deze conclusie uitbreiden: Niet alleen de woningzoekenden, maar ook de flatbewoners geven vrijwel unaniem de voor keur aan een eengezinswoning. Niet een ieders inzichten zijn evenwel gewijzigd, sprekers inzichten althans niet. Hij en nog enkele andere raadsleden hebben al jaren geleden ge waarschuwd dat er al te veel flatwoningen werden gebouwd. In 1967 heeft hij met klem betoogd dat de verhouding 70 flatwoningen tegen 30 eengezinswoningen ten minste moest worden omgekeerd. Ook de heer Van Poppelen en mevrouw Walter, die toen nog geen lid van het college was, waren deze mening toegedaan. Hier past wél het „beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald". Spreker is blij dat nu ook in Soesterberg de belemmeringen zijn weggenomen, zodat ook daar de reeds zo lang stagnerende woningbouw spoedig weer ter hand kan worden genomen. Hij hoopt dat de door het college gesignaleerde andere inzichten, daar tot veel eengezinswoningbouw zullen leiden. Voor de toekomstige bewoners zullen de woonkosten als gevolg van het tijdver lies wel hoog worden, tenzij er met minder woongenot ge noegen wordt genomen. Welke keuze zal worden gemaakt? Uiterst bezorgd is spreker over de toenemende kosten van het onderhoud van het gemeentelijk bosbezit en over - wat nog erger is - de duidelijk teruglopende onderhoudstoestand. Was het geraamde tekort het vorig jaar plus minus f. 65.000,-, welk tekort door nog nakomende rekeningen inmiddels is opgelopen tot f. 70.000,-, thans is het geraam de tekort al bijna een ton, terwijl het bange vermoeden be staat dat het zelfs tot flink boven de f. 100.000,— zal stij gen. Reeds geruime tijd ondervindt het bosbezit van de gemeente een stiefmoederlijke verzorging. Spreker acht het nu de hoogste tijd dat de gemeente als echte moeder weer zelf de zorg voor dit kind ter hand neemt, dit vooral nu de bevolking door de energieschaarste minder mobiel is geworden en voor haar recreatie meer op het eigen bosge bied van de gemeente is aangewezen. Spreker is er van overtuigd dat men nog zeer onvoldoende beseft hoe rijk men is dat men zo vlak bij de deur en bin nen de grenzen van de gemeente over zo'n fraai bosgebied kan beschikken. Een goede verzorging daarvan is dan ook een eerste vereiste. Een zo goed mogelijk besteden van de daarvoor beschikbare gelden is eveneens van enorm belang. Wat in de eerste plaats moet gebeuren, is het instellen van een vaste raadscommissie voor advies en bijstand aan het college inzake het beheer van de gemeentelijke bossen. In die commissie zal ook het hoofd van de gemeentelijke plantsoenendienst moeten worden opgenomen, alsmede, als adviseur, een ervaren en bekwaam bosbouwer uit de om geving. Er speelt spreker in dit verband wel een naam door het hoofd, maar in dit stadium wil hij die nog niet noemen. Graag wil hij van het college vernemen of het bereid is deze gedachte over te nemen en hiertoe op korte termijn voorstel len aan de raad te doen. Met verbazing heeft spreker kennis genomen van het ant woord van het college op vraag 53, een vraag inzake de gas- voorziening van super-onrendabele percelen. Dat antwoord is puur negatief, met als argument dat er voldoende alterna tieve brandstoffen voorhanden zijn, waarvan dan olie als eerste wordt genoemd. Dat dit antwoord zo negatief is, komt waarschijnlijk doordat het wat ondoordacht en ook enige tijd geleden is opgesteld. In tegenstelling hiermede heeft de regering de vorige week zaterdag bij monde van minister-president Den Uyl voor radio en t.v. verklaard dat de regering waar mogelijk de omschakeling op aardgas zal bevorderen. Zaterdag jl. heeft de regering bij monde van de minister van economische zaken toegezegd het gebruik van olie verregaand te zullen doen vervangen door het gebruik van aardgas. Als het college op korte termijn een regeling wil doen ontwerpen en uitvoeren, soortgelijk