152 ker neemt aan dat de culturele commissie de moge lijkheid zal bieden inderdaad uit een aantal zaken een keuze te maken, onder opgave van prijzen en dergelij ke. Wethouder DIJKSTRA wil even ingaan op de opmer king van de heer De Groot of het niet primair de be doeling is kunstenaars aan opdrachten te helpen. Spre ker kan dit met stelligheid ontkennen. Het hoofdmo tief is het algemeen verlangen om bij het tot stand ko men van een nieuwe wijk ook een ludiek element naar voren te halen. De heer Ebbers heeft al gezegd dat men het in het voorstel genoemde bedrag moet be schouwen als een normbedrag of als een plafond. Juist omdat het onmogelijk is om met zijn allen de markt naar kunstwerken af te zoeken, is enige jaren geleden de culturele commissie in het leven geroepen. Deze commissie heeft uit zich zelf een orgaan samen gesteld, waarin ook buitenstaanders zijn opgenomen, onder wie bij uitstek competente mensen; er zit ook een raadslid in. De heer JOOSTEN begrijpt nu dat de raad mede wil bepalen wat er zal worden aangeschaft. Het gaat niet zozeer om het geld dat besteed wordt, maar meer om de vraag welk kunstwerk zal worden aangekocht. In de commissie is al opgemerkt dat men geen tweede gat wenst, terwijl de heer De Groot niet iets wil dat aanstootgevend is. Als alle raadsleden nu al bepaalde voorwaarden gaan stellen aan hetgeen moet worden gekocht, zal het voor de commissie die in dezen moet adviseren zeer moeilijk zijn het iedereen naar de zin te maken. Spreker wil aan de hand van een andere zaak aantonen hoe dwaas dit eigenlijk ook is, want men gaat straks f. 50.000,-- subsidie aan de biblio theek verlenen voor het aanschaffen van boeken, en nu neemt hij aan dat niemand in deze raad mede wil gaan bepalen welke boeken er zullen worden ge kocht. Ook ten aanzien van de aankoop van kunst werken zal men een bepaalde ruimte moeten laten, dus zonder dat 25 mensen er allemaal hun persoonlij ke mening over geven. De heer DE GROOT wil allereerst ingaan op de uit daging van de heer Joosten om kunstwerken te noe men die aanstootgevend of weerzinwekkend zouden zijn. Hij had gehoopt dat dit niet nodig zou zijn, maar nu hij hiertoe wordt uitgedaagd, wil hij opmerken dat hij in de tuin van een Nederlands museum een kunst werk heeft gezien waarin zogenaamd het geweld tot uitdrukking werd gebracht. Het was een staande fi guur met daarvoor een knielende figuur, die door de staande figuur een dolk in de rug werd gestoken. Dit vond hij op zijn zachtst gezegd weerzinwekkend. Voorts heeft hij een foto gezien van een kunstwerk dat ergens in het buitenland is geplaatst en dat de pa ring tussen een mens en een dier tot uitdrukking bracht. Dit vond hij aanstootgevend. Met deze twee voorbeelden wil hij graag volstaan; hij hoopt dat ook de heer Joosten dit voldoende acht. Wethouder Dijkstra heeft gezegd dat het gaat om een plafond. Spreker vindt het helemaal niet juist om in dezen een plafond aan te geven. Het zou zijns inziens beter zijn als het college dit voorstel zou terugnemen en aan de commissie aankoop kunstwerken de op dracht zou geven met voorstellen te komen voor de aankoop van drie kunstwerken - met prijsvermelding - voor een bedrag tussen de f. 30.000,- en f. 40.000,-. De raad kan dan straks, na kennisname van die voor stellen, beslissen of al of niet tot aanschaffing moet worden overgegaan. Dit lijkt spreker een veel juistere gang van zaken dan het nu reeds beschikbaar stellen van een krediet, omdat dan straks nog een keer zou moeten worden beslist of hetgeen voor dat krediet zou kunnen worden gekocht, voldoet aan de verlan gens van de raad. Het lijkt hem prettiger werken met een bedrag tussen de f. 30.000,- en f. 40.000,- dan dat men precies op f. 36.000,- moet uitkomen. De opmerking van de heer Joosten over de aanschaf van boeken voor de bibliotheek is zeer ter zake. Spre ker meent dat ook dat een bijzonder verantwoorde lijk werk is en hij hoopt dan ook dat verschillende raadsleden aandacht zullen schenken aan hetgeen straks aan nieuwe boeken zal worden aangeschaft. Mevrouw KORTHUIS-ELION stelt dat er toch een verschil is met de aanschaf van boeken. Als men een boek niet wil lezen, laat men het in de kast staan, maar een kunstwerk komt men dagelijks tegen. De heer VAN POPPELEN wil het voorstel van de heer De Groot om de raad uit drie mogelijkheden te laten kiezen volledig ondersteunen. Het gaat hier nl. om een vrij groot bedrag, en als raad heeft men de bevoegdheid mede te beslissen over hetgeen daarvoor zal worden aangekocht. De heer LEVINGA: Graag stemming, mevrouw de voorzitter! De heer HOEKSTRA wijst er op dat men, als men wil dat de raad een keuze zal kunnen doen uit drie voor stellen, moet bedenken dat de drie schetsen die daar voor zullen moeten worden gemaakt, moeten worden betaald. Gaat dat dan eerst van die f. 36.000,- af? Zo ja, dan krijgt men een kunstwerk van ongeveer f. 25.000,-. Het lijkt spreker vrij onmogelijk om als raad een keuze uit drie kunstwerken te maken, want het kan dan best gebeuren dat geen van de drie een meerderheid haalt, en wat dan? De VOORZITTER constateert dat het voorstel eigen lijk inhoudt een krediet beschikbaar te stellen. Daar na zou men dan nog, zoals ook de financiële commis sie wil, over enige mogelijkheden kunnen discussiëren. Op dit gebied doet zich echter het feit voor dat men enerzijds iemand een opdracht kan geven, maar dat men anderzijds op een bepaald moment een kunst werk kan tegenkomen. Doet dit laatste zich voor, dan is het erg moeilijk om dan nog het benodigde geld aan de raad te vragen, want zo'n krediet moet dan nog worden goedgekeurd door gedeputeerde staten en daar kan een lange tijd overheen gaan. Misschien kan men het er nu over eens worden dat voor de wijk Klaarwa- ter tot maximaal f. 36.000,— of, zoals de heer De Groot zei, tot maximaal f. 40.000,- kunstwerken mo gen worden aangekocht. Het college wil dan verklaren dat die kunstwerken niet mogen worden gekocht al vorens de raad zich daarover heeft kunnen uitspreken, op welke wijze dan ook. Misschien kan dat in de com missie gebeuren, want spreekster is het wel eens met degenen die zeggen dat het voor de raad heel moei lijk kan zijn om drie schetsontwerpen te gaan beoor delen. De waardering van kunst - en trouwens van al lerlei zaken - is verschrikkelijk subjectief, en juist daarom is er die subcommissie aankoop kunstwerken, waarin mensen zitting hebben die zich in dezen heb ben gespecialiseerd. Als die commissie met voorstellen komt, moet men als raad toch wel van zeer goeden huize komen om te kunnen zeggen dat iets niet mag. Spreekster meent dat de aankoopcommissie zeker 226 227

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 153