val werd het college het echter niet geheel met de in
specteur eens. Het heeft met betrekking tot de klei-
oven als norm genomen de aanschafwaarde van klei-
ovens voor alle nieuwe scholen in het Veengebied.
Met name de afdeling onderwijs heeft zich daarop ge
baseerd en spreker heeft dit geheel ondersteund. Men
wil de scholen gelijkelijk bedelen. De prijzen lopen
natuurlijk in zekere mate op, maar men heeft zich in
dezen gebaseerd op hetgeen indertijd is toegestaan
voor de drie scholen aan de Smitsweg, de Regentuu-
ter en de Klaarwaterschool. In dezen is dus het „gelij
ke monniken, gelijke kappen" toegepast.
De heer OLDENBOOM vraagt of het niet goedkoper
is om de doorsteekmogelijkheden te verkleinen en de
interesse te vergroten.
De heer LEVINGA wil nog graag een antwoord op
zijn vraag of het niet beter zou zijn als een ambtenaar
van de gemeente met al die aankopen werd belast.
Zo'n ambtenaar krijgt dan op den duur een heel dos
sier, zodat hij weet waar hij het voordeligste terecht
kan. Thans kan ieder schoolhoofd zo maar ergens
naar toe gaan om iets te kopen.
Voorts was er ook deze keer weer sprake van ano
nieme aantekeningen op brieven. Het was deze keer
wel erg leuk, maar ook onjuist. Als men er weer iets
bij schrijft, is het wenselijk dat men zijn paraaf er bij
zet, zodat een ander kan zien wie het heeft geschreven.
De VOORZITTER: Inderdaad, in het vervolg moet
de paraaf er bij.
De heer HOEKSTRA: Wat die aantekeningen op brie
ven betreft, ik heb in de gaten dat er veel meer dan
één schoolmeester in de raad zit.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: ja, maar er is maar één
bovenmeester!
De heer HOEKSTRA kan zich voorstellen dat iemand
die iets wil aanschaffen, een hele serie firma's afgaat
om naar prijsopgaven te vragen, waaruit hij uiteinde
lijk een keuze maakt. Die keus stelt deze man dan via
de afdeling onderwijs aan het college voor, en zo komt
het in de raad. Het lijkt spreker bepaald niet aantrek
kelijk om als raad uit zo'n vier of vijf prijsopgaven
een keuze te moeten maken.
De heer Levinga wil voor dergelijke zaken een ambte
naar inschakelen. Wel, dan moet de afdeling onderwijs
er wel een ambtenaar bij krijgen, want de hoofden
van scholen hebben er heel wat werk mee om dit alles
in hun vrije tijd uit te zoeken.
Wethouder DIJKSTRA antwoordt de heer Levinga
dat hetgeen deze voorstelt in feite al gebeurt, want de
afdeling onderwijs bekijkt alle aanvragen kritisch en
adviseert zo goedkoop mogelijk in te kopen. De school
hoofden hebben met betrekking tot de aanschaf van
allerlei zaken zeker geen carte blanche.
De heer LEVINGA: Om misverstanden te voorkomen:
Het gaat mij niet om dit ene speciale geval, maar om
de grote lijn.
Wethouder DIJKSTRA merkt aan het adres van de
heer Oldenboom op dat de interesse zeker groter is
geworden, want het tegenwoordige schoolhoofd heeft
in dezen het initiatief genomen. Spreker heeft met
hem door de schooltuin gewandeld om te bekijken
hoezeer een en ander in de vernieling was geraakt.
Voorts helpt het afsluiten van tuinen e.d. in dit land
nooit, tegen wie dan ook.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
228 Voorstel tot ruiling van gronden, gelegen op en nabij
de voormalige spoorwegovergang in de Maatweg met
de N.V. Nederlandse Spoorwegen te Utrecht.
229 Voorstel tot verkoop van grond, gelegen nabij de
voormalige spoorwegovergang in de Maatweg aan het
Kompost- en Rioolwaterzuiveringsbedrijf Soest-Baarn.
Deze voorstellen worden zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
230 Voorstel tot het wijzigen van de begroting 1973.
De VOORZITTER deelt mede dat één lid van de fi
nanciële commissie het niet eens is met de bijdrage
van f. 10,-- per lid aan de personeelsvereniging, ge
raamd onder volgnr. 2.32.
De heer LEVINGA merkt op dat dat lid het helemaal
niet eens is met het beschikbaar stellen van f. 20,--
per lid aan die zelfde personeelsvereniging, want
achteraf blijkt dat f. 10,— per lid aan de personeels
vereniging wordt gegeven én dat f. 10,— per lid wordt
bijgedragen voor het jaarlijkse uitstapje als vergoe
ding voor de buskosten. Het doet misschien wat kin
derachtig aan dat spreker hierover het woord voert,
maar hij is er van overtuigd dat de ambtenarensala
rissen tegenwoordig - gelukkig - zodanig zijn dat zij,
als zij een uitstapje gaan maken, daarvan zelf hun
verteringen kunnen betalen. Het geven van een extra
vrije dag met alle kosten van dien, is al een aardige
concessie. Spreker gunt de ambtenaren dit graag, maar
verder hoeft de gemeente toch niet te gaan. Hij is be
slist tegen het vergoeden van buskosten en het geven
van zakgeld.
De heer GRIFT informeert of ook de ambtenaren die
niet met de bustocht meegaan een extra vrije dag
krijgen, alsmede, als de raad dit voorstel aanneemt,
die f. 10,— zakgeld. Of geldt dit alleen voor de ambte
naren die met de bustocht meegaan? Zo ja, dan gaat
men discrimineren en is hij tegen dit gehele voorstel.
De heer DE GROOT neemt aan dat alle raadsleden
kennis hebben genomen van de begrotingswijziging
nr. 111 van de algemene dienst, maar toch meent hij
er goed aan te doen er even op te wijzen dat onder
volgnr. 7.16 een bedrag van f. 6.000,- voorkomt als
nota van de Nederlandse Heidemaatschappij voor het
beheer van de Soester bossen over 1973. Dit komt
dus nog bij hetgeen al voor het jaar 1973 werd be
groot, waardoor het totale tekort met nog f. 6.000,-
toeneemt.
De VOORZITTER geeft te kennen dat de gemeente
aan de personeelsvereniging per lid f. 10,— per jaar
vergoedt. Voorts vindt er jaarlijks een uitstapje
plaats en degenen die daaraan deelnemen, krijgen
voor de onkosten van die dag een bijdrage van f. 10,-,
al wordt dit natuurlijk niet bij wijze van zakgeld
verstrekt. De gemeente doet hiermede het zelfde als
vele andere gemeenten. Bovendien moet men de ge
meente zien als een soort bedrijf dat er op gesteld is
de band met het personeel goed te houden. In die
sfeer moet men de bijdrage van de gemeente aan de
personeelsvereniging zien, opdat die personeelsvere
niging bepaalde activiteiten kan ontplooien. Er is
soms een bingo-avond en met Sinterklaas wordt er
iets voor de kinderen van de ambtenaren gedaan.
Wanneer men hetgeen de gemeente voor haar perso
neel doet vergelijkt met wat bedrijven voor hun per
soneel doen, gaat het in dezen om een bescheiden
onderneming. In die sfeer moet men dit zien.
De heer LEVINGA wil het zo niet zien, want nu gaat
154