>P
ït
:ft
ce
ook
an
uin
s
n
206
207
208
n
)U-
ti
P
?ng
de
-y'
lerkt
ïen
5 en
Grift bedoelde terrein. Het opknappen van dat terrein
zou rond f. 10.000,-- kosten. Het college moet nog
even bekijken of daar ergens financiële ruimte voor is.
Anders zou de raad een desbetreffend krediet moeten
worden gevraagd. Mocht het laatste het geval zijn, dan
zou de kredietaanvrage de raad achteraf bereiken, want
het college wil wel met het werk beginnen zodra het
puin vrij komt. Spreekster zou de raad dus willen vra
gen het goed te vinden, dat het terrein in kwestie al
vast wordt verhard ook al zou de raad nog een voorstel
moeten worden gedaan om f. 10.000,- te voteren.
De heer STORIMANS zegt dat hij het genoemde bedrag
van f. 10.000,- hoog vindt.
De heer VAN EE vraagt waarop dat bedrag gebaseerd
is. Het puin op een andere plaats dan het meerbedoelde
terrein storten zou waarschijnlijk ook geld kosten. Kost
alleen het aanbrengen van de asfaltlaag f. 10.000,-?
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT.
z egt dat het hele afwerken van het terrein en dus niet
alleen het storten van het puin f. 10.000,- kost. De ver
harding van het terrein met nieuw spul zou f. 20.000,-
kosten.
De heer VAN EE: Dan vind ik het te doen.
De VOORZITTER: En u heeft voorgesteld om er mee
te beginnen voordat er een krediet is, mevrouw Walter?
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT:
Misschien kan het gewoon uit de begroting. Dat weet
ik op dit moment niet.
De VOORZITTER: Goed. Maar het is dus wel de bedoe
ling dat het vlug gebeurt. Laten we dat even met ons
allen vaststellen, dames en heren.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Voorstel tot verkoop van grond aan de Batenburgweg
te Soesterberg aan M.M. Verholt en dr. A. van Dijkman,
beiden wonende te Groenekan.
Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst tot
ontbinding van een pachtovereenkomst terzake van een
perceel weiland aan de Veenzoom, alhier, met de heer
G. van Dijk.
Deze beide voorstellen worden achtereenvolgens zonder
discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst tot
ontbinding van een erfpachtsovereenkomst terzake
van de percelen Eigendomweg 98-100-102 te Soest met
de heer G.J. van Capelleveen.
De heer HOEKSTRA merkt op dat in de stukken van
de heer Van Capelleveen staat, dat de heer Van Capel
leveen van plan is om per 1 december 1973 het onder
havige pand te verlaten en ook alle verzorging in dit
pand op te heffen.
Verder staat er in de stukken: Het huis is niet meer
rendabel, want eigenlijk zouden er om het huis vol te
hebben drie personen meer moeten zijn.
Bovendien staat er in de stukken: Vóór 1 december
1973 zal gezorgd moeten worden voor plaatsing in een
andere omgeving voor de heden bij ons geplaatsten; na
1 december is er namelijk geen personeel meer beschik
baar.
Spreker begrijpt hieruit dat de directeur, de heer Van
Capelleveen, en de verplegende zuster, mevrouw Van
Capelleveen, zich per 1 december van de hele zaak terug
trekken en nu tegen de gemeente zeggen: Hier staat
uw huis. Wat gebeurt er met de mensen die er nu nog
in zijn ondergebracht?
Wethouder DE HAAN merkt op dat de heer Van Capel
leveen alle instanties die de mensen in het huis in kwes
tie hebben geplaatst, zeer vroegtijdig heeft bericht dat
hij ermede ophoudt. Het is aan de plaatsende instanties
om voor deze mensen een geschikte plaats te vinden.
Er zit voor zover spreker weet niemand uit de gemeen
te Soest meer. Er is wel eens een verdwaalde vogel uit
Soest in ondergebracht, aldus spreker maar het meren
deel kwam uit allerhande gemeenten in den lande, met
name uit gemeenten in Noord-Holland, Zuid-Holland
en Utrecht. Al die gemeenten weten zeker al vier a vijf
maanden, dat de heer Van Capelleveen ermede ophoudt.
Het betreft hier gewoon een kwestie van de wisselwer
king tussen het geleidelijk optrekken van de eisen die
er gesteld dienen te worden aan een dergelijke verpleeg
inrichting en de mogelijkheden of onmogelijkheden om
daaraan te voldoen. Aangezien er wat dit huis betreft
meer onmogelijkheden dan mogelijkheden waren, ge
zien ook de vrij korte termijn gedurende welke de over
eenkomst nog zou gelden, heeft de heer Van Capelle
veen zijn keuze gemaakt en besloten ermede te stoppen.
Het college voorziet niet dat dit op de datum van expi
ratie problemen zal geven. De verantwoordelijkheid
ligt uiteraard bij de plaatsende instanties, maar er wordt
op het ogenblik al vrij druk overgeplaatst of althans
plaats gezocht en gevonden.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
209 Voorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan
Steenberghe I.
De heer BLAAUW zegt dat hij geen probleem heeft met
het bestemmingsplan als zodanig. Hij meent dat de raad
in het verleden genoegzaam bereid is geweest en ook nu
genoegzaam bereid is om iets te doen voor Soesterberg,
omdat men vindt dat daar iets moet gebeuren. Wat hem
een beetje angstig heeft gemaakt is, dat er weer een be
zwaarschrift is ingediend. Het staat gelukkig iedere Ne
derlander vrij om het met iets niet eens te zijn en dat
op papier te zetten. Er zijn ook mensen die dat beroeps
halve bij ieder plan moeten doen. Wordt door het be
zwaar, dat is ingediend door iemand die part noch deel
aan Soesterberg heeft en die er verder ook persoonlijk
geen voor- of nadeel van kan hebben, het bestemmings
plan Steenberghe I nadelig beïnvloed, in die zin dat het
bezwaar weer tot een uitstel kan leiden?
De VOORZITTER zegt dat ieder bezwaarschrift onher
roepelijk tot vertraging leidt.
De heer OLDENBOOM meent namens zijn gehele frac
tie te spreken wanneer hij een woord van ongenoegen
spreekt over de merkwaardige wijze van bezwaarschrif
ten indienen van de heer Houtman. Spreker gelooft dat
de slordige wijze waarop de heer Houtman diens be
zwaarschriften gewoon op de stencilmachine zet en auto
matisch dezelfde tekst instuurt bij ieder plan, de rechts
zekerheid biedende mogelijkheid van iedere burger om
bezwaarschriften in te dienen volslagen geweld aandoet
en duidelijk een misbruik van recht betekent.
De heer STORIMANS dacht dat de heer Houtman een
typisch democratieverkrachtertje is doordat de heer
Houtman van diens zogenaamde rechten gebruik maakt
op een manier die de gemeenschap duizenden guldens
gaat kosten. Spreker zou graag van het college de toe
zegging hebben, dat zodra de heer Houtman in hoger
beroep gaat, de gemeente er een ambtenaar achterheen
stuurt om te bevorderen dat het bezwaarschrift van de
heer Houtman - die een'stencilmachine heeft en blijft
doorgaan, zo spoedig mogelijk eerst bij gedeputeerde
139