aan de rege ling voor de drinkwatervoorziening voor super-onrendabele percelen, maar dan voor de voorziening van aardgas voor verwarmingsdoeleinden ter vervanging van olie, zal de vrij komende schaarse olie kunnen worden benut als bijv. mo torbrandstof voor het vervoer van goederen. Het wegver keer en ook de scheepvaart ondervinden nl. reeds ernstige moeilijkheden door de olieschaarste. De moeilijkheden bij de aanvoer van grondstoffen en producten, vormen een be dreiging van de werkgelegenheid. Door sprekers voorstel te volgen, kan het gemeentebestuur van Soest een aantal in woners die erg buitenaf wonen, doen delen in de voorrech ten welke anderen reeds lang genieten, en wordt tevens het algemeen belang gediend. De voorgestelde regeling zal, ge let op regeringsuitspraken, zeker kunnen rekenen op steun van het rijk. In de aanbiedingsbrief - in het hoofdstuk Bestuurlijke as pecten op bladz. 16 - zegt het college de raad toe binnen kort mededelingen te zullen doen met betrekking tot het optimaal functioneren van het gemeentelijk apparaat. Is daar al wat aan gedaan of moet het allemaal nog gaan be ginnen? Hebben de reeds het vorig jaar gedane toezeg gingen slechts tot resultaat dat zij thans worden herhaald? Nog tal van andere beleidszaken in de gemeente hebben sprekers volle belangstelling. Het zou te ver voeren ze alle onder de aandacht te brengen. Veel er van is ook reeds door vorige sprekers naar voren gebracht. De beschikbare tijd dwingt spreker tot een feitelijke beschouwing van ge raamde inkomsten en uitgaven over te gaan. „Het was weer niet gemakkelijk" zo leest men in „Op 't Hoogt", „de zaak sluitend te krijgen"., en even verder: „Er zijn nu eenmaal veel wensen". De oplossing lag voor de hand; men is dit langzamerhand gewoon gaan vinden, nl.De belastingen moeten maar omhoog, want dan is er aan de wensen voldaan en de begroting sluit; wie doet je wat? Ja, zo was het tot voor kort. Reeds vroeg in het jaar wordt de eerste hand gelegd aan het tot stand komen van de ontwerp-begroting. Het duurt maanden eer dit ontwerp aan de raad kan worden aangeboden. Daarna verloopt nog geruime tijd voor de raad de begroting in openbare vergade ring behandelt. Er is intussen enorm veel, onvoorstelbaar veel veranderd. De energiecrisis heeft ten aanzien van veel optimistische verwachtingen roet in het eten gegooid. De welvaartsroes, waarin het was alsof het niet op kon, is voorbij. Men is een ander tijdperk ingegaan. Als gemeente raad heeft men daarmede bij het vast-stellen van de begro ting ter dege rekening te houden. Het zou van bijzonder weinig werkelijkheidszin getuigen als deze ontwerpbegro ting ongewijzigd werd vastgesteld. Daarom legde spreker daarstraks zo de nadruk op het woord „ontwerp". Ten eerste valt het zeer te betwijfelen of inderdaad zal kunnen worden beschikt over de geraamde inkomsten. De algeme ne conclusie van deskundigen is op dit moment dat ook in de rijksbegroting grote gaten zullen vallen. Zullen niet ook de uitkeringen aan de gemeenten daarvan de gevol gen ondervinden? Ten tweede zullen allerlei noodzakelijk door de gemeente te maken onkosten snel stijgen. Is bij deze vooruitzichten de in de begroting geraamde bijzonder snelle stijging van uitgaven in de zogenaamde welzijnssec tor wel verantwoord? De vraag stellen is haar beantwoor den. Men zal op de weg naar meer welvaart en meer welzijn een aantal stappen terug moeten doen. Deze uitspraak is niet van spreker, maar van de minister-president, drs. Den Uyl, op 1 december jl. Wanneer een bepaald gezelschap zich gedurende enige tijd in een bepaalde richting begeeft - uiteraard te voet -, zijn er altijd mensen die voorop gaan, terwijl anderen achteraan komen. In de wedloop naar meer welvaart liep spreker - hij wil het eerlijk bekennen - wel 172

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1973 | | pagina 175