(V
Wethouder DE HAAN is van mening dat Ajax zich zelf wel
bedruipt. Hij heeft zo veel last van mensen die denken ook
Ajax te zijn, maar die nog niet eens in de kleuterklas zitten.
Zij willen de accommodatie van Ajax hebben, omdat zij ver
onderstellen dat het succes in de accommodatie zit. Spre
ker meent dat het zit in de wijze van werken met de men
sen en niet in de accommodatie. Er zijn clubs die in een bui
tengewoon mooie accommodatie werken, maar die het door
interne problemen helemaal niet goed doen, terwijl andere
clubs, die op een gebrekkige accommodatie zitten, hoge ogen
gooien, Men zal imHezen dan ook de juiste middenweg moe
ten zien te bewandelen.
Tot mevrouw Korthuis wil spreker zeggen dat hij heeft ge
probeerd duidelijk te maken dat het college heeft getracht bij
de verenigingen enig begrip voor de situatie te wekken, in
de hoop dat er wat zou worden teruggespeeld. Dit is helaas
niet gebeurd en dat betekent dat de gemeente nu iets con
creter zal moeten worden. Daarbij zal niet kunnen worden
volstaan met een vergadering, maar men zal met elke tak
van sport afzonderlijk moeten gaan praten. Men kan
hockeyers en voetballers niet over één kam scheren, want
voetballers hebben nog wel eens wat entreegelden en krij
gen ook bijdragen uit de toto, terwijl hockeyers geen in
komsten hebben uit het publiek, maar ook minder trainen
dan voetballers. Er zal dus een aantal vergaderingen moeten
worden belegd, om met elkaar tot een oplossing te komen.
Enerzijds zal men daarbij recht moeten doen wedervaren
aan de bijzonder belangrijke werkzaamheid op het terrein
van het binden van de jeugd - door vele clubs wordt dat bij
zonder goed gedaan, met daarbij maar een kleine bijdrage
van de kant van de gemeente, want de jeugdsportsubsidie
is langzamerhand een fooi geworden -, en anderzijds zal
men een modus moeten zien te vinden met betrekking tot
de accommodaties, opdat men metterdaad tot een verla
ging van de verhoging zal kunnen komen.
Voorts kan men het gerust aan spreker overlaten om, zoals
de heer Verheus zei, voorzichtige suggesties te doen; mis
schien worden het zelfs wel heel duidelijke suggesties, want
er zal nu wel eens wat duidelijkheid moeten komen. Wan
neer het niet gaat door middel van vriendelijke vragen - als
overheid moet men daarmee toch beginnen -, zal men iets
concreter moeten worden. In 1974 zal dit zeker moeten ge
beuren.
De heer BLAAUW vindt het jammer dat men dit jaar niet
zoals het vorig jaar een overzicht heeft gekregen van het
aantal sporters per vereniging en van de kosten. Het vorig
jaar waren er enkele schrikbarende voorbeelden bij en
naar aanleiding daarvan heeft spreker toen gezegd dat die
verenigingen er mee zouden moeten ophouden of dat zij
met andere verenigingen zouden moeten gaan fuseren. Gaar
ne zal hij vernemen of de situatie inmiddels wat verbeterd
is. De heer De Haan heeft verleden jaar gezegd dat een be
paalde vereniging hoopte meer leden te zullen krijgen, zo
dat de situatie wel wat gunstiger zou worden. Spreker vindt
dit allemaal nog vrij vaag. Graag wil hij nu weten of er van
de sportstichting een brief zal uitgaan waarin de verenigin
gen zal worden medegedeeld dat er binnen een maand of
binnen twee maanden een gesprek zal moeten plaatsvinden
om te bezien wat er aan moet worden gedaan.
De heer DE GROOT heeft met veel belangstelling geluis
terd naar de uiteenzetting van de heer De Haan en vraagt
zich nu af - hij wil die vraag aan het college en in het bij
zonder aan de wethouder voorleggen - of het college in zijn
strijd tegen het perfectionisme van de sportorganisaties niet
sterker zou staan als de raad thans zou besluiten om het
voor 1974 voor sportdoeleinden begrote bedrag terug te
brengen tot het bedrag van 1973. In de eerste plaats zou
dan duidelijk worden dat niet de wethouder, maar de raad
verantwoordelijk is voor de besparing die wordt aange
bracht, terwijl de wethouder in de tweede plaats een sterke
re positie zou verkrijgen in zijn strijd tegen het perfectionis
me.
