Ook spreker meent dat mooie gebieden moeten wor
den behouden, maar in die gevallen zal de gemeen
schap er wat voor moeten overhebben om de eigenaar
van die terreinen schadeloos te stellen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
b. een varkensmesterij aan de Birkstraat 126.
De heer JONKER zegt een opmerking te willen ma
ken over varkensmesterijen in het algemeen. In de
commissie ruimtelijke ordening is tijdens een langdu
rige discussie toegezegd, dat er nog nader informatie
materiaal zal worden verstrekt over de aard van de te
stellen voorwaarden. Door een communicatiestoornis
is dit nadere informatiemateriaal niet verstrekt. Aan
de hand van dat informatiemateriaal had de fractie
echter in haar fractievergadering willen komen tot
het bepalen van een nader standpunt. Spreker ver
zoekt de voordracht aan te houden nu dit informatie
materiaal niet is verstrekt.
De heer VAN EE merkt op dat de discussie in de
commissie ruimtelijke ordening voornamelijk ging om
de duidelijkheid met betrekking tot deze materie. Bij
behandeling van deze materie moet eigenlijk worden
gedacht in drie stappen, nl.
1. Mag op een bepaald terrein een bepaald bedrijf ko
men?
2. Voor het bouwen moet eerst een bouwaanvraag
worden gedaan. De aanvrager dient dan van tevoren
te weten dat deze later niet wordt geconfronteerd
met het feit dat geen hinderwetvergunning kan wor
den afgegeven.
3. Tussen de bouwaanvraag en de te verlenen hinder
wetvergunning dient een soort van koppeling te be
staan, opdat de aanvrager niet wordt uitgevangen, om
dat er iets is gebouwd dat niet voldoet aan de bepalin
gen krachtens de Hinderwet.
Het gesprek in de commissie ruimtelijke ordening was
uitermate positief en duidelijk. Er is in de commissie
de gedachte geopperd om de materie nog eens duide
lijk aan het publiek kenbaar te maken. Daarenboven
is afgesproken dat zou worden geprobeerd een proce
dure op te stellen, waardoor precies duidelijk zal zijn
wat er met ieder bedrijf verder zal gaan gebeuren. Als
voorbeeld werd in de commissie gesteld, dat een be
paald bedrijf eerst een ontheffing als bedoeld in artikel
1 van de Zoneverordening Hinderwet zou kunnen krij
gen, wanneer alleen maar de platte grond over zou
blijven en al hetgeen was gebouwd zou worden verwij
derd. Daarom heeft spreker een voorbehoud gemaakt
tijdens de commissievergadering. Er dient eerst meer
klaarheid te komen.
De heer VAN POPPELEN zegt het betoog van de heer
Van Ee bijna geheel te kunnen onderschrijven.
Het zal goed zijn dat er eerst duidelijkheid komt. Ove
rigens valt te betwijfelen of er een instantie is die dui
delijke informatie kan geven, want de omschrijvingen
zijn nogal vaag. (Er wordt bijv. gesteld dat binnen 50
m van de bebouwde kom alles in gesloten putten
moet worden opgevangen, terwijl buiten 50 m van de
bebouwde kom open putten mogen worden gebruikt).
Toch zal de raad moeten worden geinformeerd over
de in de toekomst te stellen eisen voor een ontheffing
van een hinderwetvergunning. In E.E.G.-verband wordt
er duidelijk gewerkt aan meer concrete richtlijnen.
De koppeling tussen bouwvergunning en hinderwet
vergunning zou eigenlijk door de wet moeten zijn ge
regeld, maar de wetgever meent dat er sprake is van
twee gescheiden zaken. Het is verheugend dat in de ge
meente Soest iedere aanvrager er steeds op wordt ge
wezen dat niet alleen een bouwvergunning nodig is,
maar ook een hinderwetvergunning. In twijfelgevallen
zal de aanvrager moeten wachten met bouwen totdat
de hinderwetvergunning is verleend.
De fractie heeft tijdens de commissievergadering geen
voorbehoud gemaakt. Wel meent ook zij dat er met
het oog op de toekomst meer informatie moet worden
verstrekt.
Wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT zegt
niet te hebben begrepen dat de heer Jonker het door
hem gevraagde informatiemateriaal op zo'n korte ter
mijn wilde hebben. Wanneer hij dat had gevraagd, zou
zijn geantwoord, dat het college niet aan die wens had
kunnen tegemoet komen, omdat de gegevens moeten
worden opgevraagd. Binnenkort zal het gevraagde in
formatiemateriaal worden rondgestuurd.
De heer DE GROOT bevestigt dat er in de commissie
ruimtelijke ordening niet de concrete toezegging is
gedaan dat het gevraagde informatiemateriaal vóór de
raadsvergadering van vanavond zou worden verstrekt.
De heer Jonker kan dan ook niet om aanhouding van
het voorstel vragen op grond van het niet nakomen van
een bepaalde toezegging.
De VOORZITTER: De heer Jonker had dat anders be
grepen, maar dat kan natuurlijk altijd.
De heer JONKER zegt dat de voorzitter hem de
woorden uit de mond haalt. In de commissie was er
sprake van twee zaken. De E.E.G.-verordening zal niet
op korte termijn gereed zijn. Die verordening is een
zaak van langere termijn. Daarover bestaat geen mis
verstand. Daarnaast is er gepraat over concrete voor
waarden zoals deze plegen te worden gesteld. Door
de betrokken ambtenaar van gemeentewerken is daar
op gediscussieerd met een ambtenaar van de secreta
rie over de vraag wie het gevraagde informatiemate
riaal zou verspreiden. De verspreiding zou vanuit het
stadhuis worden geregeld. Spreker heeft erop aange
drongen het informatiemateriaal vóór de raadsverga
dering van vanavond te krijgen, omdat hij de kwes
tie in de fractie wilde bespreken. Daar het informa
tiemateriaal niet is verstrekt is een goede beoordeling
van het voorstel niet mogelijk. Daarom zou de fractie
het op prijs stellen, wanneer het voorstel wordt aan
gehouden tot de volgende raadsvergadering.
De heer VAN POPPELEN: Aan aanhouding heb ik
geen behoefte.
De VOORZITTER meent dat het moeilijk is qm het
voorstel een maand te laten liggen.-Gebleken'is dat
een groot aantal raadsleden er geen moeite mee heeft
om het voorstel te aanvaarden, hoewel men voor de
toekomst duidelijk wil worden geinformeerd over wat
er verder gaat gebeuren. Het college zou het op prijs
stellen, wanneer de heer Jonker niet persisteert in zijn
verzoek tot aarhouding van het voorstel.
De heer JONKER zegt niet te willen persisteren in
zijn verzoek tot aanhouding van het voorstel. Zijn
fractie kan echter niet akkoord gaan met hetgeen
wordt voorgesteld.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De heren Jonker en Joosten krijgen op hun verzoek
aantekening in de notulen, dat zij zich met de geno
men beslissing niet hebben verenigd.
238;