Nr. 13 Soest, 12 december 1973
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op woensdag 12 december 1973 te 08.30
uur.
(Voortzetting van de vergadering van maandag 10 december
1973 te 19.30 uur).
VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M.
Corver-van Haaften.
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius,
W.A. Blaauw, J.A. Detmar, L.J. Dijkstra, J.J. Ebbers, M.A.
van Ee, P. Grift, M. de Groot, K. de Haan, D. Hoekstra,
H.M. Jonker, B. Joosten, J.C. Korte, mevrouw E. Korthuis-
Elion, K. Levinga, R.A. van Logtenstein, G.H. Oldenboom,
mevrouw P.J. Oranje-Entink, A.H.F. Smit, G. Stam, C. Ver-
heus, A.J. van Vloten en mevrouw M.C.P. Walter-Van der
Togt.
Afwezig met kennisgeving de leden: J.R. van Poppelen en
P.LJ.M. Storimans.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen.
Hierna vindt voorlezing van het gebed door de voorzitter
plaats.
Vervolgens deelt zij mede dat bericht van verhindering is
ontvangen van de heer Van Poppelen en dat de heer Stori
mans heeft bericht later te zullen komen.
Zij stelt hierop aan de orde:
Tweede instantie van de algemene beschouwingen van de
fractievoorzitters met betrekking tot de vaststelling van
de begroting der gemeente en die der bedrijven en tot goed
keuring van de begrotingen van het openluchttheater en de
sportstichting voor het jaar 1974.
De VOORZITTER wil, hoewel dienaangaande in het senio
renconvent geen vaste afspraken zijn gemaakt, voorstellen
de duur van de replieken te beperken tot de helft van de
tijd die de betogen in eerste instantie hebben geduurd en
daarbij alleen op die onderwerpen in te gaan die ook in
eerste instantie zijn aangeroerd. Zij constateert dat de raad
zich hiermede kan verenigen.
De heer VAN EE heeft, geheel in stijl met wat de voorzit
ter heeft gezegd, op dit moment niets meer te zeggen, om
dat zijn fractie straks bij de behandeling van de hoofdstuk
ken in extenso op een en ander zal terugkomen.
De heer OLDENBOOM meent dat het zinvol is even in te
gaan op het antwoord van wethouder Ebbers inzake de
automatisering. Het gaat daarbij om automatisering van re
gistratieve arbeid, om automatisering van proces-beheer
singssystemen en om automatisering van planning. Spreker
heeft op diverse plaatsen over twee van deze vormen van
automatisering gesproken, nl. de automatisering van re
gistratieve arbeid in het kader van de besparing van arbeid
en voorts de automatisering van procesbeheersingssystemen,
ook in het kader van besparing van arbeid. Inzake de auto
matisering van planning heeft spreker echter nog geen goed
antwoord van de wethouder gekregen. In hoeverre is het
samenwerkingsorgaan voor automatisering waarvan de ge
meente lid is, bezig met het opstellen van modellen, waar
bij bijv. een veranderend verkeersaanbod kan worden door
berekend? Op zich zelf is dit een vooruitstrevende tech
niek, die in het bedrijfsleven pas van de grond is, maar toch
zou spreker hieraan ook in deze gemeente aandacht besteed
willen zien.
In verband met de behoefte aan kavels voor particuliere
bouwers is gewezen - niet door mevrouw Walter - op het
terrein achter de Julianalaan in Soest. Dit is echter niet wat
sprekers fractie bedoelt. Daar gaat het meer om de bouw
van een blok huizen in min of meer een bouwstroom. Wat
de fractie bedoelt, zijn kavels grond voor degenen die al
leen of met zijn tweeën willen bouwen.
Spreker is blij dat de voorzitter ten aanzien van het samen
werkingsorgaan over een meerjarenbudget wil gaan denken.
Als dat er komt, zal niet meer altijd die moeizame terug
koppeling naar de deelnemende gemeenten noodzakelijk
zijn. Voorts is de fractie erg gelukkig met het uitgangspunt
inzake de organisatievormen in de gemeente. Het is alleen
mogelijk om tot een verantwoorde functiewaardering en
organisatiebezinning te komen wanneer men dit van bin
nenuit en met eigen personeel nastreeft. Men verkijke zich
niet op de deskundigheid van externe bureaus; zij doen
meestal alsof zij alles weten en zijn daarbij verschrikkelijk
duur.
Gezegd is dat de kwaliteit van bijv. de Da Costaschool nog
wel meevalt. Dat is een kwestie van waardering. Spreker
neemt aan dat de wethouder gezien diens leeftijd nóg
oudere scholen gewend is dan hij zelf Reeds in sprekers
jonge jaren was de Da Costaschool al een oude school.
De heer GRIFT brengt in herinnering dat zijn fractie ten
aanzien van het onderwijs heeft gevraagd of het mogelijk is
dat kinderen die v.w.o.- en h.a.v.o.-scholen bezoeken, in
aanmerking kunnen komen voor een vergoeding van hun
reiskosten. Zij moeten daarvoor immers naar andere plaat
sen. Een ieder die dat kan, moet in staat zijn onderwijs te
volgen. De wethouder van onderwijs heeft op genoemde
vraag echter nog geen antwoord gegeven.
De wethouder van financiën heeft gesproken over de
S.O.A.G., die ten aanzien van de administratie tot lande
lijke systemen wil komen. Heeft hij enig idee hoe lang dit
zal gaan duren? Als het nog lang zal duren, is het mis
schien mogelijk over te gaan tot samenvoeging van de ad
ministraties van bedrijven, zodat men van één computer
gebruik zal kunnen maken en niet meer alles op eigen hout
je behoeft te doen.
De heer JONKER heeft in eerste instantie een vraag gesteld
over de stijging van de uitgaven in bepaalde sectoren en de
daling van uitgaven in andere sectoren, waarover op bladz.
2 van de aanbiedingsnota wordt gesproken. Daar wordt
gezegd dat een analyse van de verschillen met de begro
ting 1973 per functie uitwijst dat de gemiddelde stijging de
resultante is van een meer dan evenredige stijging in de sec
toren volksgezondheid, cultuur en recreatie en sociale zorg
en maatschappelijk werk, ten koste van o.a. openbare wer
ken en kapitaalslasten van nieuwe investeringen. Spreker
heeft gevraagd hoe men tot deze uitkomsten is gekomen,
of er een bewust beleid door het college was gevoerd of dat
het een kwestie was van optellen en aftrekken, nadat de
posten uiteraard aan een kritisch onderzoek waren onder
worpen. Hij heeft hierop eigenlijk geen antwoord gekregen.
Hij kan zich voorstellen dat, als het gaat ten koste van
openbare werken en kapitaalslasten van nieuwe investerin
gen, dit voor sommigen verontrustend klinkt. Men heeft
maandagavond al iets gehoord over bepaalde misschien iets
te perfectionistische normen, die wat zijn bijgesteld, zoals
het plegen van onderhoud aan straten eens in de vier jaar
in plaats van eens in de drie jaar. Ten aanzien van de inves
teringen kan hij zich voorstellen dat men zegt: Zo'n nissen-
hut voor de politie voor de opslag van in beslag genomen
auto's is aardig als men geld genoeg heeft, maar nu dit niet
het geval is, kan dit echt nog wel een paar jaar wachten. Er
kan dus een aparte projectbeoordeling hebben plaatsgevon
den. Zijn vraag was dan ook of er een beleid van het college
aan ten grondslag heeft gelegen.
181