw Korthuis het had, er wel ge weest zijn, dan lag de situatie natuurlijk geheel anders. Spreker heeft gehoord dat gedeputeerde staten hele maal niet van plan zijn om het voor de persinstallatie benodigde krediet goed te keuren. Als deze installatie er toch niet komt, is de situatie van dien aard, dat sinds het van kracht worden van de provinciale verordening een aantal mensen ten onrechte heeft betaald, aangezien men in Soesterberg helemaal niet onder deze verorde ning valt. Hooguit zou van Soesterbergers het normale reinigingsrecht of rioolwaterafvoerrecht ad f. 24,- kun nen worden geheven. Het is niet juist van hen het tarief van f. 63,— te heffen. Men verkeert in Soesterberg ten opzichte van de situatie in Soest in een totaal andere situatie. Spreker meent dan ook dat de gemeenteraad wel degelijk mag uitspreken, dat het gedeelte van de gemeente dat niet onder de regeling in kwestie valt, van de betaling van de provinciale heffing zou moeten worden vrijgesteld. De heer VAN POPPETEN zegt dat hetgeen de heer De Groot en mevrouw Korthuis naar voren hebben gebracht door de K. V.P.-fractie volledig wordt gesteund. Spreker zal graag vernemen of het gemeentebestuur van de kant van de provincie een bepaalde reactie op de re acties van Soesterbergers heeft gehad. De VOORZITTER zou zich kunnen voorstellen dat de gemeenteraad, het niet met het voorstel van het college eens zijnde, een motie aanneemt waarin hij bepaalde gedachten ontwikkelt over wat de wijkraad vraagt. Wethouder EBBERS merkt op dat het door de gemeen teraad ten behoeve van een persinstallatie gevoteerde krediet door gedeputeerde staten niet is goedgekeurd, en wel op grond van het feit dat eventueel door wijzi gingen in de aansluitingen die op de overbelaste instal latie lozen, de capaciteit weer toereikend zou kunnen worden gemaakt. Het college heeft daarop inmiddels gereageerd, waarbij het heeft gesteld dat de door pro vinciale waterstaat voorgestelde wijzigingen, met name inhoudende dat twee militaire kampen van de zuivering af worden gehaald en bij Soestduinen op de rioolwater zuivering worden aangesloten, het probleem niet oplos sen, aangezien inmiddels de Johannesstichting op de gemeentelijke riolering is aangesloten; ook wordt ver wacht, dat binnen afzienbare tijd het woonwagenkamp van Zeist daarop zal gaan lozen. Bij Ons Belang verkeert een aantal mensen inderdaad in een bijzonder nare situatie: de kinderen lopen daar in de vloeivelden en komen aldus tot over hun enkels in de bagger terecht. Door de aansluiting van de vorengenoemde drie objec ten zal de rioolwaterzuiveringsinstallatie wederom over belast zijn. Uit hoofde daarvan heeft het college bij ge deputeerde staten aangedrongen op bespoediging van de nodige maatregelen. Gedeputeerde staten hebben zich op het standpunt gesteld, dat zij zelf het een en ander zouden doen. Maar volgens de inlichtingen waar- 134

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 135