langzamerhand goed gaat functioneren, nadat hij met wat
aanloopmoeilijkheden te maken heeft gehad. Zij is van oor
deel dat men nu heel langzaam aan met de participatie
democratie verder zal moeten gaan.
Voorts is gesproken over de positie van de raadsleden. In de
aanbiedingsbrief heeft het college daarvan gezegd dat het nu
nog niet met concrete plannen wilde komen, omdat het
eerst het rapport van de commissie-Merkx wilde afwachten,
welk rapport op het ogenblik bij het ministerie van binnen
landse zaken in behandeling is. De heer Grift sprak over
hulp voor de fracties. Spreekster adviseert nog even af te
wachten hoe een en ander in het grotere geheel wordt uit
gewerkt alvorens men in Soest tot het nemen van concrete
maatregelen overgaat. Het college is er van overtuigd dat de
raadsleden het zwaar hebben en dat hun taak veel van hen
vergt. Burgemeester en wethouders zullen er dan ook op uit
zijn die taak zo spoedig mogelijk te verlichten, maar zij
zouden dit graag willen doen op de wijze die men landelijk
gaat voorstellen, indien dat tenminste niet te lang gaat du
ren.
Met name door de heren Van Ee en De Groot is gesproken
over het optimaal functioneren van het gemeentelijk appa
raat. De heer Van Ee memoreerde dat het college het vorig
jaar over taakomschrijvingen had gesproken en citeerde
wat spreekster hierover het vorig jaar had gezegd. De vraag
hierbij was, vrij vertaald, of thans weer zo'n verhaal zal
worden afgestoken en of men dan weer gewoon verder
gaat. Het college heeft dit jaar niet stil gezeten ten aanzien
van die taakomschrijving en van het streven het apparaat
optimaal te laten functioneren. Burgemeester en wethouders
zijn begonnen met in het voorjaar één van de ambtenaren
een cursus te doen volgen inzake functie- waardering. Daar
naast hebben zij advies gevraagd aan het bureau van de Vere
niging van Nederlandse Gemeenten. Het zou natuurlijk heel
gemakkelijk zijn geweest om een extern bureau op de ge
meente los te laten, maar dat is per se niet de bedoeling ge
weest. Het college heeft juist een van de eigen functionaris
sen laten opleiden. Op het ogenblik is men zo ver dat in een
twintig bijeenkomsten met groepen van het personeel het
hoe en het waarom van de taakomschrijving en taakwaarde-
ring zal worden uiteengezet. Tegelijkertijd wordt aan de
personeelsleden een formulier uitgereikt, waarop zij zelf
hun taak kunnen omschrijven. Spreekster meent dat men
in dezen zal moeten beginnen met het personeel om mede
werking te vragen, want als men niet zou proberen een en
ander in een heel goede verstandhouding met het personeel
te doen, zou men geen goede resultaten verkrijgen. Wan
neer alles verloopt zoals burgemeester en wethouders het
zien, zullen zij binnen zeer afzienbare tijd bij de raad ko
men met een verzoek een krediet beschikbaar te stellen,
want hoewel heel veel werk in eigen huis zal gebeuren, zal
toch wel de begeleiding van het bureau van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten noodzakelijk zijn. Voorts zal
het college deze zaak op 20 december aan het georganiseerd
overleg voorleggen. Kortom, deze zaak is in beweging.
Wanneer haar wordt gevraagd waarom dit een jaar heeft ge
duurd, kan spreekster antwoorden dat de cursus waar één
van de functionarissen van de gemeente naar toe is gegaan
zo'n zes weken - telkens twee dagen per week - in beslag
nam; die cursus is in het voorjaar gegeven. Daarna heeft het
college contact gezocht met het bureau van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten. Vervolgens moest er heel wat
worden voorbereid voordat men in het stadium kwam dat
men met de medewerkers van de gemeente kon gaan praten.
In dat stadium verkeert men thans. Het college hoopt de
raad nu in het begin van het volgend jaar een krediet te
kunnen vragen, want zonder geld kan men toch maar heel
weinig beginnen, ook al doet de gemeente veel zelf.
