Wethouder EBBERS meent dat hij de heer Van Vloten nu
wel iets beter begrijpt. Deze doelt eigenlijk op het feit dat
de totale kosten van het bestand gemeentewerken in één
kostenverdeelstaat worden omgeslagen. De heer Van Vloten
zou een verdere uitsplitsing van zo'n kostenverdeelstaat
willen zien, waaruit men zou kunnen aflezen welke kosten
apart als kosten van bijv. de afdeling onderhoud ontstaan,
zodat men de omslag zou kunnen aanpassen. Spreker kan
dit op dit moment niet overzien; hij vraagt zich af of men
dit op korte termijn zou kunnen realiseren. Wel begrijpt
hij nu de achtergrond van de vraag van de heer Van Vloten.
Grote bedrijven die een bepaalde research plegen, slaan de
kosten daarvan niet om over hetgeen zij produceren, maar
naar een ander punt; de omslag per product komt pas op
het moment waarop het nieuwe product werkelijk wordt
gemaakt. Dit is een ingrijpende zaak, die ter dege zou moe
ten worden bekeken; in ieder geval zal een en ander niet
op korte termijn te realiseren zijn.
De VOORZITTER kan de heer De Groot mededelen dat
de door hem genoemde post van bijna f. 5.000,- voor on
derhoud van bossen betrekking heeft op het onderhoud
van de fietspaden. Langs die fietspaden staan struiken en
er overheen hange* takken en nu is het de taak van ge
meentewerken er voor te zorgen dat die fietspaden goed be
gaanbaar blijven. Voorts bevinden zich in de bossen drie
soorten papierbakken. In de eerste plaats zijn er de papier
bakken van de Stichting Utrechtse Heuvelrug, die in het ge
meentelijk bosbezit picknickplaatsen heeft ingericht. In de
tweede plaats zijn er prullenmanden die worden geleegd
door de Heidemij en in de derde plaats zijn er prullenman
den die door de dienst van gemeentewerken worden geleegd.
Er moet dus wel het een en ander worden gecoördineerd en
daarom was spreekster zo gelukkig met de suggestie van de
heer De Groot een commissie voor het bosbezit te vormen.
De plantsoenendienst is er ook nog bij betrokken, maar er
zijn toch wat prullenmanden die nooit worden geleegd, om
dat elke instantie meent dat een andere daarvoor moet zor
gen. Dit zijn al met al taken die niet door de Heidemij wor
den uitgevoerd. Bovendien ligt in Soesterberg achter de be
graafplaats aldaar nog een stukje gemeentebos, waarvan het
onderhoud niet aan de Heidemij is opgedragen, doch door
de plantsoenendienst wordt verzorgd. Kortom, er zal het
een en ander op een rijtje moeten worden gezet.
Tenslotte wijst spreekster er nog op dat er borden staan
die ruiterpaden aangeven en dat er andere borden staan.
Sommige borden worden onderhouden door de Heidemij,
maar andere weer niet. Dit zijn allemaal geen schokkende
dingen, maar er moet wel eens naar gekeken worden.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT kan de
heer Verheus met betrekking tot diens vraag inzake het on
derhoud van abri's niet zeggen wat daaraan precies moet ge
beuren, maar zij zal dit voor hem nagaan. De voor dat on
derhoud genoemde prijzen zijn aan de hoge kant, zodat zij
aanneemt dat het echt om een grote beurt gaat.
De begroting van het Bedrijf Gemeentewerken wordt zon
der hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld.
Hierna wordt gepauzeerd.
De VOORZITTER heropent de vergadering en stelt aan de
orde:
4. het Grondbedrijf.
