12 december en dus is het nog maar heel kort dag. De ter
mijn waarin men zich kan opgeven, is dus bijzonder kort.
Spreker weet wel dat heel veel mensen zich al hebben laten
inschrijven, maar hij vindt deze termijn toch wel te kort.
Wethouder DE HAAN kan de heer Oldenboom zeggen dat
zich in deze regio het typische verschijnsel voordoet dat
de gevallen van werkloosheid veelal kortlopend en steeds
wisselend zijn. In andere streken kent men veel meer lang
lopende gevallen. Door dat grotere aantal kortlopende geval
len is het vrij lage werkloosheidscijfer in deze regio wel ver
klaard. Het is op zich zelf gelukkig dat de langlopende werk
loosheid hier niet zo'n grote omvang heeft aangenomen,
maar de prognoses inzake het aantal mensen dat uitkeringen
geniet krachtens de werkloosheidswet - men komt eerst bij
de werkloosheidswet terecht en pas daarna bij de wet werk
loosheidsvoorziening - gaven het college aanleiding de bedra
gen wat hoger te ramen. Voorts is ook opmerkelijk dat vrij
veel tamelijk hooggesalarieerden een poosje voor een uitke
ring in aanmerking komen, zulks als gevolg van allerlei fu
sies en veranderingen in bedrijfsvoering. Daardoor zijn vaak
vrij hoge uitkeringsbedragen benodigd.
Het vrij grote aantal wisselende gevallen heeft overigens wel
consequenties voor de personele bezetting van de sociale
dienst. Er moeten nl. veel meer gevallen worden gerappor
teerd voor hetzelfde bedrag. Bij honderd kortlopende geval
len heeft men honderd rapporten nodig, terwijl men bij veer
tig langlopende gevallen maar veertig rapporten nodig heeft.
Vandaar dat een en ander voor de dienst wel wat werk met
zich meebrengt.
De termijn tot 22 december met betrekking tot Honsbergen
is genoemd omdat men na de 21ste december in vele secto
ren veelal ter ruste gaat. Als men terugkomt, kan men meteen
met een nieuwe voorraad beginnen. Dit wil echter niet zeg
gen dat brieven met een poststempel van 23 öf 27 december
niet in behandeling zullen worden genomen. Spreker neemt
aan dat die kleine commissie zich in die vijf dagen niet zo
uitgebreid over deze kwestie zal buigen. In het nieuwe num
mer van Op 't Hoogt, dat dezer dagen zal worden verspreid,
staat duidelijk omschreven hoe de zaak er voor staat. Dat
blad komt huis aan huis terecht en is er dan nog iemand die
wat langzaam reageert, dan behoeft dat geen probleem op
te leveren, want de commissie zal voor 5 of 6 januari wel
niet weer aan het werk gaan.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Heeft de wethouder al enig
idee van de huren? Hij heeft gezegd dat zij alsnog moeten
worden vastgesteld, maar kan daarover toch al iets worden
gezegd?
Wethouder DE HAAN antwoordt dat zijn ervaring is dat
men zoiets nooit moet zeggen op een moment dat meer dan
een halfjaar ligt voor het ogenblik waarop woningen wor
den betrokken. Men heeft het dan nl. altijd verkeerd, omdat
allerlei onberekenbare factoren van invloed zijn. De bouw is
in volle gang en de aannemer werkt volledig op schema, zo
dat alles nog volgens plan verloopt, maar toch noemt spre
ker geen huurbedrag, want het is hem al vaak overkomen
dat een genoemd bedrag achteraf niet bleek te kloppen. Zijn
ervaring is dat dit, vooral ten opzichte van oudere mensen,
heel irritant is. Onzekerheid is ook vervelend, maar het
noemen van een bedrag dat niet juist blijkt te zijn, is nog
vervelender, want dat moet men dan nog vijf jaar lang ho
ren. Vandaar dat spreker dit liever aan het bestuur overlaat,
dat dichter bij het vuur zit en geleidelijk over meer cijfers
begint te beschikken. Indien de huur naar de verwachting
van bepaalde gegadigden wat te hoog uitvalt en zij die niet
kunnen betalen, terwijl het toch echt wel nodig is dat zij
naar Honsbergen toe gaan, is het denkbaar hun een aanvul
lende bijdrage te verstrekken op grond van de bijstandswet.
