staten en vervolgens bij de Kroon zo hoog mogelijk op
de stapel der af te doene bezwaarschriften komt.
De heer VAN POPPELEN zegt dat men zich in zijn
fractie heeft afgevraagd of de heer Houtman wel door
drongen is van het leed dat hij tal van inwoners van
Soest aandoet door allerlei bouwmogelijkheden te
vertragen.
De VOORZITTER meent dat er vanuit de raad een
gevoelen is uitgesproken, dat bij het college al heel
lang leeft. Spreekster vreest dat de heer Houtman zich
er wel van bewust is, dat hij een heleboel leed veroor
zaakt. Zij kan zich niet voorstellen dat de heer Hout
man, die jurist is, niet op de hoogte zou zijn van wat
hij precies doet. Het college vindt wat de heer Hout
man doet, hoogst ernstig.
Met betrekking tot de door de heer Storimans gevraag
de toezegging merkt spreekster op, dat het college al
tijd zijn best doet bij dergelijke zaken, dat zij niet wil
verhelen, dat dat in een incidenteel heel belangrijk ge
val wel eens helpen kan, maar dat er niet alleen in Soest
een mijnheer Houtman bestaat, doch dat er in de negen
honderd gemeenten van Nederland negenhonderd
mijnheren Houtman bestaan, zodat de stapel op het
departement van volkshuisvesting en ruimtelijke orde
ning, de stapel die er bij de Raad van State ter behan
deling ligt en de stapel die nadat de hoorzitting van de
Raad van State heeft plaatsgevonden teruggaat naar
het ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke or
dening, waar dan de juridische afdeling het ontwerp-
Koninklijk Besluit klaar moet maken, onmogelijk
groot zijn. Iedereen kan zich voorstellen, dat er na
tuurlijk bestemmingsplannen kunnen zijn ten aanzien
waarvan er bezwaarschriften worden ingediend die
hout snijden, maar in dit geval betreft het iets anders.
Men kan van de kant van de gemeente niet ten aanzien
van ieder bezwaarschrift van de heer Houtman met be
trekking tot een bestemmingsplan naar Den Haag dra
ven met het verzoek om dat onder de stapel uit te ha
len, want dat lukt eenvoudig niet. Een bezwaarschrift
werkt altijd hoogst vertragend. Bij de gemeenteraad
van Soest werkt het bezwaarschrift van de heer Hout
man niet vertragend, want deze raad heeft geen moei
te met dit bezwaarschrift wat de inhoud ervan betreft;
deze raad verspilt nu wel een paar woorden aan de he
le figuur van de heer Houtman. Maar bij gedeputeerde
staten is het zo, dat er weer een bezwaarschrift ligt en
dat er weer een hoorzitting moet worden gehouden.
Dat kost allemaal tijd. En wanneer de heer Houtman
vervolgens naar de Kroon gaat
Wethouder EBBERS: Voor f. 1,20.
De VOORZITTER: Ja, voor drie postzegels van veer
tig cent is de heer Houtman klaar. Als de heer Hout
man inderdaad naar de Kroon gaat, komt er na de ver
traging in de procedure bij gedeputeerde staten, die er
toch altijd bijna een jaar over doen, een procedure bij
de Kroon en die brengt de ergste vertraging met zich
mee.
De heer HOEKSTRA: In plaats van er een ambtenaar
achterheen te sturen zouden we kunnen voorstellen
om de Raad van State er eens bij te halen.
De VOORZITTER: Ik heb net gezegd dat er niet al
leen een mijnheer Houtman in Soest woont, maar dat
er waarschijnlijk 900 mijnheren Houtman in 900 ge
meenten wonen en stelt u zich nu eens voor, dat al die
900 gemeenten aan de telefoon hangen met dit ver
zoek: Schiet u alstublieft op met ons bestemmings
plan, want het enige bezwaar is van een mijnheer Hout
man en het is een bezwaar van niets. U begrijpt wel
dat dat niet werkt.
De heer OLDENBOOM: Hij is een querulant.
De VOORZITTER: Ja.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
210 Voorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan
„Kampweg-Casino".
De VOORZITTER merkt op dat men met betrekking
tot dit voorstel hetzelfde verhaal zou kunnen afste
ken als men met betrekking tot het vorige agendapunt
heeft afgestoken, aangezien precies hetzelfde stencil-
tje van de heer Houtman ook ten aanzien van dit be
stemmingsplan is ingekomen.
De heer VERHEUS zegt dat hij bij dit voorstel een an
der verhaal heeft. Spreker heeft zich nl. wel eens laten
vertellen, dat het college pas bereid zou zijn om voor
het onderhavige kleine gebied een bestemmingsplan te
ontwerpen en aan de raad voor te leggen, wanneer de
belanghebbende bereid zou zijn om op betrekkelijk
korte termijn, tegelijk met of nog vóór de vaststel
ling van het bestemmingsplan, aan de gemeente grond
te verkopen voor de sportvelden aan de noordzijde van
de omgelegde weg. Hij weet niet in hoeverre dit met
de dienst van de domeinen of wie het dan ook aangaat
is vastgelegd en of er nu schot komt in de verkoop
van de bedoelde grond aan de gemeente, zodat de
sportvelden die door het bestemmingsplan gedeelte
lijk zullen moeten verdwijnen, op korte termijn aan
de noordkant van de omgelegde weg gerealiseerd zou
den kunnen worden.
Wethouder DE HAAN merkt op dat in de mondelinge
sfeer een conditio sine qua non is: Wij dit, ook dat.
De desbetreffende toezegging blijft uiteraard nog mon
deling, maar het college van zijn kant heeft natuurlijk
toch wel wat mogelijkheden om eraan te helpen herin
neren indien de zaak een beetje vertraagd mocht wor
den. Het college heeft gemeend op deze manier wat
sneller tot een resultaat te komen ten aanzien van de
sportvelden. Want als je aan de ene kant wat gaat op
heffen, moet je aan de andere kant voor vervanging
zorgen. Dat is duidelijk afgesproken.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
211 Voorstel tot het verlenen van ontheffing als bedoeld
in artikel 1 van de „Zoneverordening Hinderwet",
zulks ten behoeve van een pluimveehouderij op/in het
perceel Birkstraat 142, alhier.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
212 Voorstel tot instelling van vaste commissies van ad
vies en bijstand en vaststelling van een verordening,
regelende de samenstelling en bevoegdheden van die
commissies, alsmede benoeming van leden.
De heer JONKER merkt op dat er een belangrijk stuk
saneringsarbeid is verricht, waar met name de secreta
ris veel werk aan heeft gehad. Het is altijd een on
dankbare zaak, net als een statutenwijziging enz.; ieder
een heeft het gevoel dat het eens moet gebeuren, maar
het blijft dan toch onderaan in allerlei stapels liggen.
De secretaris heeft er zich evenwel manmoedig door
heen geslagen en is naar sprekers mening tot een heel
acceptabel geheel gekomen. Toch zijn er wel enige
kanttekeningen bij te maken. Mede namens zijn colle
ga-fractievoorzitters zoals zij zijn verenigd in het se
niorenconvent brengt spreker het volgende naar voren.
140