Tijdens een eerste bijeenkomst zouden de problemen kun
nen worden gei'nventariseerd en zou bezinning kunnen
plaatsvinden over de noodzaak en de vorm van een perma
nent overlegplatform, bijv. een functionele raad ex artikel
61a van de gemeentewet.
De op een aantal terreinen - zoals taallessen en ziekenbe
zoek - zeer actieve werkgroep buitenlandse werknemers
Soest heeft de vorige maand tijdens een bijeenkomst in het
politieke café „Proest" van D'66 en P.P.R. verklaard een
dergelijk initiatief van de gemeente zeer te zullen toejuichen.
In die bijeenkomst kwam ook naar voren - spreker wil dit
hier graag herhalen - dat de Soester politie haar taak ten
opzichte van de buitenlandse werknemers op voortreffelijke
wijze verricht en dat ook bij onaangename gevallen als uit
leidingen van illegaal hier verblijvenden op humane wijze
wordt opgetreden.
Spreker zou het college willen verzoeken de handreiking
waarover verleden jaar al is gesproken, nu maar te verrich
ten en niet langer af te wachten of soms door anderen initia
tieven worden ontplooid. Het college beschikt over verga
derruimten, een ambtelijk apparaat etc. en is hiertoe de
meest gerede partij.
Het derde onderwerp is het financieel beleid en het investe
ringsbeleid. De voorzitter heeft laatst eens gezegd dat er in
het kader van de algemene beschouwingen zo weinig over
de financiële kant van de begroting wordt gesproken. Nu is
het puur financiële gedeelte ook niet het boeiendste; interes
santer zijn de financiële consequenties van het voorgenomen
beleid. Wederom spreekt de fractie waardering uit aan het
adres van hen die in de nota van aanbieding een zo over
zichtelijk mogelijk geheel van de cijferbrij hebben gemaakt,
een geheel dat een goed inzicht verschaft in wat er veran
derd is. Op bladz. 2 van de nota van aanbieding wordt ge
steld dat een analyse van de verschillen met de begroting
voor 1973 uitwijst dat de kosten in de sectoren volksgezond
heid, cultuur en recreatie, alsmede ih de sectoren sociale
zorg en maatschappelijk werk meer dan evenredig zijn ge
stegen, zulks ten koste van o.a. openbare werken en kapi-
taalslasten van nieuwe investeringen. Sprekers fractie heeft
daar geen moeite mee, mede gezien het inhalen van achter
standen op bepaalde terreinen. Op dit punt verschilt zij dus
van mening met de C.D.A. van de heer Oldenboom. Is het
juist dat niet zozeer een bewust hierop gericht beleid hier
toe heeft gevoerd, doch dat na optelling en aftrekking van
de bedragen van de verschillende hoofdstukken deze con
clusie er uit rolde?
De toeren die op de bladz. 2, 3 en 14 worden gemaakt om
het verband met het investeringsplan te blijven leggen, vor
men voor sprekers fractie het duidelijkste bewijs dat dit uit
juni 1971 daterende plan aan herziening toe is. Men zou
het toch om de twee jaar actualiseren? Op dit punt is de
fractie het dus eens met de heer Van Ee, die vanavond ook
aandrong op een herziening van het investeringsplan in
1974. Is het wachten wellicht op de ontwikkelingsschets en
wordt het investeringsplan parallel daarmede aangepast?
Enige voorbeelden van zaken waar men tegenaan loopt als
men het investeringsplan bekijkt, zijn de volgende.
1 Het investeringsplan is op het prijspeil van 1970 geba
seerd. Op bladz. 14 van de aanbiedingsnota 1974 worden
bij de op dat prijspeil gebaseerde f. 421.000,- rustig be
dragen in huidige prijzen opgeteld en afgetrokken.
2, Op bladz. 2 van de aanbiedingsnota wordt voorgesteld
slechts de helft van de rentelasten van nieuwe investe
ringen in het eerste jaar op te nemen. Vervolgens wordt
op bladz 14 geconstateerd dat de norm van 21% in het
investeringsplan, die op volledige doorberekening is ge
baseerd, niet wordt gehaald. Sprekers fractie is hiervan
niet onder de indruk, mede gezien de toch vrij sterk
door de toeitnalige situatie bepaalde berekeningswijze
waarop die 21% stoelde.
