m
De heer GRIFT brengt in herinnering dat hij bij de
algemene beschouwingen al heeft gesteld dat het ver
hogen van belastingen gemakkelijker is dan het zoe
ken naar zaken waarop misschien wat zou kunnen
worden bezuinigd. Ook zijn fractie zal tegen deze be
lastingverhogingen stemmen.
De VOORZITTER: Geeft u anderzijds ook bezuini
gingen aan, of zegt u dat het maar uit de post onvoor
zien moet, zodat die post uitgeput raakt?
De heer GRIFT: Ja.
Wethouder EBBERS meent dat de consequenties van
het niet aannemen van deze belastingverhogingen al
in de aanbiedingsbrief zijn vermeld. De verhoging van
de straatbelasting betekent een bedrag van f. 63.000,-
en de verhoging van de rioolbelasting betekent een be
drag van f. 150.000,—. Wanneer men deze belastingen
nu niet verhoogt, houdt dat in dat men ruim 2 ton
minder te besteden zal hebben.
De heer DE GROOT erkent dat bij het niet aanvaar
den van deze belastingverhogingen, in de begroting
een gat van twee ton zal vallen. Daarin behoort ech
ter op bepaalde wijze te worden voorzien, nl. door te
bezuinigen in de sectoren cultuur en recreatie en zo
mogelijk in de sector sport. De begroting voor de
sport is inmiddels wel vastgesteld, maar toch zou er
hier en daar nog wel kunnen worden bezuinigd; men
kan althans voorkomen dat er boven de begroting
wordt gewerkt. Voorts wordt bij het niet aanvaarden
van deze belastingverhogingen de onbenutte belas
tingcapaciteit groter. Men reserveert dan belastingca
paciteit, die men nodig zal hebben wanneer straks za
ken, die onvoorziene gaten in de begroting zullen ver
oorzaken, beslist onontkoombaar zullen blijken te
zijn. Als in zo'n geval kan worden aangetoond dat
een belastingverhoging werkelijk noodzakelijk is, zal
spreker niet aarzelen zijn stem daaraan te geven. De
nu aan de orde zijnde belastingverhogingen dienen
echter te worden opgeschort.
Wethouder EBBERS vindt het een moeilijke zaak om
in de loop van het jaar nog eens met een voorstel tot
belastingverhoging te komen, want men gaat dan hal
verwege het jaar de belasting opschroeven, terwijl
men in het begin van het jaar de gehele begroting op
een lagere belastingopbrengst heeft gebaseerd. Bo
vendien zou men dan de aanslagen eerst in hun oude
vorm moeten uitsturen om vervolgens in de loop van
het jaar met aanvullingen te komen, hetgeen hem een
moeilijke zaak lijkt. Overigens zal er ook nu nog belas
tingcapaciteit overblijven.
De VOORZITTER bevestigt dat men nog belastingca
paciteit over heeft, daar men hier nog lang niet de top
heeft bereikt van hetgeen is toegestaan. Worden deze
belastingvoorstellen niet aanvaard, dan betekent dit
dat men elders twee ton terug zal moeten verdienen,
want de post onvoorzien is echt niet zo groot. Voorts
heeft de wethouder van sportzaken al voldoende aan
getoond dat hij in de loop van het volgend jaar met
voorstellen aan de verenigingen zal komen. Voordat
het resultaat daarvan gaat doorwerken, is men echter
al aan de begroting voor 1975 gekomen.
De voorstellen tot verhoging van de rioolbelasting en
van de straatbelasting worden hierna in stemming ge
bracht en met 18 tegen 4 stemmen aangenomen.
Voor hebben gestemd de leden: Verheus, Ebbers,
Blaauw, Korte, joosten, mevrouw Alting-Ambrosius,
Smit, De Haan, Jonker, Logtenstein, Oldenboom,
Hoekstra, Stam, Dijkstra, mevrouw Walter-Van der
Togt, mevrouw Oranje-Entink, mevrouw Korthuis-
Elion en Detmar.
Tegen hebben gestemd de leden: Levinga, Grift, Van
^loten en De Groot.
Tijdens deze stemming was de heer Van Ee niet meer
ter vergadering aanwezig.
Hoofdstuk VI, Openbare Werken, wordt hierop zon
der hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld, waar
bij wordt aangetekend dat de heer Detmar geacht
wenst te worden tegen volgnr. 6.54, Deelneming aan
de landelijke actie verbetering milieugedrag, te heb
ben gestemd.
Hoofdstuk VII, Eigendommen, niet voor de openbare
dienst bestemd.
De heer DE GROOT wil voor de laatste keer op deze
dag terugkomen op de bossen. De voorzitter stelde
vanmorgen voor zich zelf de vraag of het nu echt wel
zo erg gesteld is met de Soester bossen. Dat is beslist
niet het geval, en spreker heeft dit ook zeker niet wil
len beweren. Hij heeft niet gezegd dat de bossen erg
slecht worden onderhouden, maar wel dat er een dui
delijke teruggang in het onderhoud te constateren
valt, alsmede een sterke stijging van kosten. Als hij
een vergelijking maakt met het onderhoud van parti
culiere bossen, zowel in Soest als in de omgeving,
moet hij vaststellen dat daar waar ongeveer evenveel
geld aan het onderhoud wordt besteed, de onder-
houdstoestand belangrijk beter is. Er zijn maar heel
weinig particulieren die het zich kunnen of willen
permitteren even grote bedragen aan het bosonder-
houd te besteden als men zich in deze gemeente
meent te kunnen veroorloven. Het onderhoud van
particuliere bossen kost veel minder; er zijn zelfs par
ticuliere bossen die, althans op papier, een batig sal
do opleveren. Er wordt dan veelal roofbouw gepleegd;
het zijn dikwijls bossen die niet voor het publiek zijn
opengesteld en waarvan de eigenaren ook de rijksbij
drage ontberen. Spreker meent dat men straks zal
moeten kiezen tussen enerzijds evenveel geld er aan
besteden en een betere onderhoudstoestand verkrij
gen, en anderzijds met dezelfde onderhoudstoestand
genoegen nemen, maar dan voor minder geld.
De heer VERHEUS leest op bladz. 89 onder volgnr.
7.04:
„In deze raming is opgenomen een bedrag van
f. 28.313,- voor het treffen van noodzakelijke voor
zieningen aan het St. Josephgebouw, inkl. verwar
ming."
Voor zo ver hem bekend, staat er althans tot nu toe
geen enkele vorm van inkomsten tegenover het ge
bruik van dit gebouw. De beheerscommissie is onder
de voortreffelijke leiding van de heer Van Logtenstein
druk bezig de zaken op een rijtje te zetten, zo zei de
heer Blaauw bij het afdelingsonderzoek. Spreker
neemt aan dat het de bedoeling is op een gegeven mo
ment met een beheersverordening te komen. Dit al
les neemt niet weg dat dit gebouw nu al een aantal ja
ren gratis voor de gebruikers beschikbaar is gesteld en
dat terwijl die gebruikers het wel doorverhuren. Hij
vindt dit een griezelig nare situatie ten opzichte van
andere instellingen die gebouwen exploiteren waar
van ook door derden gebruik wordt gemaakt. Zij
moeten wel huur betalen en moeten proberen een
goede begroting te maken. In dit geval wordt voor het
213