lenstraat ook tijdens de vorige raadsvergadering uit
voerig is gesproken. Hij kon de vorige keer niet aan
wezig zijn, zodat hij thans nog een enkele opmerking
wil maken.
In het concept-antwoord komt de volgende passage
voor:
„Begin november is het overleg voortgezet. Van het
complex van 82 woningwetwoningen vallen 34 wonin
gen in het bestemmingsplan „Soestereng - Weg over
de Eng" en 48 woningen in het bestemmingsplan
„Soestereng - Park en Centrum". Om stedebouwkun-
dige redenen kunnen in beginsel slechts de 48 in het
plan Park en Centrum gelegen woningen voor langere
tijd worden gehandhaafd. Voor de overige 34 wonin
gen kan op een instandhoudingsduur van ongeveer 8
jaar worden gerekend."
Hij wil even ingaan op de stedebouwkundige redenen,
want die redenen doet de gemeente zich zelf aan.
De Weg over de Eng ligt nog ergens in Den Haag op
een stapel. Daardoor ontstaat een stuk onzekerheid
met als gevolg dat niet voor alle 82 woningen een
goed plan kan worden uitgevoerd. Tijdens de onlangs
gehouden behandeling van de begroting 1974 heeft
spreker de suggestie gedaan om dat hele snertplan van
de Weg over de Eng maar eens in te trekken, waardoor
die onzekerheid van de baan is. Wanneer dat gebeurt,
zal met betrekking tot de 34 woningen een duidelij
ker beleid kunnen worden gevoerd. Het college vond
deze suggestie kennelijk niet zo goed, want er werd
niet gereageerd. Thans blijkt echter duidelijk dat het
misschien toch wel een goed idee is om het plan van
de Weg over de Eng in te trekken. Daarom geeft hij
nogmaals in overweging dat plan in te trekken. Wat
heeft de gemeente trouwens aan een plan waarvan
het college meent dat de realisering de eerste acht
jaar toch niet mogelijk is?
Overigens is de halve dop die thans wordt gepresen
teerd nog altijd beter dan het lege ei dat vroeger voor-
lag.
De heer VAN POPPELEN meent dat de zaak positief
moet worden benaderd. Uit de concept-brief blijkt
dat er overleg heeft plaatsgevonden tussen de bewo
nerscommissie, het bestuur van de woningbouwvere
niging en de gemeente. Hij meent dat de bereikte over
eenstemming een zeer goede stap is in de gewenste
richting. Ieder dient zich constructief op te stellen
Dat is thans gebeurd. De fractie is dan ook buitenge
woon verheugd over hetgeen is bereikt.
Verschillende punten vragen nog om opheldering,
maar die opheldering zal kunnen worden gegeven,
wanneer te zijner tijd de kosten bekend zijn.
Het is onjuist om in een raadsvergadering kreten te
slaken en te spreken over een snertplan. Wanneer de
raad thans zou besluiten het plan van de Weg over de
Eng in te trekken, geeft deze blijk niet geschikt te
zijn voor diens taak. Er is jaren aan de diverse plan
nen gedokterd. Het is dan ook onjuist om het plan
van de Weg over de Eng, dat met de nodige zorgvul
digheid is tot stand gekomen, zonder meer van de
baan te vegen. De raad dient duidelijk te worden voor
gelicht over de stand van zaken alvorens een uitspraak
wordt gedaan. Bovendien dient de raad zich goed
voor te bereiden,
Het is verstandig om de onzekerheid bij de bewoners
van de Molenstraat weg te nemen. Die bewoners moe
ten goed worden geinformeerd over de planologische
ontwikkelingen.
De heer GRIFT verheugt zich over het feit dat thans
na alle strubbelingen die zich hebben voorgedaan, een
oplossing voorligt. Gebleken is dat de bewonerscom
missie erg content is met de oplossing. Het is dan ook
onverstandig om nog in de zaak te gaan roeren. De
overeenstemming waarmede alle partijen instemmen,
moet met dankbaarheid worden aanvaard.
Er is ook voorgesteld om de betrokken woningen te
verkopen, maar dat is niet mogelijk gebleken, om
dat de bewoners zijn vergrijsd, waardoor zij niet meer
kunnen kopen.
Wanneer te zijner tijd de financiële consequenties van
de overeenkomst op tafel komen, zal de raad zich op
nieuw moeten beraden.
De raad krijgt nog gelegenheid genoeg om uitvoerig te
spreken over de Weg over de Eng. Eerst moet de Cen-
trumweg maar worden aangelegd.
Wanneer de woningen zijn gerenoveerd, is de gemeen
te reeds een heel eind verder.
De heer VAN EE zegt dat bij de bewoners geen be
langstelling bestond voor het kopen van de betrokken
woningen. Daaruit blijkt dat de bewoners niet veel
geld hebben. De oplossing dient dan ook binnen de
financiële mogelijkheden van de bewoners te liggen.
De bewoners willen hun woning blijven bewonen. Zij
willen best meer betalen, maar het wonen moet voor
hen een haalbare kaart blijven.
De heer KORTE merkt op dat er op het ogenblik
een prettige samenwerking tussen de verschillende
partijen is. Wanneer die samenwerking niet verandert,
zal er waarschijnlijk wel iets goeds tot stand komen.
Niet de raad zal met een renovatieplan komen, maar
het bestuur van de woningbouwvereniging en de be
wonerscommissie. De raad zal zich in hoofdzaak met
planologische omstandigheden dienen bezig te hou
den. Naar aanleiding van die planologische omstandig
heden kunnen de bewonerscommissie en het bestuur
van de woningbouwvereniging zien wat haalbaar is.
Wanneer de raad zegt er helemaal niet aan te begin
nen, behoeven de bewonerscommissie en de woning
bouwvereniging ook geen plannen te ontwikkelen.
Wanneer de raad het bestemmingsplan wil veranderen
(bijv. door het leggen van een woonbestemming op het
betrokken gebied), willen de bewonerscommissie en
de woningbouwvereniging dat tijdig van tevoren weten.
Wanneer het gebied een woonbestemming zou krijgen,
komen de woningbouwvereniging en de bewoners
commissie waarschijnlijk met geheel andere plannen.
De raad zal op niet al te lange termijn een uitspraak
moeten doen.
Het verdient aanbeveling dat men thans de woning
bouwvereniging en de bewonerscommissie in samen
werking met de gemeente de plannen rustig laat uit
werken. Van ongevraagde adviezen zijn de betrokkenen
op het ogenblik niet erg gediend. Wanneer zij van deze
of gene advies nodig hebben, zal daarom graag wor
den gevraagd. Er is op het ogenblik een prettige sa
menwerking. Het zou niet prettig zijn, wanneer deze
samenwerking wordt verstoord, omdat de een of an
der probeert er tussen te komen.
De heer VAN EE: Waarop slaat dat?
De heer KORTE: Niet direct op u.
De heer VAN EE: Waarop dan wel?
De heer KORTE: In het algemeen.
De heer JONKER: Een en ander is volstrekt ondui
delijk. Slaat de uitspraak van de heer Korte op de
gemeente? Ik begrijp er niets van.
232