3. Kan het college aangeven welke waarschijnlijkheidswaar-
de moet worden toegekend aan de kolom 1974 in het
investeringsplan, die na enig schuifwerk uitkomt op de
bovenaan bladz. 3 van de aanbiedingsnota genoemde
f. 4.760.000,-? Er komt bijv. de Weg over de Eng in
voor met f. 1 miljoen; gelukkig niet met rente en af
schrijving, die zouden in 1975 moeten beginnen. Zou
men nu dat gehele bestemmingsplan „Soestereng - Weg
over de Eng" maar niet intrekken? Niemand in Soest
gelooft er zo langzamerhand nog in. Als het niet wordt
ingetrokken, kan het nog jaren op de stapels in Den Haag
blijven liggen en tot allerlei onzekerheden leiden. De
door de V. V.D. bepleite prioriteit voor het zogenaamde
plan-Van Ee onderschrijft de fractie van D'66 niet, daar
ook dit een ongewenste aantasting van de Eng zou
betekenen.
Het bagatelliseren van de problemen die de auto met zich
brengt, iets waarmee de heer Oldenboom zich vanavond
weer heeft beziggehouden, is een weg die in Nederland vele
jaren lang is gevolgd. Spreker is er gelukkig mee dat hierin
de laatste jaren een kentering is gekomen. Dit brengt hem
tot zijn volgende onderwerp: het openbaar vervoer en het
verkeer.
De nadruk die het college op bladz. 22 van de aanbiedings
nota legt op de verbetering van het openbaar busvervoer -
met o.a. een route door het Soesterveen - stemt tot ver
heugen, dit te meer daar dit verhaal reeds geruime tijd
vóór de oliecrisis is geschreven. Wanneer verwacht het col
lege dat de verbeteringen hun beslag zullen krijgen?
Ten aanzien van het openbaar railvervoer tekent zich, mits
de minister van verkeer en waterstaat ermede akkoord
gaat, eveneens een belangrijke verbetering af in de relatie
van de Soester stations met Hilversum en Amsterdam. Eind
mei 1974 wordt de overstaptijd te Baarn nl. bekort van
14 a 15 minuten tot 3 a 4 minuten. Dit hangt samen met
een reconstructie van de stopdienst op de Gooilijn in ver
band met de later in 1974 plaatsvindende opening - op
zijn vroegst in augustus - van de nieuwe haltes Hilversum
N.O.S., tegenover het nieuwe N.O.S.-complex, en Diemen,
op loopafstand van het Ajax-stadion. Onder anderen voor
de vele N.O.S.-medewerkers die in Soest woonachtig zijn,
wordt de trein daardoor een aantrekkelijk alternatief, het
geen weer tot verlichting van de druk op het Soester we
gennet in de spitsuren zal leiden.
Het vijfde onderwerp is het onderwijs. De situatie inzake
het toekomstige v.w.o.-h.a.vo. in Soest is al eerder op deze
avond ter sprake gebracht, met name door de heer Olden
boom. Spreker wil er daarom niet te lang bij stilstaan. Hij
constateert dat het streven naar de samenwerkingsschool
duidelijk met meer kracht zal moeten worden voortgezet
dan in de afgelopen drie jaar het geval is geweest. Toen eer
der in dit jaar de eventuele medewerking aan de bepaling
van een plaats voor een protestants-christelijke school aan
de orde was, werd de raad gerustgesteld met de mededeling
dat dit toch een kansloze zaak was. Inmiddels staat de pro
testants-christelijke school echter op het scholenplan. De
samenwerkingsschool is nog lang niet zo ver, sterker nog, zij
wordt hierdoor in de overzienbare toekomst wellicht onmo
gelijk. Daar spreker niet gelooft in onbetrouwbare voor
lichting van de zijde van het college, moet er dus sprake
zijn geweest van een taxatiefout toen het voorstel tot het
verlenen van medewerking aan de orde was. Als het anders
is, hoort spreker dit graag.
Ten aanzien van de integratie van het kleuter- en basisonder-
170