De heer HOEKSTRA memoreert dat mevrouw Walter in
haar antwoord met betrekking tot de particuliere woning
bouw heeft gewezen op het terrein aan de Julianalaan - dat
zal vergeven zijn -, op Overhees, Klein-Engendaal en Eggher-
monde. Dat duurt echter allemaal nog zo lang. Zijn fractie
zou graag zien dat het college zou proberen ergens een
stuk grond te vinden waar iedereen een stukje van zou kun
nen kopen. Er is daarstraks gesproken over de stormloop
van Overhees. Die stormloop had tot achtergrond dat de
mensen eens willen bekijken of het voor hen mogelijk was
in de vrije sector een woning te bouwen. Daarbij ging het
om een vijftigtal terreinen, terwijl thans ook de terreinen
aan de Julianalaan zijn uitverkocht. Kan men nu niet er
gens in het bestemmingsplan een stukje grond vinden of ma
ken, waar iedereen een eigen aannemer kan gaan zoeken
om er te gaan bouwen? Daarnaar bestaat bijzonder veel
vraag en dat bevordert dan meteen de zogenaamde door
stroming.
De heer BLAAUW wil hetgeen de heer Hoekstra zei volle
dig onderschrijven. Hij heeft hierop zelf ook diverse keren
in commissievergaderingen aangedrongen, waarbij steeds
werd verwezen naar komende plannen, die nog jaren duren.
Waarom kan men nu inderdaad niet iets direct of binnen
afzienbare tijd doen? Voorts kan misschien iets worden
gezegd over hoe het thans staat met Egghermonde, dat nu
al jaren slepende is.
De VOORZITTER: Daarmee gaat het goed!
De heer VAN VLOTEN brengt in herinnering dat indertijd
sprake is geweest van het houden van een voorlichtings
avond over erfpacht. Kan de voorzitter al zeggen wanneer
die avond zal worden georganiseerd?
De heer VERHEUS merkt op dat er, als er voor grond voor
zelfbouwers meer aanvragen bestaan dan er grond beschik
baar is, een selectie moet worden toegepast. Hoe gebeurt
dat? Hij zou zich kunnen voorstellen dat daarbij de voor
keur wordt gegeven aan mensen die hier woonachtig zijn in
een woningwetwoning of in een gemeentelijke premiewo
ning, zodat een gezin uit zo'n woning dat zelf een huis zou
gaan bouwen, tevens een goedkopere woning vrij zou ma
ken.
De heer HOEKSTRA wijst .er op dat men met die selectie
ontzettend veel ontevreden-mensen overhoudt. Men krijgt
nu alleen die mensen die een andere woning vrijmaken,
maar er zijn ook mensen die in een eigen woning zitten die
voor hen te klein of te groot wordt en die daarom wat an
ders willen laten bouwen. Zij laten ook wat achter, dat mis
schien voor een ander weer heel geschikt is. Kan men nu
niet op een stuk grond waarvoor nu nog geen bestemmings
plan bestaat, zo gauw mogelijk een bestemmingsplan leggen,
bijv. alvast een stukje Klein-Engendaal achteraan de Ferdi-
nand Huycklaan?
De VOORZITTER: Is het dan niet beter te vragen of de
wet op de ruimtelijke ordening kan worden veranderd? Be
zwaarschriften zullen er nl. altijd blijven.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT zou bij
na willen voorstellen de gein eens te hebben van het aanwij
zen en uitverkopen van een stuk grond zonder bestem
mingsplan. Men zal echter te allen tijde, welk stuk grond
men ook wil bestemmen, een planprocedure moeten vol
gen. Daar is niets aan te veranderen. De stukken grond die
zijn opgenoemd, zitten in het eerstvolgende ter visie te
leggen bestemmingsplan en zij maakt zich sterk dat men op
een gegeven moment aardig uit de voeten zal kunnen met
artikel 19.
De heer OLDENBOOM: Het gaat maar om vijftig kavels.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT vervolgt
dat in de tweede helft van het volgend jaar de Bredero-
bouwstroom moet gaan lopen; het desbetreffende plange
deelte zal dan een zekere mate van bouwrijpheid moeten
hebben. Er zit haars inziens dan ook een deel bij dat voor
eigen woningbouw zou kunnen worden gebruikt en alsdan
zal men iets op grond van artikel 19 kunnen gaan proberen.
Ook met Kerckenlandt zou dat misschien mogelijk zijn,
195