De heer VERHEUS heeft in eerste instantie niet de indruk
willen wekken alsof hij de jeugd geheel apart zou willen be
zien. Hij heeft gedoeld op het feit dat er veel sportverenigin
gen zijn met vrij veel jeugdleden Die verenigingen hebben
veel mensen nodig die hun vrije tijd daaraan willen beste
den. Als men dan ziet wat voor subsidie daar tegenover
staat, staat dat in geen enkele verhouding tot de subsidies
die andersoortige jeugdbewegingen krijgen.
Bij het afdelingsonderzoek is door spreker gevraagd hoe het
staat met de sportaccommodatie in Soesterberg. Het colle
ge heeft daarop heel laconiek geantwoord dat het te dien
aanzien verwees naar de aanbiedingsnota In die aanbie
dingsnota staat dan dat de raad in de loop van dit zittings
jaar - spreker veronderstelt dat dit 1973 is - voorstellen
dienaangaande zullen bereiken. Hij weet wel dat de raads-
agenda nog niet geheel compleet is, maar hij neemt toch
niet aan dat op de agenda voor de aanstaande december-
vergadering alsnog een voorstel zal worden geplaatst waar
in
De VOORZITTER: Neen, er staat: „dit begrotingsjaar".
De heer VERHEUS meende dat er „dit jaar" stond en er is
ook een paar maal gesuggereerd dat er nog dit jaar een plan
voor de accommodatie in Soesterberg zou komen. Dat plan
is er thans dus nog niet. Met name ten aanzien van het sport
terrein aan de Amersfoortsestraat is sprake van een heel nare
situatie met diverse juridische voetangels en klemmen. Hij
wil nu graag wat duidelijkheid ontvangen met betrekking tot
de vraag of dit sportveld thans normaal bereikbaar zal wor
den gemaakt. Op dit moment is het dat nog niet en is men
nog afhankelijk van de gunst van derden, die daar een toe
gangsweg hebben.
Wethouder DE HAAN moet ten aanzien van de vraag van
de heer Blaauw opmerken dat het vorig jaar is gezegd of ge
schreven dat de huren van de velden pas waren verhoogd.
Daarvan is ook wel iets te bemerken in de opbrengsten van
1973; in 1972 waren die f. 42.000,- en in 1973 zijn zij
f. 50.000,-, terwijl voor 1974 f. 53.000,- is geraamd. Daar
naast zou moeten worden nagegaan op welke manier de
kosten zouden kunnen worden verminderd. Die vraag is
voorgelegd aan de verenigingen, maar er is niets uitgeko
men. Thans is het tijd om er als gemeente iets aan te gaan
doen.
De club met het kleine aantal leden, waarop de heer
Blaauw doelde, heeft thans inderdaad bijna twee maal zo
veel leden als verleden jaar en daardoor zijn de kosten voor
het desbetreffende complex er aanzienlijk gunstiger uit
gaan zien. De club doet erg haar best en ontwikkelt zich
behoorlijk, zodat er voor de gemeente weinig aanleiding is
te dien aanzien bijzondere maatregelen te nemen.
De heer De Groot zou de uitgaven op sportgebied wat willen
terugdraaien. Spreker wil in dit verband een kleine analyse
geven van de posten die zijn verhoogd. De post die het meest
is gestegen, is die van het personeel; als men die wil verlagen,
zal er meteen personeel naar huis moeten. Met name bij de
sportzaal, die eind van deze week officieel wordt geopend,
moet het een en ander gebeuren aan onderhoud e.d, Om die
personeelspost kan men dus gewoon niet heen De totale
verhoging van het budget van de sportstichting zit dan ook
voor een aanzienlijk deel in de post salarissen. Daar kan
men dus echt weinig aan doen.
Voorts is er om de twee jaar de sportuitwisseling Soest-
aankoop
fcjz. ggk.
200