De huur mag voor mensen die er echt naar toe moeten dus
geen beletsel zijn.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Er worden wel veel bedragen
genoemd, maar dat zijn dus geruchten.
Wethouder DE HAANDaar is niets van waar.
De begroting van de Gemeentelijke Sociale Dienst wordt
zonder hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld.
6. het Gasbedrijf.
De heer OLDENBOOM wil na de lovende woorden over
het gasbedrijf enkele kritische opmerkingen maken, opmer
kingen die hij al zo lang hij in de raad zit bij begrotingsbe
handelingen heeft gemaakt. In het begin zei het gasbedrijf
dat wat spreker zei onzin was en dat er alleen sprake was
van normale bomensterfte. Jarenlang heeft het gasbedrijf
volgehouden dat het gas daaraan geen schuld had, maar dat
het lag aan het gebruik van zout en aan het dichte wegdek.
Pas in de laatste anderhalf jaar geeft het gasbedrijf toe dat
de bomensterfte mede zijn schuld is, maar dat is niet juist,
het is uitsluitend de schuld van het gasbedrijf. Zodra het
aardgas hier kwam, zijn de bomen in de hoofdstraat van
de gemeente geruïneerd. Als men enkele jaren geleden op
de toren van de Oude Kerk stond, zag men veel mooi
groen dat zich door Soest slingerde, maar thans is dat ge
heel verdwenen. Spreker meent dat men nog steeds niet
goed de waarde van een volwassen boom beseft. Men be
steedt nog altijd te weinig geld aan het sparen van de bo
men. In Dusseldorf staat op een grote beuk vermeld hoe
veel zuurstof die boom produceert, hoe veel stof hij op
vangt en hoe veel geluidshinder en stank hij nivelleert.
Dat is gewoon formidabel. Daarom vraagt spreker nog
maals graag de aandacht van het college voor de bomen.
Er moet zeer snel worden ingegrepen als er iets mis dreigt
te gaan.
Mevrouw ORANJE-ENTINK neemt aan dat er in verband
met de oliecrisis een run op het gasbedrijf zal ontstaan van
mensen die een ombouw op gas wensen. Deze ombouw is
al vaak ter sprake gekomen met betrekking tot gemeente
woningen, maar ook particulieren zullen thans gaan over
wegen of zij hun olieverwarmingsinstallaties zullen laten
ombouwen op gas. Daarbij worden zij gestimuleerd door
advertenties van de installateurs van centrale verwarmings
installaties. Spreeksters vraag is nu of het gasbedrijf dit al
les op redelijk korte termijn kan opvangen. Zijn de buislei
dingen berekend op een geweldig vergrote omzet? Wat
moet men in dezen doen en adviseren?
Wethouder EBBERS is het niet geheel met de heer Olden
boom eens. Natuurlijk gaan er bomen dood door het gas;
dat is gewoon bewezen Het gaat spreker echter toch iets te
ver als de heer Oldenboom zegt dat alle bomen die dood
gaan alleen door het gas doodgaan. Dat is beslist niet waar.
Het heeft velerlei oorzaken. Door de hoofdleiding langs de
rijksweg zijn inderdaad bomen doodgegaan, en ook spreker
betreurt dat ten zeerste. Er is veel aan de gaslekken gedaan,
maar ook nu zijn er nog bomen die er aan kapot gaan. Bo
vendien worden, als in een rij bomen bepaalde bomen als
gevolg van gaslekkages zijn weggevallen, andere bomen
daarvan de dupe, zo is spreker door de heer Van der Dus-
sen verteld. Het is echter niet helemaal waar dat alleen het
gas de oorzaak van de bomensterfte is. Wel is het gas in
sommige gevallen de oorzaak geweest en misschien zal het
dat ook nog wel eens zijn. Het lekverlies in de gemeente
Soest is één van de laagste in geheel Nederland. Er bestaat
een uitvoerige driejaarlijkse controle van het gehele leiding
net. Een probleem vormde altijd de leiding bij Zonneglo
ren; die leiding lag daar erg moeilijk en ging door het weg
verkeer steeds opnieuw lekken. Thans is weer een nieuw