De heer Van Ee zei dat ook moest worden gedaan aan bud
gettering of eigenlijk aan kostenbewaking ten aanzien van
de taak van bepaalde personeelsleden. Natuurlijk gebeurt
dit op het ogenblik ook, maar wanneer elke medewerker
zijn eigen functie gaat bekijken en op papier gaat zetten,
zal nog duidelijker worden dat de kostenbewaking een
deeltaak kan uitmaken. Ook hiervan zal men zich dus een
duidelijker beeld kunnen vormen. Voor de toekomst zullen
dan bepaalde afspraken met betrekking tot de kostenbewa
king kunnen worden gemaakt.
Ten aanzien van Eemland heeft de heer Oldenboom zich
afgevraagd of het geen tijd wordt dat dit orgaan meer eigen
bevoegdheden krijgt, want op het ogenblik zijn alleen enke
le werkgroepen werkzaam en houdt het orgaan zelf nu en
dan een feestelijke bijeenkomst, zoals hij het uitdrukte. Ve
le gemeenten in Eemland hebben de hoop gehad dat de ge
meenschappelijke regeling wat zwaarder zou kunnen worden
gemaakt, zodat Eemland niet zo'n los-vaste verkering zou
blijven. Drie gemeenten hebben het concept van een zwaar
dere gemeenschappelijke regeling echter niet willen aanvaar
den. Op het ogenblik wordt toch gewerkt aan een iets
zwaardere regeling waarover men het hopelijk wel allemaal
eens kan worden. Wanneer die zwaardere regeling de ver
schillende gemeentebesturen zal bereiken, zal zij vergezeld
gaan van een nota waarin een visie wordt gegeven op de
toekomst van Eemland. Indien wel door allen een klein be
drag per jaar voor het apparaat van Eemland wordt betaald,
maar voor ieder onderzoek dat moet worden gedaan op
nieuw de gemeentebesturen om geld moet worden gevraagd,
is dat een verkeerde methode. Spreekster hoopt dat ook de
heer Oldenboom hierop doelde toen hij zei dat het orgaan
meer zelfstandige bevoegdheden zal moeten krijgen. Men
zou voor Eemland een meerjarenplan voor een jaar of vijf
kunnen opzetten, waarin zou worden aangegeven wat Eem
land in die jaren per inwoner zal gaan kosten; dat bedrag
zou men eventueel waardevast kunnen maken. Er kan dan
sprake zijn van een visie die door het orgaan wordt gedra
gen, zodat het orgaan uiteindelijk uitmaakt wat er voor
het geld dat door de gemeenten beschikbaar wordt gesteld,
zal worden gedaan. Op het ogenblik is de situatie deze dat
bijv. een aantal gemeenten een winkelplanningsonderzoek
zou appreciëren; andere gemeenten zeggen echter al genoeg
winkels te hebben gepland. Zo komt men er nooit uit.
Spreekster meent dan ook dat men tot een verzelfstandi
ging van het orgaan van Eemland zal moeten komen.
Over het algemeen is men gelukkig heel tevreden over de
politie van Soest en over haar optreden. De heer Oldenboom
vindt de kosten voor de politie in vergelijking met andere
plaatsen nogal hoog; hij noemde in dat verband de gemeen
ten Baarn en Ede. Spreekster zou wat de gemeente Baarn
betreft - maar dit zou zij liever eens in de politiecommissie
uit de doeken doen - misschien een oorzaak kunnen vinden
in het feit dat een en ander daar goedkoper functioneert
dan in Soest. Over Ede kan zij niet oordelen. Zij zou vele
gemeenten kunnen noemen, met name de grote gemeenten,
waar het tekort per inwoner veel groter is. Zij meent dat
de heer Ebbers hierover wat cijfers bij zich heeft, hoewel
het verschikkelijk moeilijk is die cijfers met elkaar te ver
gelijken, want daarvoor moet men eigenlijk ook de inhoud
van de gemeenten kennen. Het lijkt haar beter dit eens in
de politiecommissie aan de orde te stellen, omdat er waar
schijnlijk enkele aspecten aan zitten die zich niet zo goed
voor behandeling in het openbaar lenen, hoewel zij erg
voor openbaarheid is.
De opmerkingen die door de heer Oldenboom over de
bibliotheek zijn gemaakt, betreffen een onderwerp dat men
174